Sofie van zeven jaar gaat naar huis, na een knutselmiddag op het buurthuis. Volgende week weer, want dan maakt ze haar winter knutselwerk af. Maar als ze haar jas wilt pakken ziet ze een meisje haar jas pakken. Het meisje bekijkt haar jas en haalt dan de sjaal en muts uit mouw. Weer kijkt het meisje naar de jas. Sofie moet er om lachen als het meisje de jas aandoet en daarna sjaal om en muts op. Het meisje lijkt onwennig in de jas te zitten en bekijkt deze weer. Ze frommelt heen en weer. Als ze naar het meisje loopt is zij bijna al bij de uitgang. Sofie kijkt rond en vindt bij toeval een jas die op haar jas lijkt. Een roze skijas met alleen een muts. Zal deze van het meisje zijn? Snel doet ze deze maar aan, maar niet de muts en worstelt zich door de kinderen naar de uitgang want het is druk. Buiten doet ze jas dicht, deze zit ruim. Sofie kijkt rond en ziet het meisje lopen. Snel rent ze ernaar toe en ze roept zelfs meisje, meisje! Maar het meisje lijkt haar niet te horen door haar dikke warme wollen muts die over de oren zijn getrokken. Conditie heeft Sofie niet en is al snel buitenadem. Ze loopt achter het meisje aan en zal bij haar huis aanspreken. Maar wie is het meisje? Sofie kent haar niet als een meisje uit de buurt en ook niet op school.
Bij een twee-onder-een-kap woning loopt het meisje een oprit op en verdwijnt door een deur in de garage. Sofie denkt om gewoon aan te bellen en alles te vertellen. Maar de avontuurlijke kant spreekt haar ook aan. Rondkijkend loopt ze snel naar de garagedeur. Ze luistert eventjes en opent deze. De deur gaat krakend open. De garage staat vol met fietsen en spullen. Maar is in tweeën gesplitst en aan de achterkant na een gang waar kinderlaarzen, schoenen, jassen en regenspullen hangen staan een wasmachine en droger te draaien. Sofie loopt naar het achterste gedeelte. Het is een soort van bijkeuken met een strijkplank in het midden. Er hangen net gewassen voetbalkleding en andere kleren aan de muur. Een deur naar de tuin en nog een deur. Luisterend hoort ze iemand bezig zijn aan de andere kant. Vast het meisje. Sofie wacht maar wat moet ze anders. Rondkijkend telt ze twee jongens, drie meisjesjas en twee volwassen fietsen. Wat een groot gezin! Maar dan opeens hoort stemmen, een stem van een meisje en ook een vrouw. Vast de moeder. Deze komt dichterbij en Sofie heeft geen tijd om snel we te gaan. Snel trekt ze een doos die onderaan een stellingkast naar voren en gaat er voor in de plaats zitten. Nadat ze de doos voor haar heeft getrokken komt de moeder binnen. Sofie hoopt dat het niet opvalt want er staan meer dozen en spullen voor de stellingkast. De moeder heeft een wasmand in de handen en zet deze neer bij de wasmachine. Ze kijkt rond en richting Sofie. Dan gaat ze alle vuile was sorteren. Sofie probeert zich stilletjes makkelijk te maken maar de ruimte is klein. Na het sorteren ruimt de moeder op. Gelukkig verplaatst ze de doos niet en zet zelfs spullen op de doos en ernaast. Dan een jongentje komt de bijkeuken in en vertelt dat hij buiten gaat spelen.
Minuten lang zit Sofie in haar verstopplek en eindelijk gaat de moeder weg. Sofie moet flink haar best doen om de doos weg te duwen. Luisterend aan de deur hoort ze niemand. Zenuwen schieten door haar lichaam en met trillende handen opent ze deur. Een gang, met links een kantoortje en rechts een muur vol met kinderjassen en er onder schoenen. Snel zoekt Sofie haar jas want ze wilt weg maar deze hangt er niet bij. Warm gekregen van alle spanning doet ze de jas uit en hangt deze op onder een andere jas. De schoenen maar ook uit. Op haar sokken sluipt ze stilletjes verder. Een gang waar de voordeur, wc en trap zich bevindt. De deur naar de woonkamer staat open. Sofie luistert, ze hoort muziek, kinderen en de moeder. Voorzichtig steekt ze haar hoofd door de woonkamer deuringang. Links een woonkamer waar de tv aanstaat en ook muziek klinkt. Rechts een tafel waar kinderen aanzitten. Het is een kippenhok. Sofie ziet haar jas hangen aan een eetkamerstoel. Balen doet ze!
Terug op de gang van de jassen kijkt ze rond. Ze zucht diep want wat nu? Sofie wilde graag weer terug en gewoon dat ze aangebeld had. Maar dan schuivende stoelen. Snel kijkt ze rond en duikt ze wat ze denkt een kast in. Maar het is een meterkast van een nog halve meter diep.Het ruikt er muffig en vies. Sofie laat de deur een stukje open. Ze ziet tweetal meisjes de gang in komen. Ze praten over wat ze gaan doen en trekken hun schoenen en jas aan. Sofie ziet een meisje weer haar jas aandoen. Maar dan kijkt het meisje opeens goed naar de jas. Nu ziet ze pas dat ze een verkeerde jas aanheeft. Het andere meisje begint te lachen erom. De jas wordt snel uitgetrokken en nogmaals bekeken. Maar Sofie haar naam staat er gelukkig niet in. Het meisje zucht diep. De meiden praten over van wie de jas kan zijn maar beide weten het niet. De jas is wel bijna hetzelfde als haar jas. Dan zegt het meisje opeens dat ze maar niets zegt tegen hun moeder en trekt de jas weer aan. Sofie is verbaast erover. Ook Sofie haar sjaal en muts gaan weer op en beide gaan naar buiten. Als Sofie de meterkast uit wil gaan komt net de moeder de gang in. Ze geeft de deur een zet en Sofie krijgt de deur tegen haar neus. Ook weet ze zich maar net op te vangen anders was ze gevallen! Opeens ziet ze deur open gaan want de moeder hoorde een geluid in de meterkast. Dan klinkt er een meisjes stem en moeder doet de deur weer dicht en gaat weg. Later loopt ze heen en weer in de gang en naar de bijkeuken. Maar ook de kinderen. Dan een jongetje die zijn jas hangt aan de meterkast deurhendel. De jongens praten over voetbal. Sofie weet niet hoe laat het is, ze heeft geen telefoon. Haar moeder zal vast nu wel denken waar ze blijft.
Sofie van zeven jaar gaat na een knutsel middag naar huis of Sofie van zeven jaar gaat naar huis, na een knutselmiddag op een buurthuis. Snel doet ze deze maar aan, maar niet de muts en worstelt zich door de kinderen naar de uitgang want het is druk. Zenuw stoten schieten door haar lichaam en met trillende handen opent ze deur. Als Sofie de meterkast uit wil gaan komt de moeder weer aan.
Weer een geweldig verhaal! schrijf/schrijft jij/u telkens met de andere schrijfster om de beurt een alinea?
Hallo 13oldwriter bedankt voor je reacties ook op andere verhalen. Soms doen we inderdaad om ste beurt een alinea schrijven. Maar vaak schrijven we ieder het volgende stuk en maken daarvan een stuk. We hebben bijna dezelfde gedachte ervoor. Zeg maar Sanne anders.