Snel duikt ze achter de slaapkamerdeur van de meiden slaapkamer. Een meisje komt naar binnen en loopt naar de kledingkast. Sofie krijgt opeens kramp in haar been en ze raakt hierdoor de deur aan.
“Wie is daar?” Vraagt het meisje. “Ik hoor je wel en waar ben je verstopt. Daphne of Erica het is niet leuk!” Sofie probeert zo stil mogelijk te staan maar de kramp wordt erger. Dan opeens wordt de deur weggetrokken. “Wie ben jij!” Schreeuwt het meisje.
Sofie kijkt haar aan, “niet schreeuwen. Alsjeblieft…”
“Waarom sta je zo vreemd?”
“Heb kramp in mijn been.”
Het meisje kijkt haar aan, “dan moet je tenen omhoog zetten. Zo zegt onze moeder dat.”
Het helpt inderdaad en Sofie zucht van opluchting. “Sofie, sorry dat ik je liet schrikken.”
“Deborah. Maar wat je in onze slaapkamer en huis?”
“Ik wilde alleen mijn jas terug. Volgende je tweelingzus en eerst wilde ik aanbellen. Maar toen stiekem naar binnen gegaan.”
Deborah zit haar vreemd aan te kijken. “Jij durft. Maar wat heeft mijn zus nu weer gedaan?”
“Na knutselmiddag heeft ze per ongeluk mijn jas aangedaan.”
“Echt weer mijn tweelingzus Daphne. Maar knutselmiddag, we mogen niet naar het buurthuis van onze ouders! Ze zat toch op school.”
“Sorry.”
“Maar laten we gaan zitten op mijn onze bedden. Hoelang ben je al hier?”
Samen met Deborah gaan ze zitten op de bedden. “Vanaf vanmiddag na knutselmiddag.”
“Je hebt hier de hele tijd rondgelopen en rondgekeken. Gaaf en lijkt mij wel super spannend. Maar dan heeft Deborah jouw jas nu?”
“Ja, jij hebt de jas van haar. Maar er moet toch nog een andere jas wezen?”
“Denk ja.” Sofie zit wat onwennig op het bed en weet niet precies wat ze nu moet doen. “Maar woon je in de buurt?”
“Ja, Goverstraat. Maar heb jou nooit gezien in de buurt en ik ken iedereen.”
“ We zitten op een speciale school buiten de stad en we gaan niet naar de speeltuin en buurthuis hier. Altijd ook buiten de stad. Weet niet waarom maar moet van onze ouders.”
“Je hebt toch nog een zus en broertjes.”
“Ja, jongere zus Stefanie die slaapt hier bij ons op de slaapkamer. Sam en Erik onze jongere broertjes in de andere slaapkamer, ze schelen maar een jaar. Maar hoe laat moet je naar huis?”
“Vijf uur.”
“Dan moet je zo gaan, ik mag niet meer weg en iedereen komt zo thuis. Zal als eerste naar beneden gaan en dan kan jij volgen. Zullen morgen weer afspreken ergens?”
“Weet het niet en waar dan? Wil wel vriendinnen worden.”
Deborah denkt na, “ja ik wil ook vriendinnen worden. Laten we hier afspreken. We mogen geen vriendinnetjes mee maar je kan weer insluipen. Na schooltijd. Onze oma is dan hier maar mijn zussen zijn dan weg en de broertjes dat weet ik niet. Zit toch vaak alleen op de slaapkamer.”
“Oké, leuk en spannend. Maar wil wel mijn jas terug.”
“Zal ervoor zorgen en pak deze jas maar. We hebben zo veel jassen dat het niet opvalt.”
De volgende dag na schooltijd gaat Sofie weer naar het huis. Ze sluipt de garage in en naar de bijkeuken. Daar wacht ze op Deborah. Maar het duurt lang en stiekem opent ze de bijkeuken naar de gang. Er klinken geluiden die uit de woonkamer en keuken komen. Na de deur te hebben dicht gedaan sluipt Deborah naar de geluiden. Maar dan opeens voetstappen die haar kant opkomen en als ze snel maar zachtjes teruggaat wordt de deur naar de bijkeuken geopend!
“Meiden, wat zijn we aan het doen?”
De oma ziet Deborah en wat zij denkt Daphne met de rug naar haar toe. Een geluk dat Daphne en Sofie dezelfde haarkleur hebben en een staartje in.
“Hoi oma, we zijn aan het kletsen wat we gaan doen.”
Sofie wilt niets zegen maar ze moet wel, “ja oma.”
“Niet telkens in- en uitlopen. Blijf nu maar thuis,” zegt de oma. “Daphne bij mij komen.”
De oma loopt weg.
“Ik doe wel als of ik Daphne ben en ga jij naar boven.”
Sofie kijkt haar aan, “merkt je oma dat niet?”
“Nee, we hebben haar zo vaak voor de gek gehouden.”
Beiden lachen zachtjes en Deborah doet een staartje in net als haar zus.
“Ben boven zus, tot straks.” Roept Sofie.
Deborah loopt naar om in de keuken. “Wat is er oma?”
Haar oma bekijkt haar grondig, “je moeder belde net. Zwemmen gaat vanavond gewoon door en je rijt mee met Stefanie en haar moeder.”
“Oké oma, leuk.” Zegt Deborah op een manier zoals haar zus het doet. “We zijn boven en mogen wat drinken?”
“Natuurlijk.”
Snel loopt Deborah met drinken naar boven en gaat bij Sofie op de bedden zitten.
“Gaaf dit zeg. Maar wanneer komt je zus thuis en hopelijk voor vijf uur.”
“Die komt altijd wel op tijd.”
De meiden kletsen over hun leven, hobby’s en school.
“Vreemd dat we zo veel hetzelfde hebben. Paarden en kleren. Dat jurkje heb ik ook. Maar snap niet dat jullie geen vriendinnetjes mogen hebben. Ook hier thuis. Heb veel vriendinnetjes en we mogen gewoon bij elkaar komen.”
Deborah zucht, “weet het echt niet. Papa en mama hebben ons streng toegesproken dat we het niet mogen. Zo zijn de regels. Net als naar de speeltuin en buurthuis gaan. Zal zo graag met je willen spelen in de speeltuin, vindt de schommels wel leuk.”
“Ik ook. Maar zullen we meerdere keren bij elkaar komen?”
“Ja is leuk en gaaf. Ook spannend en je bent nu mijn beste vriendin.” Roept Deborah vrolijk want Sofie is haar eerste vriendinnetje. “Heb jij een vriendinnenboek?”
“Ja, zal hem morgen meenemen. En jij?”
“Nee maar heb dan ook geen vriendinnen.”
Sofie kijkt haar aan, “nu wel. Heb nog een vriendinnenboek liggen en die mag je hebben. Dan zet ik als eerste erin.”
“Dank je, moet het dan wel verstoppen maar heb daar wel een plekje voor. Maar wil je onze jurkjes zien en sjaaltjes.”
Sofie knikt ja en samen met Deborah bekijken ze alles.
Daphne komt inderdaad voor vijf uur thuis met haar twee broertjes. Ze trekt de jas van Sofie uit en na opgehangen te hebben loopt ze naar de woonkamer.
“Hoi oma.”
Hun oma kijkt haar aan, “zo uitgekletst.”
Daphne kijkt haar oma verbaasd aan, “we doen niet kletsen oma en heb mijn schoolwerk gedaan.”
“Klonk anders gezellig. Roep je zus en jongens beneden blijven want we gaan zo eten.”
Nog verbaasd loopt Daphne naar de trap en schreeuwt Deborah haar naam. “Heeft onze moeder nog gebeld over zwemmen?”
“Dat heb ik je toch verteld net?”
Daphne snapt er niets van en vindt haar oma maar vreemd en warrig. Ze verwart zeker mij weer met Deborah. Sofie wacht totdat iedereen in de woonkamer of keuken is. Zachtjes sluipt ze naar beneden en trekt haar eigen jas aan. Dan snel naar huis.
“Hoi mam!” Roept Sofie vrolijk zoals altijd.
Haar moeder lacht, “had de moeder van Stefanie aan de telefoon. Ze zij dat je niet bij haar was?”
“Nee, ik was bij Deborah.”
“Deborah? Ken ik die en waar woont ze dan. Je weet de regels en dat ik altijd wil weten waar je bent, laat haar ouders bellen.”
Sofie wilt niet alles vertellen en wilt eigenlijk ook niet liegen tegen haar moeder. “Ja mam. Deborah is een nieuw meisje op school. Ze woont dicht bij het buurthuis in die straat.”
“Wist niet dat er huizen daar te koop waren. Maar leuk een nieuw vriendinnetje en heeft ze broertjes en zussen?”
“Ja, zus en broertjes. Maar ze gaat ook in mijn vriendinnenboek schrijven morgen.”
Sofie wordt door haar moeder aangekeken en die merkt dat ze ergens over liegt. “Laat Deborah anders morgen hier spelen, kan ik haar ook ontmoeten.”
Sofie schrikt een beetje, “o zal het vragen.”
“Sofie kijk mij eens goed aan!” Zegt haar moeder opeens streng. Sofie kijkt haar moeder aan. “Wat vertel je mij niet?”
Wil wel vriendinnen worden.”
Deborah denkt na, “ja ik wil ook vriendinnen worden. whahah, dat meisje breekt in en wil daarna vriendinnen worden met degene waar ze bij inbreekt, haha. goed verhaal!
dit kan klinken als spottend, maar ik heb weer genoten van het verhaal
Bedankt, we proberen altijd te schrijven ook na hoe een persoon denkt op die leeftijd. In deze leeftijd dat hebben ze al een hecht vrienden (innen) groepje en druk in dit geval vriendinnetjesboekjes. Heb er ook gehad in die leeftijd