Zeven is geen tien
“Maar ze is toch pas zeven?” Vraagt het meisje die Ilse haar kleren en jas aanheeft.
“Niet zo hard praten, ja ze is pas zeven en ga voor ons zitten.” Zegt Anneke een van meisjes die Ilse vasthield.
“Wat nu voor jullie zitten!”
Roos het andere meisje die Ilse vasthield kijkt haar aan, “nou je bent pas zeven dus ga je niet zitten bij de negen en tienjarige!”
Het meisje zucht, “onthoud wel dat ik al bijna tien ben ja! Maar bedankt voor het helpen en ben nu eindelijk van mijn stomme ouders af.”
“Hoop dat Ilse gevonden wordt en levend.” Snauwt Roos.
“Ja want het eigenlijk wel zielig voor Ilse.” Zegt Anneke ook op een snauwende toon.
“Sorry hoor. Hoop ook dat Ilse gevonden wordt maar gaaf om nu met jullie leuke dingen te doen. Tjonge ga eerst haar jas uitdoen want die zit wel erg krap!”
“Nou, tja je bent nu zeven zo hoor je niet bij ons clubje.” Zegt Anneke.
“We kunnen heel veel straf krijgen hiervoor! Weet je een ander meisje op mijn school had ook een ander meisje gepest, geslagen en die kreeg heel lang huisarrest en geschorst op school.” Verteld Roos.
Het meisje worstelt zich uit Ilse haar jas. “Als jullie zo gaan doen ga ik alles zegen tegen jullie leiding. Vergeet niet wat we gedaan hebben met Ilse en jullie meegingen hoor!”
“Ja straf krijgen is niet leuk!” Roept Anneke.
Het meisjes was vastgelopen van huis wegens dat ze haar ouders gewoon stom en te streng vond. Na uren te hebben gerend en gelopen kwam ze bij de opstapplek uit. Anneke en Roos dachten eerst dat het meisje zeven was. Maar het meisje vertelde haar verhaal en dat ze negen is. Haar kleine lengte zal komen doordat ze te vroeggeboren was. Ze zocht geld en een telefoon met internet. De meiden wilde haar wel helpen. Per toeval was Ilse het slachtoffer hiervoor. Alle stonden achter de bus waar de bagage in de bus werd gedaan. Er stonden geen volwassen in de buurt. Dat Ilse bewusteloos raakte was ook niet de bedoeling van de meiden. Het meisje gebruikte Ilse haar naam en spullen om nog verder van haar ouders te komen. Op de plaat van bestemming zal ze haar eigen weg vervolgen.
“Meiden,” zegt opeens Akela de hoofdleidster van de groep. Fadette kijkt alle meiden streng aan, “wat is er aan de hand. Iedereen kan jullie horen discussiëren ergens over.” Het meisje wil haar niet aankijken, alle drie zegen dat het over niets gaat. “Ilse bij mij komen zitten want wil iets bepraten met je.”
Het meisje kijkt beide meiden aan en gaat dan mee met Fadette. “Het is echt niets.”
“Wat willen de meiden Ilse, gewoon eerlijk zijn. Ken hun twee al lang en weet hoe ze zijn. Hebben ze iets gevraagd aan je om te doen?”
“Nee.”
“Gaat het om je telefoon en zakgeld?” Het meisje twijfelt en zegt niets en Fadette zucht. “Laat het hierbij maar wel later horen wat het over ging. Heb met je moeder gepraat, ze heeft betaald voor een nieuwe uniform en groepsdas. Wil kijken of deze past.” Het meisje trekt net als de jas met moeite de blouse uit. “Is deze blouse te klein voor je Ilse?”
“Ja,” zegt het meisje.”
“Maat 122, die maat gaf je moeder ook door en zal ruim passen. Probeer deze nieuwe blouse.” Maar deze blouse zit het meisje ook krap. “Wat vreemd, welke maat heeft je jas want die zal vast op de groei zijn gekocht.” Het meisje geeft met een beetje twijfel de jas af. “Maat 122. Is dit een oude jas Ilse om mee buiten te spelen?”
Het meisje denkt na. “Ja, heb nog een andere jas.”
Fadette snapt er niets van, welke ouders geven hun kinderen nu een te kleine jas mee. “Heb nog een oude 128 liggen, die zal je vast passen. Straks als we aangekomen zijn bij mij komen. Kom ga bij Nandini zitten. Niet bij de meiden.”
Het meisje gaat naast en donker meisje zitten die kijkt haar met een lach.
“Nandini.”
“Hoi ben Ilse.”
Nandini kijkt Ilse aan, “ik ben zeven en wil je mijn vriendin worden?”
“Ik ben ook zeven en ja.”
De hele reis kletsen de meiden over het zomerkamp, school, vriendinnen en Ilse mag ik in de vriendinnenboekje van Nandini schrijven. Het meisje moet alles verzinnen. Ze heeft er moeite mee om zeven te zijn wat heel anders is en ze baalt. Het liefst wil ze bij de meiden zitten, op internet zitten en met hun bijkletsen.
Aangekomen bij het Scoutingterrein waar het zomerkamp gehouden wordt moeten de kinderen hun bagage bij elkaar zoeken. Het meisje weet niet welke spullen van Ilse zijn.
“He Ilse!” Roept Anneke snauwend.
Het meisje kijkt haar aan, “doe eens normaal. Welke spullen zijn van Ilse.”
“Zoek het lekker zelf,” zegt Roos. “Ben je vriendinnetjes geworden met Nandini van zeven. Dom kind.”
“Ze valt best wel mee alleen ze is zeven. Zullen we bij elkaar gaan liggen?”
“Nee! Trouwens de jongere kinderen gaan altijd apart achterin, zodat ze eerder naar bed kunnen. Kom Anneke, we gaan een plek zoeken.”
Het meisje kijkt beide aan en zucht diep, ze trekt maar de jas van Ilse aan want het is koud.
“Hoi Ilse,” roept Nandini. “Kan je het niet vinden?” Het meisje knikt nee, “dit Sara en Emily. Zijn mijn vriendinnen en ook zeven.”
Het meisje schudt de handen van de meisjes en al gauw willen de meisjes ook vriendinnetjes worden. Samen met hen vindt het meisje de spullen van Ilse.
Met een knoop en zorgelijk gevoel in haar maag over Ilse, onzeker, zenuwachtig en onprettig voelen tussen zeven jarige loopt het meisje met de andere meisjes met de bagage naar de slaapzaal. Het begin was voor haar spannend en uitdagend, maar nu weet nu heeft ze grote twijfels in alles. Haar plan om verder alleen weg te gaan loopt in de soep, want wegkomen lukt niet bij de meiden.
Leuk geschreven!
Liefsx Anneke
Bedankt voor je reactie @AnnekeSchrijft groetjes Sanne
goed verhaal!