Ik heb meer dan genoeg mensen pijn gedaan dus dit verhaal, mijn verhaal, wil ik schrijven om mensen te helpen.
Hoe de mensen om mij heen worden omschreven is volgens de werkelijkheid, maar wel volgens mijn werkelijkheid. Ik kan dit verhaal, mijn verhaal, niet vertellen zonder aan te geven dat er aan alle verhalen twee kanten zitten en dat een ieders werkelijkheid altijd gekleurd wordt door zijn eigen gevoelens, gedachten en ervaringen. Dat ik situaties op een manier heb ervaren waar andere personen zich misschien niet in kunnen vinden of in kunnen herkennen, maakt mijn verhaal niet minder waar.
Toen ik halverwege november door de politie werd overgebracht naar het huis van bewaring was ik nog maar een schim van wie ik ooit geweest was. Van de buitenkant zag ik er volgens mij gewoon normaal uit, redelijk gemiddeld. Haren op schouderlengte, iets wat aan de stevige kant en een handje vol littekens. Toen ik nog een klein meisje was heb ik twee littekens opgelopen tijdens het spelen en die waren nog steeds zichtbaar. In mijn puberteit heb ik daar nog een paar littekens bij gekregen. Niet door te spelen maar door mezelf met een kapot gemaakt scheermesje te snijden. Weinig mensen wisten ervan en het was ook niet iets wat ik met andere wilde delen. Wat dat betreft wilde ik zo ie zo weinig met anderen delen. Ik had al jong geleerd dat ik mijn eigen problemen moest oplossen. Op de basisschool ging dat over me anders dan andere voelen, het ervaren van eenzaamheid, maar ook wanneer kinderen gemeen waren of wanneer ik gewoon verdrietig was. Huilen deed je niet, het lost immers niets op, het verandert niets.
Vlak voordat ik naar de middelbare school ging werd ik, terwijl ik alleen in huis was, bezocht door X. Hij had aardig wat gedronken en ik vond hem vervelend. Ik vond hem altijd al vervelend, maar als hij onder invloed was dan was het nog erger. Hij kwam denk ik niet voor mij maar toen hij erachter kwam dat ik alleen was bleef hij wel voor mij. Die avond was de eerste keer, maar niet de laatste keer. Ik besloot mijn mond te houden. Een keuze die ik toen met geen mogelijkheid anders kon maken, ik zat compleet vast in mezelf. Mijn hoofd liep over van de carrousel aan gedachten die maar bleven rond spoken, van alle woorden die ik wilde delen, van alle acties die ik moest ondernemen. Ik moest spugen en schreeuwen en krijsen. Er moest zoveel tegelijk uit mij, dat er helemaal niets meer uit kon. Ik zat verstopt. Ik zat verstopt en wist niet hoe ik dat moest oplossen dus deed ik wat ik wel kon. Schrobben onder de douch en mezelf verstoppen onder de dekens van mijn bed.
De maanden die volgde waren op zijn zachts gezegd verschrikkelijk. Mijn ‘interne ik’ liep over van alles wat ik dacht en voelde en ik raakte helemaal de weg kwijt. Ik voelde mezelf als het ware steeds verder naar beneden glijden maar was gewoon niet in staat om het te stoppen.
Ik kreeg last van acting out gedrag, maar dan wel vooral thuis. Op school had ik altijd een glimlach. Mensen zagen mij als een beetje vreemd meisje, apart. Ik droeg zwarte kleding en zwarte make-up. Het handjevol mensen waar ik in de pauze meestal bij terug te vinden was, waren de alternatievelingen van de school, twee klassen hoger dan ik. Ik was stil in de klas en deed wat er van mij verwacht werd.
ik was zo’n meisje waar je een heel jaar naast kon zitten en waarover je dan aan het einde van het jaar nog niets kon vertellen. iemand heeft wel eens gezegd dat ik als de mona lisa was, altijd glimlachend te zien, maar wat er achter de glimlach nu echt zat……dat bleef een mysterie.
Thuis maakte ik continu ruzie met mijn moeder, ik kreeg straf op straf op straf, en als ik geen zin meer had om me daar aan te houden dan deed ik dat niet.
Ik ontdekte dat jezelf snijden aan scheermes rust bracht in de chaos van gedachten en emoties. Het ging mij niet zozeer om het ‘snijden’ maar om het bloeden. Het zien en voelen van mijn bloed bracht me rust en stilte. De eerste keer ging per ongeluk aan het scheermes. Alle keren daarna gingen opzettelijk.
Het is niet iets geweest wat ik veel deed of heel heftig deed. Het was genoeg om mezelf op mijn allerergste momenten weer onder controle te krijgen. Op die momenten dat ik letterlijk met mijn handen in mijn haar, al hyperventilerend rondjes ijsbeerde in het midden van mijn kleine slaapkamer, ik had zoveel emotionele pijn dat ik op die momenten de pijn letterlijk kon voelen. Mijn hele borstkas voelde samengeperst en pijnlijk, de knoop in mijn buik voelde als een steen groter dan ik en met scherpe randjes die bij elke beweging intense pijn veroorzaakte. Op die momenten dat ik tijdens dit alles alleen nog maar kon denken, ik kan dit niet ik kan dit niet, ik kan dit niet, op die momenten hielp het om mezelf fysiek pijn te doen, het gaf me controle terug en daarmee ook rust. Het is ook een aantal keren voorgekomen dat ik op zo’n moment van gekkigheid niet alleen maar dacht ‘ik kan dit niet’, maar ‘ik moet hier weg’. Op die momenten had ik maar 1 optie, letterlijk weglopen, om vervolgens uren later mezelf weer onder controle te hebben en niet meer naar huis te durven. Op die momenten fantaseerde ik veel. Ik had fantaseerde over een moeder die, zodra ik thuis was, haar armen om mij heen sloeg en me gewoon vasthield, een moeder die tegen me zou zeggen ‘ik weet niet wat er is meissie, maar ik hou je vast en ik help je, het gaat goed komen. Soms zou mijn moeder naar me toe komen en terwijl ik me duizendmaal verontschuldigde zou zij, heel filmisch, zeggen dat ze allang blij was dat ik weer veilig thuis was en dat wat het ook was, we zouden er samen wel uit komen.
De werkelijkheid was dat ik niet naar huis durfde te gaan, ik bleef dus net zo lang rondzwerven tot ik door een agent werd gezien, herkend en meegenomen. Mijn thuiskomsten kwamen helemaal niet overeen met daar waar ik over fantaseerde. Mijn moeder was niet warm en liefdevol maar koud en afstandelijk. Wat ik toen niet begreep, was dat zij zichzelf beschermde tegen mij met deze houding. Ik denk overigens niet dat het wat had uitgemaakt als ik dat wel wist of had begrepen. Zij maakte zich zo’n zorgen over mij en ze werd zo gek van de onmacht, dat zij zich emotioneel van mij ging afsluiten. Dat was haar manier om met de situatie en de emoties om te gaan. Haar kille afstandelijkheid maakte mijn vat met emoties alleen maar explosiever.
Mijn leven was een chaos. Het misbruik, de thuissituatie, de puberteit, alles had effect om elkaar en op mij. Mijn emoties gingen alle kanten op, net als alle andere pubers was ik op zoek naar mijn plekje, mijn plekje in het gezin, mijn plekje op school, mijn plekje bij vrienden, mijn plekje in deze wereld. ‘Vrienden hebben’, was zeg maar niet echt mijn ding, en ondanks dat ik er geen behoefte aan had, maakte het me toch ook wel heel eenzaam. Het zoeken van aansluiting, small talk, ginnegappen met elkaar, het lukte me gewoonweg niet. Ik was ook niet op zoek naar iemand waarmee ik het kon hebben over onzinnige verliefdheden of het nieuws dat de backstreet boys ermee gingen stoppen, ik had behoefte aan een vriend waar ik bij kon zitten zonder iets te zeggen. Die begreep dat het leven soms kut was en dat dat niet 2 uur later weer over zou zijn. Ik had behoefte aan iemand met wie ik de monsters in mijn leven kon delen, iemand waarbij ik mijn schild niet omhoog hoefde te houden en waarbij ik gewoon mezelf kon zijn. Ik wilde een vriendschap met iemand die niet alleen mij zou begrijpen, maar die zo was dat ik hem of haar ook zou kunnen begrijpen. Misschien naif of arrogant, maar ik wilde iets natuurlijks. Contact maken, in gesprek gaan, een ander begrijpen, het kostte me steeds zoveel energie en ik haalde er nooit iets uit, dus uiteindelijk deed ik ook geen pogingen meer. Ik had met niemand ruzie of zo, maar ik had ook met niemand echt goed contact, ik deed gewoon wat er van me verwacht werd, niet meer en niet minder.
Steeds vaker kwam de behoefte aan het niet meer hoeven ervaren van alle emoties, het niet meer zo intens moe zijn van alles, de behoefte aan rust en stilte. Steeds vaker bedacht ik mij dat de dood mij dit alles zou kunnen geven. Het is niet alsof ik nou echt iets zou missen van het leven.
Het waren pillen, vooral heel paracetamol en ibuprofen, en ik kan me er eigenlijk amper nog iets van herinneren. Ik weet dat ik uiteindelijk 2 nachten in het ziekenhuis op de kinderafdeling heb gelegen. De dag dat ik naar huis mocht, mocht ik op de afdeling in bad gaan liggen. Helemaal alleen in het warme water, brak ik. De tranen kwamen en bleven maar komen. Dat is één van de weinige keren geweest dat ik zo ongelooflijk heb kunnen huilen zonder dat het me paniekerig maakte. Helaas veranderde het helemaal niets.
Uit pure wanhoop schakelde mijn moeder De Raad voor Kinderbescherming in. Zij startte een onderzoek naar mijn gedrag en mij werd duidelijk gemaakt dat de mogelijkheid bestond dat ik, al dan niet tijdelijk, uit huis geplaatst zou worden. Het misbruik, de ruzies thuis, de kille afstandelijkheid van mijn moeder, dit alles was nog steeds de situatie waarin ik verkeerde en het moge dus duidelijk zijn dat ik me alles behalve veilig en gelukkig voelde thuis, maar weggebracht worden naar een stel vreemden was helemaal geen aantrekkelijk alternatief. Ik besefte me toen al dat ik in een lastig parket zat. Vertellen wat er werkelijk speelde kon ik niet, doen alsof alles nu ineens oké was kon ik ook niet, en dit zou natuurlijk ook niet geloofwaardig geweest zijn. Het is al heel erg lang geleden dus wat de vragen waren, of wat mijn antwoorden zijn geweest, ik heb echt geen idee meer. De eindconclusie was echter dat ik gewoon een hele erge puber was. De puberteit was er om je langzaamaan wat te gaan onthechten, om steeds meer op eigen benen te leren staan op weg naar volwassenheid en ik had daar erg veel moeite mee. De wijze waarop mijn moeder reageerde op mijn puberale uitspattingen zou mijn gedrag versterken, ik was weliswaar heel heftig maar niet ongewoon of zorgelijk. Ik haalde uit dit hele verhaal, dat ik 1. gewoon thuis zou blijven, 2. mijn moeder of mijn omgeving mij niet volledig zag, mij niet echt zag. Ik ben niet volledig geweest in mijn antwoorden en ik heb bepaalde onderwerpen en antwoorden bewust vermeden tijdens het gesprek maar ik heb geen enkel woord gelogen en toch hadden ook zij niet door dat er echt iets niet goed zat. Mijn moeder haalde uit deze conclusie dat het probleem bij haar lag en nam nog meer emotionele afstand van mij.
Ik heb echt de liefste moeder die ik maar kan wensen maar op emotioneel gebied is mij aardig te kort gedaan. Begrijp me niet verkeerd, het is geen verwijt. Mijn moeder heeft mij alles gegeven en geleerd wat zij in zich had om te geven en te leren en waarschijnlijk nog wel meer. Ze heeft me alleen niet kunnen geven en leren wat ik op dat moment nodig had. Ik was niet in staat om mijn verhaal te doen bij mijn ouders of bij wie dan ook. Ik was niet in staat om de helpende hand, die mij regelmatig werd geboden in mijn omgeving te pakken. In mijn gereedschapskistje, dat mijn ouders, door middel van hun opvoeding, hadden helpen bouwen, zat geen gereedschap dat ik kon gebruiken om mezelf te helpen of te laten helpen.
Dat is wederom geen verwijt, mijn ouders hebben geen schuld aan wat mij is overkomen of aan hoe ik daar mee om ben gegaan, het is een verklaring voor het gebrek aan coping mechanisme, niet meer en niet minder.
Door het onderzoek van De Raad en hun conclusies was het misbruik niet gestopt, waren mensen niet ineens wel op de hoogte van wat er echt aan de hand was, kreeg ik niet eens wel de, zo gefantaseerde knuffel van mijn moeder, maar toch was er iets verandert. Ik was me ineens heel erg bewust van mijn gedrag, mijn acties en de mogelijke consequenties als ik dat gedrag zou voortzetten. Doordat ik niet om kon gaan met de situatie en mijzelf, was ik mijn toekomst de vernieling in aan het helpen. Ondanks dat ik ontzettend veel gespijbeld had en weinig serieus met school bezig was geweest stond ik er qua cijfers best goed voor. Toch maakte ik me ineens zorgen over mijn toekomst want ik zat al heel lang op een glijbaan en tot nu toe had ik het einde van die baan nog niet bereikt maar als ik niet zou stoppen dan was het onvermijdelijk dat ik een keer met een harde stuiter op de grond aan het einde van de baan zou eindigen en wat zou er daar nog over zijn van mij, van mijn leven en van mijn toekomst. Zou ik een diploma hebben? Mijn familie nog om me heen? Bezig zijn met een leuke baan of studie?
Nee, ik wist zeker dat als ik onderaan de glijbaan zou komen dat ik mezelf kapot gemaakt zou hebben, verslaafd aan het één of ander om maar niet te hoeven voelen, liegen en bedriegen tegen de mensen om me heen, een moeder die het niet meer aan zou kunnen om me te zien, net als dat ik het zelf ook niet meer aan zou kunnen om naar mezelf te kijken.
Ik moest orde op zaken gaan stellen, mezelf herpakken en een weg zien te vinden om door te gaan. Mijn grote droom, al sinds groep 4 van de basisschool, was dat ik bij de Marine zou gaan en daar moest ik dus naar toe zien te werken. Zodra ik 17 was mocht ik in dienst en zou ik dus amper nog thuis hoeven zijn, dat zou het probleem wel oplossen.
Ik deed mijn best om weer naar school toe, makkelijk was het niet. Het hele tweede jaar had ik verpest met spijbelen en weglopen van huis. Het derde jaar bleek ik de ziekte van pfeiffer te hebben, ik was echt op, zowel lichamelijk als geestelijk. Mijn moeder en ik hadden nog steeds onze ruzies en ik deed nog steeds wat ik zelf wilde, maar ik was een stuk minder heftig en ik hield mezelf best goed onder controle. We spraken over koetjes en kalfjes maar meer ook niet, er was iets kapot tussen ons.
Het vierde jaar, mijn examenjaar, was een heel raar jaar.
Ik ging braaf naar school toe, ik solliciteerde bij de Koninklijke Marine en ging in de weekenden en vakanties werken in de keuken van het plaatselijke verzorgingshuis.
In dit jaar ben ik voor het eerst naar de huisarts gegaan omdat ik me besefte dat ik op de een of andere manier wel wat hulp nodig had. Ik kreeg mijn eerste recept mee voor antidepressiva en slaaptabletten.
Het is ook het jaar waarin ik mijn ontsnapping voorbereide. Ik kreeg een vriendje aan de andere kant van het land, als ik in de weekenden niet van huis was om te werken dan zorgde ik dat ik naar hem toe ging. Tijdens mijn sollicitatieprocedure was ik niet volledig eerlijk en dat praatte ik voor mezelf goed door te denken dat alle vragen gingen over de echte ik, en niet de ik die ik was geweest door het misbruik. Mijn antwoorden gingen over de echt ik en dus was ik niet echt aan het liegen.
Wonder boven wonder kwam ik door de hele procedure heen, na mijn 17e verjaardag aan het einde van dat jaar zou ik worden opgeroepen en beginnen aan mijn training in Den Helder. Wauw! Wat was ik blij, ondanks alles had ik het gehaald, mijn toekomst was niet kapot, ik zou het gaan redden.
De maanden voordat ik mij moest melden propte ik zo vol als dat ik kon en al dromend van mijn vertrek van huis en dorp leek het even of ik alsof ik de hele wereld aankon. Mijn gedroomde ontsnapping was uiteraard niet meer dan een fantasie.
Ik ging in dienst, had moeite mijn plek in de groep te vinden, werd in de tweede week zo ziek dat ik uiteindelijk werd opgenomen in het ziekenhuis en voelde me daarna continu minderwaardig aan alle andere teamleden. Als kersje op de taart, werden we continu door verschillende mannelijke figuren rond gecommandeerd. Natuurlijk wist ik dit van te voren maar, naïef als dat ik was, had ik niet gedacht dat ik hier zo verschrikkelijk veel moeite mee zou hebben. Uiteindelijk raakte het me allemaal zo erg dat ik geen andere mogelijkheid zag dan te stoppen. De Marine was niet goed voor mij en ik was niet goed genoeg voor de Koninklijke Marine. Ik moest nog wel uitdienen, maar dit kon dichter bij huis en die periode kon ik gebruiken om te bedenken hoe ik nu verder moest.
Omdat ik het gewoon weg niet wist, mijn droombaan bleek ineens geen reële optie en ik had geen plan b, heb ik mij aangemeld bij een uitzendbureau dat werkte met detacheringscontracten. Zij boden een korte, betaalde cursus aan, en gegarandeerd inkomen daarna. Mijn intentie was om in ieder geval op zo veel mogelijk werkplekken ervaring op te doen, om te ontdekken wat ik kon, maar ook wat ik graag wilde doen.
Je zou denken dat ik ondertussen wel doorhad dat ik niet kon weglopen voor mijn problemen maar niets is minder waar. Alle ongewenste emoties, gedachte en herinneringen zaten opgeborgen in een doosje met een deksel erop en ik was continu bezig met het dichthouden van die deksel want die ging, ondanks dat het steeds beter lukte, toch nog bij het minste geringste open. Ik vond het steeds moeilijker om mijn bed uit te komen, het liefst bracht ik hele dagen onder de dekens door. Ik was zo intens moe, iedere cel in mijn lichaam was uitgeput. Te laat komen in de ochtend ging over in me op vrijdagochtend ziek melden, zodat ik niet twee dagen maar drie dagen in bed kon liggen en dan probeerde ik op maandag de draad weer op te pakken. Zo heb ik een paar maanden lopen sukkelen tot ik uiteindelijk echt niet meer kon, ik meldde me ziek en ik ben ook een hele poos ziek geweest. Uiteindelijk moest ik me melden bij een arbodienst; ik was een jonge gezonde meid en te moe zijn om te werken wat erg vreemd dan wel niet echt een optie. Ik kreeg nog een week en daarna zou het arbeidsbureau weer contact met me opnemen zodat ik weer kon gaan ‘solliciteren’. Hoe, ik heb echt geen idee, maar ik ben over mezelf, mijn gevoel en behoefte heen gewalsd en zo goed als dat ik kon de draad weer opgepikt. Weer een paar maanden en een aantal opdrachtgevers verder kwam ik met het lumineuze idee, om aan de andere kant van het land, in de buurt van mijn vriendje te gaan wonen. Ik zou op kamers gaan en daar gaan werken, dan was ik weg van ‘alles’ en kon ik opnieuw beginnen.
Als ik één ding over het leven heb geleerd, wat ik toen nog niet wist, is dat je niet kunt weglopen voor problemen. Wat het probleem ook is, er voor weglopen, doen alsof het er niet is, het wegstoppen, het is geen van allen een optie want ze blijven je achtervolgen.
Zoals gezegd wist ik toen nog niet wat ik nu wel weet en bleef ik mijn problemen negeren. Het misbruik was weliswaar gestopt maar dat alles wat er bij mij kapot was gegaan was nog steeds kapot, en het negeren maakte het er niet beter op. Over het algemeen leek ik alles prima op orde te hebben. Door de weeks werkte ik, in het weekend ging ik stappen. Ik had een vriend en ik had een redelijke vriendengroep om me heen. Zo nu en dan ging mijn dekseltje van het doosje met ellende, ik ging dan iets harder feestvieren en deed nog harder mijn best om mezelf te negeren.
Het heeft even geduurd, en dan bedoel ik niet een paar maanden, maar een paar jaar, en toen stortte mijn zorgvuldig gebouwde kaartenhuis alsnog in.
Het leek wel alsof ik een magneet was voor pijn en ellende. Iedere keer kwam er weer iets bij, en iedere keer stopte ik het zo snel mogelijk in mijn doosje van ellende. Dat mijn doosje ellende inmiddels kampte met een omvang voorbij de morbide obesitas grens, dat zag niemand, ook ik zelf niet. Tot het doosje ontplofte met alle gevolgen van dien…
Meid, wat een verhaal. Wat dapper dat je dit hebt durven delen met de wereld. Ik hoop dat er een hoop mensen zijn die dit lezen en die het helpt.
Hoe gaat het nu met je?
Anneke, dank je wel. Dit is nog maar de inleiding, alleen ik merk dat ik worstel met het leesbaar en volgbaar houden voor anderen. Omdat dit natuurlijk mijn verhaal is, ben ik bang te snel (of juist te langzaam) te gaan, of dat de lijn niet helemaal te volgen is. In die tijd nooit gedacht het te kunnen zeggen, maar het gaat goed met me. Ik ben gelukkig met mezelf, met het leven en met mijn leven. Juist omdat het zo slecht is gegaan en ik tegen alle verwachtingen in helemaal omhoog gekrabbeld ben, wil ik mijn verhaal delen. Lekker… Lees verder »
Fijn te horen dat het nu goed met je gaat, ik ben blij dat te lezen. Zo mooi om te lezen dat je gelukkig bent met jou en met je leven! Cliches zijn cliches voor een reden. Tips? Ik ben ook maar een amateur… Hihi Je bent bang dat je verhaal niet leesbaar en volgbaar is, wellicht kan je letten op de lengte van je zinnen of het gebruik van leestekens. Een voorbeeld; Het is een vuistregel om tussen twee werkwoorden een komma te plaatsen. “Toen ik nog een klein meisje was [komma] heb ik twee littekens opgelopen tijdens het… Lees verder »
Ervaringen dat je niet neerhalen, maken je alleen maar sterker. Ik hoop dat je de rest van je leven de vrede ontmoet dat iedereen nodig heeft.
Helemaal waar! Dank je wel