Wij, Ali en ik, liepen en liepen en toen we de top van de ijsberg, het was zo hoog dat er al sneeuw lag bijna hadden bereikt, waar een lekkere ijskraam stond, stond daar een bordje met afslag naar de fontein. het was extra warm die dag, maar het water van de fontein, waarvan ik de bodem niet kon was lekker op koude temperatuur. En ik zwom een paar rondjes. Opeens begon er iets te zuigen en het begon aan me te trekken van de bodem af, ik zakte langzaam dieper, ik kom mij niet genoeg verzetten, wel 25 meter diep, was opeens land. Ik stond op de grond en ik was direct betoverd, toen ik in dit nieuwe land, nog een bordje zag. “De lekkere ijskraam!” hoorde ik iemand roepen. k vroeg me af hoe die man, die eerst met zijn ijskraam op de top van de berg stond hier nu kon komen. Via de ucht, had ik na navraag te hebben gedaan van de ijscoman mogen vernemen. Toegegeven de lucht was goed groen die nacht en het ijs dat we verdiend hadden, smaakte naar groenbad. Ik zwom terug via de andere kant van de berg en ontdekte Ali gelukkig terug. Ze had haar speeltje uit haar tas gehaald, die was al warm, zo heet was ik die dag en de dag ook en alles, behalve de electrische kachel eenmaal thuis. Die was die dag niet nodig.
Melden