Na vakantiewerk gedaan te hebben, maakte ik met vriend Pierre in de zomer een fietstocht van drie weken naar Parijs. We waren zwaar beladen met bagage en reden op standaardfietsen, hij al bij het vertrek op slechte banden. Onderweg maakten we van alles mee: echt kampeerleven op campings, het leukste met jongelui in Luxemburg-stad, heel slecht weer met een onweersbui die ons uit elkaar dreef en waarbij we elkaar in Meaux weer terugvonden, in Parijs een avond in het frans praten bij een journalist thuis, angst in het Bois de Boulogne, een terugtocht vol ongemakken en emoties. Ik las in het frans Bonjour Tristesse. Toen ik thuiskwam zei mijn moeder: het lijkt wel of je uit Auschwitz komt, zo vermagerd zag ik er uit. Maar ik kan me er nog elke etappe van herinneren. Parijs was in de De Gaulle-tijd nog altijd aan het herstellen van de 2e WO. De Algerijnse Opstand duurde voort. Het was wel een paradijs voor kunstenaars, intellectuelen en amerikanen.
@ Hoe heeft deze reis doorgewerkt in jouw leven?
TB: Vriendschap werd het alternatief voor het gezinsleven. Mijn voorliefde voor Frankrijk, haar geschiedenis en cultuur. Ik ben meer dan 10x in Parijs geweest. Ik houd van de franse impressionisten en de Parijs-schilder Jean Beraud, van de schrijvers Gustave Flaubert en Marcel Proust en dichter Baudelaire, van de chansons en films. Het is het meest interessante land dat ik ken, hoewel Italië wellicht nog meer te bieden heeft. Maar ik ben daar minder geweest.
Ik was lang liefhebber van de Nouvelle Vague-films. Boeiende zwart-wit films. Ik herinner met Le Trou, 8 ½, Les quatre cent coups/400 slagen, L’armee des ombres. En in het byzonder Een speciale vriendschap. Favoriete filmacteurs/- actrices als Jean Gabin, Yves Montand, Simone Signoret, Jeanne Moreau.
@ Zijn er nog byzonderheden te vermelden van die fietstocht?
Als 17-jarige was het mijn eerste zelfstandige reis. Ik had fl 120,- verdiend met het bezorgen van kranten en als zaterdaghulp en daarvan moest ik 3 weken in leven blijven. Stel dat de 21 overnachtingen op een camping toen x fl 5,- = fl 105,- : 2 = fl 52,50 p.p. kostten, dan bleef er nog maar fl 67,50 over voor eten & drinken, ongeveer drie gulden per dag p.p. Ik weet nog dat we vaak alleen maar stokbrood aten met paté of jam. En we maakten op een primus soep.
Onderweg plukten we in Noord-Frankrijk fruit uit boomgaarden. We verzamelden koekjes die bij koffiekopjes waren achtergebleven op terrassen. Ik weet nog dat m’n vriend op de terugweg bij Noyon z’n volkomen versleten buitenband moest laten vervangen. We vroegen er één van een oude fiets, maar moesten wel betalen.
We sliepen minstens één keer gratis in een bos bij Maubeuge en we reden op 15 augustus 1962 met alleen wat stokbrood in de maag dwars door België naar Baarle-Nassau en kochten daar van de laatste centen een patatje. We moesten een dag later naar Amsterdam. Geen wonder dat mijn moeder mij bij aankomst verwelkomde met: het lijkt wel of je uit Auschwitz komt.