Eindelijk is het stil in de gang en Sofie komt de meterkast uit. De opgehangen jongensjas valt op de grond. Sofie wrijft over haar neus want die doet nog pijn. Ze denkt naar huis te gaan. Dan maar zegen dat ze per ongeluk een verkeerde jas heeft gepakt. Haar moeder zal boos zijn want zo vaak was Sofie haar jas kwijt, vergeten of kapot gemaakt. Sofie denkt verder na, ze twijfelt. Het is dan ook spannend en vreemd om hier te zijn. Haar hart gaat tekeer van de spanning! Luistert naar geluiden kijkt Sofie goed rond. De meisjes konden wel zussen zijn, of misschien gewoon vriendinnen. Dan voetstappen en schuivende stoelen. Sofie wil niet weer de meterkast in. Snel duikt ze onder de trap waar de jassen, schoenen en ander spullen van de ouders hangen en liggen. Het is een opentrap maar toch nog donker in het hoekje. Twee jongens komen de gang op, een jongen pakt zijn jas van de grond. Als beide de jas aanhebben gaan ze weg. Erna volgt al snel twee meiden en de moeder. Alle doen hun schoenen en jassen aan. Een meisje gaat zelfs op de trap zitten om de schoenen aan te doen. Dan is Sofie verbaasd want een meisje lijkt op het meisje dat haar jas heeft gepakt. Vast een tweeling. Het meisje doorzoekt de kapstok en pakt dan de roze jas, ze bekijkt deze en na eerst een sjaal te hebben omgedaan trekt ze de jas aan. Erna de muts en gaat ze met haar zus en moeder weg. Sofie loopt zachtjes naar de deur, ze hoort stemmen en geluiden. In de bijkeuken kijkt ze om het hoekje het voorste gedeelte in. De moeder en meiden pakken hun fiets. Nadat de garagedeur dicht is gegaan gaat deze op slot en ook de deur ernaast.
Weer terug in de gang wacht Sofie een paar minuten. Ze denkt na over de roze jas. Maar dan heeft haar zus mijn jas en zij trok de jas aan van haar zus. Als het hun jas is. Maar dan moet er toch nog ergens een roze jas zijn? Misschien gebruiken ze wel dezelfde jassen en kleren als tweeling.
Sofie loopt de woonkamer in. Het is nu stil en hoort zelfs vogeltjes fluiten buiten. Vooraan is een woonkamer met drie banken gericht naar een grote tv aan de muur. Op de koffietafel staan nog gebruikte borden en lege bekers. Sofie snoept stiekem van de snoeptomaatjes. Tegenover de gangdeur een lange plank die als bureau dient met vijf stoelen. Er liggen ook twee tablets. Vast om huiswerk te maken. Op muur erboven hangen foto’s van het gezin, Sofie heeft het gezin nooit gezien al wonen ze dicht bij haar school en buurthuis. Achter is een grote eettafel met een bank tegen de muur en aan de andere kant vijf stoelen. De eettafel is net als de woonkamer en keuken een goed georganiseerde chaos. Maar wel schoon. Het is duidelijk dat er kinderen wonen want hun spullen zijn overal te vinden. Dan rommelt Sofie haar maag! In de keuken kijkt ze rond en uit de koelkast pakt ze een pak mangosap en van het aanrecht een zak met krentenbollen. Zittend aan de eettafel denkt ze na over het gezin. Toch wel heel mysterieus. Denk dat de kinderen buiten de stad op school zitten. Dacht alle kinderen in de wijk te kennen, zelfs de pasgeboren. Dit huis, het kan zo mijn ouders huis zijn. Met mijn grote zus en twee jongere broertjes.
Nieuwsgierig loopt Sofie naar boven waar drie slaapkamers zijn. Een grote aan de voorkant is de meiden slaapkamer met 3 bedden naast elkaar zonder ruimte ertussen. Er is een inbouwkast met twee duren. Drie muren zijn wit en de grote muur zilver. Op de grond ligt donkerbruin laminaat. Verder is het net als Sofie haar slaapkamer. Overal spulletjes, frutsels, kleren, sjaaltjes en de bedden netjes opgemaakt. Sofie kijkt naar de tijd op een klok aan de muur. Het is al vier uur en over een uur moet ze thuis zijn. Ernaast een kleine slaapkamer waar een tweepersoonsbed staat. Sofie lacht want de ouders moeten in hun bed duiken om erin te komen. Net als de meiden. Aan de achterkant nog een grote slaapkamer waar de jongens slapen met twee bedden. Een zooitje dat het is! Overal kleren, speelgoed, voetbalspullen en ander losliggende spullen. De bedden, zoals Sofie haar broertjes, niet opgemaakt. Ernaast een badkamer. Sofie is verbaasd dat deze klein is met zoveel kinderen. Maar een wastafel en verder een douche. Bij ons thuis zal het dan zeker een drama zijn en dat we ruzie hebben om het te gebruiken. Een trap naar de zolder is er niet, wel een luik maar die is dicht.
Maar dan opeens een deur die opengaat! Het is de moeder en een van de dochters aan hun stem te horen. Het meisje zegt dat ze boven is. Sofie moet snel een verstopplek zien te vinden.
Ze denkt naar huis te gaan. ze denkt er over om naar huis te gaan. Luistert naar geluiden kijkt Sofie goed rond. Luisterend naar geluiden kijkt Sofie goed rond. Dan voetstappen en schuivende stoelen. dan hoort ze voetstappen en schuivende stoelen. Snel duikt ze onder de trap waar de jassen, schoenen en ander spullen van de ouders hangen en liggen. Snel duikt ze onder de trap waar de jassen, schoenen en andere spullen van de ouders hangen en liggen. Als beide de jas aanhebben gaan ze weg. ik weet het niet zeker maar volgens mij moet beide als zelfstandig gebruikt… Lees verder »
de tweede zin is wat ik denk dat het moet zijn
Hallo, bedankt voor je reactie. Denk dat we ook wel verschillen tussen oude en nieuwe grammatica 🙂 We zijn beide een beetje ouderwets. Maar we gaan zeker kijken naar een middenweg.