Julllie die je graag rijk rekenen,
met alles wat de aarde biedt.
Jullie die menen te kunnen nemen,
van die rijkdom.
Jullie die wreed en harteloos omgaan,
met de natuurljke rijkdom van deze wereld.
Denken jullie nou echt dat het julie goed recht is,
om rucksichtloss te kunnen nemen van wat er voor handen is?
Wanneer gaan jullie eens iets teruggeven,
na alle roofbouw?
Wanneer gaan jullie eens beseffen,
dat deze aarde er voor iedereen is?
Ook voor de planten en dieren,
die een natuurlijke omgeving nodig hebben?
Jullie kappen veel,
jullie willen veel.
Maar het is de aarde zelf die julkie daarin voorziet,
en als jullie roofbouw blijven plegen.
Plegen jullie verraad aan de aarde en jezelf,
en zijn jullie degenen die de klappen zullen krijgen.
De aarde kan zonder jullie,
maar jullie hebben de aarde nodig.
Zonder een levende aarde,
met al zijn natuurlijke rijkdommen.
Zijn jullie dagen geteld,
en jullie levens waardeloos.
Ja de aarde kan wel zonder mensen,
maar mensen hebben een levende aarde nodig.
Dus wat is jullie die levende aarde waard,
jullie wiens leven afhangt van haar natuurlijke rijkdommen?
Houden jullie daar ook rekening mee,
wanneer jullie roofbouw plegen?
Want de aarde die zo wordt behandeld,
zal onvermijdelijk jullie einde worden.
En al je geld en macht zal je niet helpen,
dat zal dan de prijs zijn die jullie gaan betalen.
En de prijs zal jullie levens zijn,
want de levende aarde werd door jullie omgebracht.
En niet de aarde maar de mensheid,
zal daaraan ten onder gaan.
Want zonder jullie zal de aarde weer verder kunnen,
en jullie zullen niets anders zijn als een echo van het verleden.
Jullie hebben een kans om in harmonie met de aarde te leven,
of de aarde zo te behandelen, dat ze jullie uitkotst.
Denk daar eens over na,
met je illusies van financieel gewin en macht.
Want de aarde heeft de macht om jullie bestaan,
tot een einde te brengen.
Maar als jullie zelf de levende aarde kapot maken,
tekenen jullie je eigen doodvonnis.
Dus denk na over hoe je deze aarde behandelt,
want jullie levens zouden er wel eens van kunnen afhangen.
B.R. ’15