Oostkapelle, Zeeland
Het huisje van Andrea hangt scheefgezakt aan de dijk, resultaat van een jarenlang gebrek aan onderhoud. Er groeien planten in de goot, de luiken hangen scheef in de hengsels. Hier ontbeert duidelijk een man met twee rechterhanden. Toch woont Andrea hier nog steeds, geheel op zichzelf, waar zij met veel liefde haar tuintje verzorgt en weemoedig terugdenkt aan de betere tijden toen zij haar liefde kon delen met Harry en later met Rosalie. Zoete herinneringen zijn het, aan het bij elkaar horen onder de Afrikaanse en Italiaanse zon. Hoe anders is het leven nu, in deze eindeloze leegte van het vlakke land, dat vanachter dik bedruppelde ramen haar werkelijkheid vervormt, maar beelden uit het verleden niet los kan laten.
Andrea zit echter niet bij de pakken neer, zoals zij dat nooit gedaan heeft, noch in de hitte van Afrika, noch in crisistijden van haar relaties. Andrea wil nogmaals opnieuw beginnen, Andrea gaat op speeddate! Een ultieme poging die moed en vastberadenheid van haar zal vragen, en bereidheid om alles op het spel te zetten, zelfs als de kans op succes erg klein is. Ze hunkert naar gezelschap, die de eenzaamheid verdrijft, die deelt in haar vreugde en verdriet en die samen met haar de glibberige weg van het ouder worden wil bewandelen. Ondanks het lood in haar schoenen zal zij daadkracht tonen en niets aan het toeval overlaten. Ze zal niet overvragen, een eventuele rugzak mee helpen dragen en al tevreden zijn met één rechter hand. Andrea zal zich grondig voorbereiden, alle mogelijke scenario’s de revue laten passeren en alle details overdenken.
Er ligt dus een uitdaging voor haar. Mentaal en fysiek moet zij daar klaar voor zijn, haar beschadigd innerlijk weten te verbergen, haar kwetsbare binnenkant verhullen die te vaak en te hard geraakt werd. Met een harde buitenkant, dat wel, want ijs dient eerst gebroken te worden. Een mooie , ietwat chique jurk in een niet te opvallende kleur, keurig gekapte haren en perfect gestifte lippen. Noem het opgedirkt zijn, maar zij zal daardoor zelfvertrouwen uitstralen en recht op haar doel afgaan.
Vrouwenpolder, zaal ‘Concordia’
Andrea laat zich brengen met een taxi, bestemming zaal ‘Concordia’ in Vrouwenpolder, slechts een steenworp verwijderd van haar huisje aan de dijk. De keuze voor deze locatie was eigenlijk geen keuze, het was de enige gelegenheid in de wijde omtrek om als alleenstaande een potentiële partner te leren kennen. Zaal ‘Concordia’ is bekend bij Andrea, van toen zij nog op een blauwe maandag saxofoon speelde in de gelijknamige harmonie. Het instrument dat zij noodgedwongen aan de wilgen heeft moeten hangen vanwege een hardnekkig terugkerende koortslip. Omdat de locatie een belangrijke rol speelt bij het bepalen van de sfeer en het mogelijk succes van de speeddate, deed het vooruitzicht van het evenement in zaal ‘Concordia’ het ergste vrezen: Verschoten gordijnen die slordig hangen voor ongewassen ramen, alsof mist als een grauwsluier het Zeeuwse land optrekt. Muren van groezelig stucwerk en een vlekkerige vloer van waaruit de lucht van verschraald bier opstijgt. De tafeltjes voor de kandidaten staan keurig in rijen opgesteld, maar ontberen elke franje: geen kleedjes, geen bloemetje… En dan de voor iedereen zichtbare en onverbiddelijke klok die de tijd zal vermalen in afgepaste stukjes gedwongen samenzijn. ’n Minuut of 5, langer heb je niet nodig om te voelen of er een ‘klik’ is. Andrea vraagt, Andrea antwoordt, probeert pijnlijke stiltes te vermijden en schuift door naar het volgende tafeltje wanneer de klok dat vraagt, de speeddate matchkaart stevig omklemt in de rechterhand. Een nieuwe kandidaat, en natuurlijk stelt zij dapper weer de openingsvraag: ‘Waar ben je naar op zoek?’ Twijfel klinkt door in haar stem, zij was toch zoekende? Maar dit moet, zij moet meteen het kaf van het koren scheiden, niet het risico lopen met een match te zitten die heel iets anders wil dan zij. ‘Waar wil je de komende vijf jaar wonen?’ In gedachten ziet Andrea haar huis met een bord ‘Te Koop’ in de tuin. Dat nooit, het zal voor haar onbespreekbaar zijn om dat plekje aan de dijk te moeten verlaten omwille van een nieuwe relatie. Ze tekent een min op het formulier wanneer de klok aftelt naar ‘0’ en schuift door. ‘Wat zijn je hobby’s?’ Andrea zoekt een paar werkmanshanden die haar kunnen helpen haar huisje op te knappen en met welke zij bereid is een zelf getimmerd bed te delen.
Sneller dan verwacht eindigt de laatste ronde en dienen de matchkaarten ingeleverd te worden. Die van Andrea bevatten vele minnen en slechts een enkel plusje. Het lange wachten gaat nu beginnen. Rolt er een match uit waarmee zij officieel kan gaan daten? Na een etmaal van hoop en vertwijfeling is daar eindelijk het verlossende bericht: Er is een match, en nog wel met naam en e-mailadres, Johan, komt uit Vlissingen meent Andrea zich te herinneren. De weg naar een nieuwe afspraak ligt open.
Johan
De nadere kennismaking met Johan liep uit op een bittere teleurstelling. Na wat aftasten en onschuldige oppervlakkigheden nam de realiteit rondom Johan een radicale afslag. De objectieve waarheid over deze energieke, sportieve, maar ook agressieve en autoritaire man was ontoegankelijk voor haar, al probeerde zij hem vanuit zijn perspectief nog te begrijpen. Ze zocht naar antwoorden op vragen als: ‘Wat is geluk? Wat betekent familie voor je? En of je ooit door risico’s te nemen je geleefde leven beet kunt grijpen?’ Johan deed er voornamelijk het zwijgen toe, gumde zichzelf daarmee langzaam uit. Ieder koos weer zijn eigen weg. Johan bleef vastzitten in de grijsheid van havenstad Vlissingen, Andrea ging terug naar de eenzaamheid van het vlakke land. Beschadigd maar niet gebroken, met voldoende levenskracht om in haar tuintje bloembollen te planten voor het volgende voorjaar…