naamloos
ik heb
mijn handen
uitgestoken
vingers gespreid
in ultieme vraag
om hulp maar
er is niemand
die vertraagt
even op of
terzijde kijkt
hun blikken zijn
naar binnen gekeerd
het opdringend
bedelen is men
al vele jaren
grondig verleerd
in een maatschappij
met een bezetter
honger lijden
en een niet te
stillen dorst
is het recht
waaraan nog even
niet wordt getornd
handen hangen
zijn er niet meer bij
hun greep op leven
gaat nu naamloos
aan hen voorbij tot
de dood hen scheidt
wil melker
09/11/2024