Vervolg van: Sjoemelzaad (5/7) Een raadselachtige verdwijning
In het vorige deel buitelden zogenaamde prioriteiten over elkaar heen. Die voorkwamen dat de tegen mij ingediende aangifte zou worden afgewikkeld. Immers, die aangifte keerde zich tegen de geschrokken klagers toen zij de Grondwet schonden. Gewoon laten verdwijnen is de oplossing. Maar hoe? Wel, noem het vooral raadselachtig.
Na twaalf-en-een-half jaar wachten heeft mijn toenmalige advocaat gecheckt waar die uitblijvende aangifte uithangt. Tevergeefs werd in de administratieve spelonken van de Rechtbank van Amsterdam gezocht. De aangifte blijkt bijvoorbeeld bij de strafgriffie en overal elders onvindbaar. Hij staat ook nergens “op de rol”. Vier scenario’s:
1. Een kijkje in het opsporingsapparaat van de Amsterdamse politie leerde dit: een medewerkster van het advocatenkantoor dat mij bijstond en ik hebben beiden navraag gedaan op het bewuste politiebureau. Een vriendelijke rechercheur Samy vertelde ons frank en vrij hoe het er aan toeging. Er werd nauwkeurig bijgehouden door wie in welke verhoorkamer, op welke datum en op welk tijdstip welke verdachte zou worden verhoord. Het was Samy opgevallen, dat Jostie een ongewone interesse in mij aan de dag legde.
Iedere politieman moest namelijk van Jostie bij mijn zaak wegblijven. Dat betekent dat elke mutatie van gegevens alleen door hem kan zijn veroorzaakt. Zie onderstaande methoden. Ach… ook weer niet zo bijzonder bij de overheid. Fotomateriaal uit Srebrenica raakte zoek bij het Ministerie van Defensie (1995). Een bonnetje van zeker Euro 4,7 miljoen verdween bij het Ministerie van van Justitie (2015). Dat kostte minister Opstelten en staatssecretaris Teeven de kop.
2. Mijn 16-jarige buurjongen, die mij bij rampspoed met de computer wel eens te hulp schiet, had nog een plausibele verklaring. Zijn ouders zien op zijn computer louter en alleen stichtelijk ogende bestanden zoals het mapje “Gregoriaanse Gezangen”. In werkelijkheid is dit een versleuteld bestand met een pornado aan spannende rode oortjes video’s. Met zulke “mimicry” kan mijn aangifte onvindbaar zijn gemaakt. Daarna is meer computerkennis dan indrukken van de “Del”-toets niet vereist.
3. Na kantoortijd merkte een schoonmaker op het politiebureau, dat Josties computer niet was afgesloten. Hij is een Whizzkid die met poetsen in de avonduren wat bijverdient. Binnen een mum van tijd zit hij in het systeem en dan maar leeg trekken die hap. Een rondslingerend snippertje papier met een erop genoteerd wachtwoord helpt. Die situatie is reëel als ik denk aan de torenhoge telefoonrekeningen op een kantoor. Langdurige intercontinentale telefoongesprekken in de avond gingen daaraan vooraf.
4. Ik houd het erop, dat er sprake was van een astronomische gebeurtenis: het opslokken in een zwart gat. In dat bewuste jaar 2012 rapporteerden astronomen over een ongewoon grote massa van 17 miljard zonsmassa van een enorm zwaar zwart gat. Dat bevond zich – zoals u natuurlijk weet – in het sterrenstelsel NGC 1277.
Iedereen begrijpt, dat je daar niet je autosleutels in moet laten vallen. Stoethaspelende Jostie en/of Rietje zie ik in staat om met die aanklacht veel te dicht bij dat zwarte gat te zijn gekomen. Onwaarschijnlijk? Net zo (on)waarschijnlijk als die aanklacht zelf.
Vervolg: Sjoemelzaad (7/7) Samenvatting