Vervolg van: Sjoemelzaad (6/7) Het zwarte gat
Vragen naar aanleiding van de samenvatting staan mogelijk beantwoord in het eerder gepubliceerde “Een kort verhaal lang verteld”.
De twee vorige delen gingen als een nachtkaars uit. Vergelijkbaar met de raadselachtige verdwijning van een aangifte tegen mij. Oorsprong van alle heisa: in oude publicaties beschreef ik twee zwangzuchtige lesbische dames, die een onnozele zaaddonor Ben een poot uitdraaiden. Die openbaringen zouden funest zijn voor hun kinderen. Daardoor konden ze hun wortels ontdekken. Bah! Mijn beschrijving van luizige rotstreken klopt natuurlijk niet; puur smaad en laster van mij. Toch is men er nooit in geslaagd er een speld tussen te steken. De aangifte in 2012 is dus een wanhoopsdaad.
Aan de objectiviteit van het onderzoek kan je sterk twijfelen. Het werd uitgevoerd door een humorbeperkte rechercheur van politie, Jostie Flessentamboer, die al in een eerste telefoongesprek vooruit wist dat ik schuldig was. Helemaal linke soep was de langtenige klageres, ene Rietje Buigsaem. Zij had twee petten op: die van gekwetst slachtoffer en aller-, aller-, allerhoogstwaarschijnlijk die van (Hulp)officier van Justitie. Dit crime fighters team zelf was dus partij. En een koppeltje… (Nu ligt de volgende aanklacht vast al klaar).
Privé en professioneel liepen door elkaar. Beide functionarissen leken een privé-klusje in de baas zijn tijd te doen. De gewone burger krijgt dat niet voor elkaar, maar in de juiste positie binnen Justitie kan je de meest bizarre beschuldigingen justitieel verpakt en feitenvrij doen. Dat vanwege de gemakkelijke toegang tot juridische middelen. Zo intimideerde die politieman vriendelijk door te dreigen met maatregelen.
Hij schuwde niet om (onwettig) censuur op te leggen. Omdat de vrijheid van meningsuiting een van de pijlers van de Grondwet is, werd zo de bodem uit die aangifte geslagen. Jostie en Rietje liepen het risico om zelf in het beklaagdenbankje terecht te komen. Uit eigenbelang moesten ze daarom de procedure stopzetten. Mijn dossier werd moeiteloos verdoezeld. Kwestie van de “del”-toets indrukken. Vervolgens werd mij op de mouw gespeld, dat “vanwege andere prioriteiten” mijn misdaad eventjes op een zijspoor moest. “Eventjes” werd dus twaalf en een half jaar. Ben ik dan even lang als verdachte geregistreerd? Een advocaat heeft in januari 2025 nog een rondgang gemaakt door de administratieve krochten van het justitieel apparaat. Nergens bleek de aangifte tegen mij terugvindbaar.
Opmerkelijk is, dat er 25 februari 2025 een aandachttrekkend opiniestuk in De Telegraaf verscheen. De hoofdofficier van justitie, de president van de rechtbank Amsterdam en de deken van de orde van advocaten schrijven dat ze zich ernstige zorgen maken over de rechtsstaat. In een televisie praatprogramma benadrukte de hoofdofficier nog, dat de rechtsstaat het belang van ons, burgers, dient.
Toevallig ken ik een raar gevalletje rotzooien in de rechtsstaat… Zie: “Een kort verhaal lang verteld”.