gerede tuchtigheid
haar kasten spraken
gaven geen toegang
tot gaten en rafels
gezwindheid was
haar beweegpatroon
voor de wind
was alles schoon
zij heerste met
gerede tuchtigheid
die oneerlijk vermeed
het harde werken
deed haar goed
als alles blonk
dan hoorde je
haar schommelstoel
zijn melodieen weven
en een tevreden
lach kreeg in
lieve trek weer
een jeugdig leven
als zij zacht
weg gleed naar
het verre land
waar alle werk nog
gebeurde met de hand
ook de corrigerende
tik werd maar zelden
gebruikt want vaak
kregen beiden daarvan
begrijpelijke spijt
wil melker
18/11/2/024