Voel jij je echt verbonden met je ouders? Met je vrienden, je collega’s of gewoon naaste mensen. Ik vraag niet of je ze lief hebt. Dat je van ze houdt. Ik vraag of je je verbonden met ze voelt. Ik hoop van wel. Ik kan hier wel een heel stuk gaan typen over hoe het voelt om verbonden met iemand te zijn maar eerlijk gezegd weet ik niet hoe dat voelt, hoe dat is. Ik weet wel dat het iets anders is dan liefhebben. Het gaat verder dan dat. Zodra je het hebt, weet je het. Bij verbintenis met elkaar hoef je het niet perse allemaal te weten. Dat voel je.
Laatst vroeg iemand mij of ik vriendinnen had, ik beantwoorde de vraag met een magere ja. Ik schaam mij ervoor dat ik niet heel veel vrienden of vriendinnen heb. Ik ben er namelijk van overtuigd dat ik niet een vriendschap of relatie met iemand kan behouden langer dan een jaar. Ik word onuitstaanbaar of schrik mensen af. Sommige mensen zijn heel dichtbij gekomen en sommigen kwamen nog niet eens in de buurt met een stok van 5 meter. Ik heb een vriendin die ik al 7/8 jaar ken maar waar ik eerlijk gezegd nog amper mee spreek. Ik wil niet zeggen dat wij uit elkaar zijn gegroeid, want ze zou een van de weinige of misschien wel enige persoon kunnen zijn waar ik mij nog een beetje verbonden mee voel.
Om eerlijk te zijn voel ik mij met niemand verbonden. Niet op een andere manier. Een veilige manier. Dit heb ik wel meerdere malen tegen Muriel uitgesproken. Dat het altijd voelde alsof er geen mensen voor mij zijn. Dat het leven voor mij is voorbestemd om alleen te zijn en alleen te doen. Ik heb dat voor een heel groot gedeelte kunnen accepteren maar wanneer ik mensen bij elkaar zie voel ik toch een enorme steek van jaloezie. Want als niet iemand hebt waar je je een beetje verbonden meevoelt kan dat snel omslaan naar eenzaamheid. Begrijp mij niet verkeerd. De vriendinnen die ik heb zijn heel lief. Maar ik voel mij nooit mijzelf als ik mij ze ben. Alsof ik elke keer een andere ik ben. Het is verwarrend en moeilijk. Ik weet niet of zielsverwanten of verbintenis met een ander bestaat. Misschien wel, misschien niet. Waarschijnlijk niet voor mij. Hoge verwachtingen leiden tot teleurstellingen. Alles om dat te mijden.
Het is nu al een tijdje geleden dat ik dit schreef en ik heb er lang over na kunnen denken. Misschien ben ik een beetje te kortzichtig geweest. Misschien is het woord ervoor niet eens kortzichtig maar onwetend. Je hoeft je niet alleen verbonden te voelen met mensen. Sommige mensen hebben dit meer bij dieren of bij de natuur. Een collectie waar diegene heel erg trots op is en bijna compleet heeft.
Wanneer ik in een dal zit vergeet ik altijd de kleine dingen. De onbenullige kleine dingen. Ik denk te groot en zet de lat te hoog. Ik word er namelijk wel heel gelukkig van wanneer een hond naar mij kijkt of wanneer een kat langs mijn been loopt. Ik word blij als de zon heel erg fel in mijn gezicht schijnt. Wanneer het zo fel is dat je wel moet wegkijken maar waardoor je dan het in je rug voelt. Ik word toch stiekem heel erg blij wanneer ik mijn kleine broertje zie en wanneer hij mij de meest belachelijke bijnamen noemt. Denk aan balhaar, dikkie en loser. Keep in mind, Melle is nog maar 12.
Wat ik hiermee probeer te vertellen is dat verbondenheid in zoveel meer dingen zit. Het hoeft niet een mens of een levend ding te zijn. Ik heb een neef van 22 die Asperge heeft en nog steeds gelukkig wordt van Lego. Hij mij met alle trots zijn nieuwe bouwwerken laat zien en verteld dat 2230 stukjes hem maar 2 uren van zijn leven kost om in elkaar te knutselen. Ik heb een oom die dol is op fietsen en eindelijk zijn nieuwe vriendin heeft overgehaald om een fiets te kopen. Daarin kun je ook verbonden zijn, met elkaar of gewoon met jezelf. Vergelijken doe ik hier niet. Dit is puur om aan te tonen hoe verbintenis ook kan zijn.
Ik leg veel druk op de verwachtenis van het leven en volwassenheid. Maar vooral ook op mezelf. Ik ben maar 20 jaar en ik kan niet geloven dat de wereld net voor mij open gaat. Omdat het niet zo voelt. Het geeft niets dat ik mij nu niet verbonden voel met mensen omdat ik dat gevoel waarschijnlijk nog veel vaker in het leven ga krijgen en dat is niet erg. Dat is onvermijdelijk en zodra ik dat kan accepteren, ook verdraagbaar.