Altijd zich overal mee bemoeien. Ook zo onhebbelijk: steeds na gebruik van het kooktoestel de hoofdkraan van het gas uitdraaien… Of wat te denken van brandende kaarsen uit de vensterbank weghalen, die naar de mening van meneer te dicht bij een gordijn stonden .Soms betrof zijn bemoeizucht iets heel persoonlijks: zo had de huisarts Mien zetpillen voorgeschreven. Volgens Guus gebruikte Mien het medicijn niet goed. Zij slikte zo’n kogelvormige joekel namelijk in met een slok water. Guus vond dat ze dat niet goed deed. Die knoepert moest ergens anders erin. Miens vingers ondernamen ter plekke een zoektocht met die zetpil, die uiteindelijk zijn weg vond in de crypten van haar onderlichaam. Oorden waar Guus angstvallig uit wegbleef. Maar weer had Guus wat aan te merken: zij moest de zetpil eerst uit dat plastic hoesje halen voordat ze het medicament in haar endeldarm schoof. Wat een zeurpiet…
Mien hield zich nog in, want ze kon een boekje open doen over de bemoeizucht van Guus. Omdat hij nu toevallig van de rechter het co-ouderschap had toegewezen gekregen was dat nog geen reden om zich in de opvoeding van Pien te mengen. Mien kon het prima alleen af en zo had ze het liever ook. Voor haar was het zo klaar als een klontje. Zij had het kind, Guus had haar bankrekeningnummer. Zij zorgde voor de uitgaven, Guus zorgde voor het vullen van haar bankrekeningnummer. Het gezinsleven kan zo eenvoudig zijn met een juiste taakverdeling.
Hoe eigengereide Guus erin slaagde om er een geweldige rotzooi van te maken wordt geïllustreerd met de voorbeelden in „Te kritisch 3”