Ik zal ongeveer veertien zijn geweest, toen mijn ouders verhuisden van de Emmastraat naar een nieuwe wijk gelegen in niemandsland, dus nergens, maar naar horen zeggen ver in het zuiden van Vlaardingen.
Het bleek een rottig eind fietsen door een stuk onbegaanbaar gebied en daardoor leek het net of dat je in een andere wereld was beland. Alles was er nog troosteloos kaal. De bestrating hield soms zo maar op en er waren weinig of geen winkels. Wegens de enorme open vlakte had je er op de fiets altijd wind tegen en vele malen kwam ik als een verzopen kat op school of thuis. Maar zoals altijd, wen je aan alles.
Enkele jaren gingen voorbij en in de wijk werd langzamerhand alles groener, de bomen groter
en voller met flats en dure koopwoningen. Ook het door mijn vader ingezaaide gras in onze tuin werd alsmaar hoger en hoger dus moest er een grasmaaier komen.
Nou wil het geval dat mijn vader een zeer vindingrijk man was. Het gras groeide hem letterlijk boven het hoofd en soms ook zijn vindingrijkheid.
Na een paar dagen getimmer, gezaag en gevloek in het berghok, kwam hij luid jubelend de huiskamer in met een heuse, ja uhh, wat stelde het getoonde ding eigenlijk voor? Wij keken elkaar stilzwijgend aan. “Dit is een elektrische grasmaaier,” schreeuwde m’n pa triomfantelijk terwijl hij richting tuin liep. “Ohh,” riepen wij in koor en namen plaats voor het raam dat uitzicht gaf op onze tuin. “Dirk!” riep mijn vader: “Het verlengsnoer graag!” Ik luisterde altijd meteen, anders waren de rapen gaar.
De elektrische grasmaaier was geheel opgebouwd uit materialen die ik meteen herkende. Het onderstel van de poppenwagen van mijn zus, een motor van onze eerste snel-wasser en een propeller uit een ventilator die zomers onze huiskamer koel hield.
Toen de stekker in het stopcontact werd gestoken leek het wel of dat er in de tuin een straaljager opsteeg. Alle buurtbewoners in de buurt stonden binnen een mum van tijd voor hun raam om te kijken wat er aan de hand was.
Met duizelingwekkende snelheid sloeg de propeller het gras tot verse spinazie, wat zich middels het middelpunt der vliedende kracht vasthechtte op zowel mijn vader als ook op onze ramen, de ramen van de buren en die van omliggende wijken! Nou ja, de ramen van de omliggende buurtbewoners.
Wij hebben ons die dag in ieder geval te pletter gelachen en mijn vader, uitvinder als ie was, zei ons toch optimistisch te zijn als hij het één en ander aan die maaier zou wijzigen.
Na deze wijze woorden van mijn vader, heb ik nog diezelfde dag mijn drumstel onder mijn bed verstopt, wie weet wat hij daarvan zou kunnen maken.
DUIM OMHOOG VOOR DIT VERHAAL