Het nadeel van mijn opleiding is dat vrijwel iedereen die er rondloopt in de hulpverleningsbubbel zit. Ofwel omdat ze als student leren om maatschappelijke werker, jeugdhulpverlener, coach of psycholoog te worden ofwel omdat ze als docent in een hulpverlenende rol actief zijn of zijn geweest. In ieder geval leiden ze allemaal aan een ziekte die ik zou omschrijven als ‘het syndroom van psychologisering en zelfontwikkeling. Een kwaal die maakt dat iedereen om mij heen voortdurend aan zich zelf aan het werken is. Iedere student hier lijkt de tijd te hebben grondige na te denken over de onderliggende stoornissen, patronen of herinneringen van hun eigen gedrag en schijnt te beschikken over een onuitputbare energie om deze te bespreken en via allerlei zelf hulpmethoden om te buigen naar positieve gewoonten. Op zich is er niks mis met streven naar enig zelf inzicht of het af leren van gewoonten die je in de weg zitten. Ik ben de laatste die zal stellen dat een mens perfect kan zijn en dat er niet aan ieder van ons nog iets grondig verbeterd kan worden. En al heb ik niet zo’n hoge dunk van de mensheid dat ik er van uit ga dat wij over het vermogen beschikken onszelf volledig te vormen naar de persoon die wij zouden willen zijn ben ik er van overtuigt dat wij een zekere vrijheid hebben die ons in staat stelt te groeien. Het is vooral het fanantisme waarmee mijn omgeving zich op zelfontwikkeling stort dat me stoort. Het lijkt zo wat de zin van het leven te zijn geworden alsof je als persoon pas meetelt wanneer je laat zien dat je een voortdurend positieve groei doormaakt. De mensen die stil staan, die soms uitglijden en stappen terug doen, waar is dan hun plaats? Tellen zijn nog mee? Ik ga er namelijk van uit dat dat het grootste deel van de mensheid is, zo niet de gehele. En wanneer is het dan genoeg? Kunnen we niet een keer ergens zeggen. “Oké, ik ben niet perfect, ik heb mijn onmogelijkheden en dat is oké. Het is geen vereiste dat ik elk seconden gefocust ben op het met de bleek van een zelfhulpmethode weg poetsen van mijn negatieve punten. Maar de zelfontwikkelingshype onder mijn mede studenten is niet grootste probleem. Dat zijn namelijk de docenten die er van uit lijken te gaan dat zij het slepende proces van zelfontwikkeling geheel hebben doorlopen. Zij hebben volledig leren omgaan met hun zwakke punten. Daarmee bedoelen ze niet dat zij zich neer hebben gelegd bij hun zwakke kanten, maar dat zij deze hebben leren controleren. Wat ik een volstrekt idiote uitspraak vind, want zeggen dat je je zwaktes onder controle hebt is hetzelfde als zeggen dat ze niet bestaan. Iemand die meent als zijn slechte kanten volledig te kunnen reguleren zodat hij er geen last van heeft zegt in wezen dat zijn slechte kanten niet meer bestaan. Hij is een perfect en ongenaakbaar persoon geworden. Dat is ook precies hoe de meeste docenten zich opstellen. Dat zij zichzelf perfect achtte merk je met name als er zaken mis gaan en zij daar op aan gesproken worden of als hun gedrag andere gekwetst heeft. In zo’n geval tonen zij namelijk niet datgene waar zij zich, als je naar studenten kijkt, hun gehele studietijd mee bezig zouden hebben gehouden namelijk zelfinzicht. Wat ze wel tonen zijn hun psychologische kwaliteiten, of liever gezegd die strooien ze op zulke momenten vrijelijk in het rond. Hun psychologische kennis en hulpverleningservaring maakt hen namelijk de aangewezen persoon om degene die hen ergens op aanspreekt inzichten te verschaffen over het waarom hij zich zo door hun gedrag geraakt weet. De oorzaak ligt bij de ander bij zijn oude pijn, onzekerheid en onvermogen, niet bij hun gedrag. Ze stellen zich buitengewoon steunend op en willen de ander ruimschoots voorzien van inzichten en adviezen om zaken te verwerken zodat deze in de toekomst minder last zal hebben van hun gedrag. Inzicht in hun eigen rol of een erkenning van hun eigen fouten is er echter nooit. Docenten aan sociale opleidingen zijn dan in veel gevallen ook types die je beter kan mijden. Wie je nog meer moet mijden zijn die docenten die de onnoembare neiging hebben om bij alles wat je zegt of doet ongevraagd de weg van psychologisering en zelfontwikkeling in te slaan. Die je bij alles bevragen over waar dingen vandaan komen of je wijzen op het feit dat zij hier toch duidelijk een punt uit halen dat je zou moeten verbeteren. Dit is de omgeving waarin ik me ruim twee en een half jaar heb opgehouden en me geoefend heb in de kunst om de meeste boodschappen na binnenkomst in het ene oor zo snel mogelijk er aan de andere kant weer uit te laten verdwijnen. Een groot deel van de gesprekken in die tijd heb ik gevoerd terwijl mijn hoofd mentaal een vakantie tripje maakte naar mijn vele dagdromen, grote levensvragen of naar de wat minder zonnige bestemmingen van mijn piekergedachte of mijn interne to-do lijstjes.
Er kwam echter een moment waarop dat niet langer lukte.