Ik heb mijn geheugen een beetje uitgediept en herinnerde mij een van onze eerste kampeervakanties van jaren terug.
Mijn man en ik waren nog redelijk jong en wilden een keer naar het zuiden van Frankrijk.
Dus een klein tentje gekocht met toebehoren zoals luchtbedden, potjes en pannetjes en wat er zoal bij kamperen nodig is. Een plastic koeltas en wat later bleek twee ongemakkelijk zittende klapstoeltjes. Dit alles mocht uiteraard niet te veel of te zwaar zijn omdat we met onze te kleine personenauto op pad gingen.
De bedoeling was om daar in het zuiden de hele dag buiten te leven want dat kon in dat klimaat! Via via hadden we het adres van een kleine camping, heel eenvoudig, eigenlijk een boomgaard achter iemands huis. De camping lag bij zee met een kleine supermarkt om de hoek.
Daar aangekomen mochten we van de beheerder zelf een plekje zoeken en konden we ons installeren. De veldjes waren niet afgebakend dus we konden gaan staan waar we wilden. Een schaduwrijk plekje leek ons wel wat: een plek met een flinke struik die zo nodig ook nog wat schaduw gaf.
Het veldje achter onze struik was bezet door een ouder echtpaar met een kleine caravan, luxe hoor in die tijd. Ze hadden ook een voortent waarin een ijskast met vriesvak, gehuurd bij de beheerder. Iedere dag, vast pandoer, werd er om drie uur een lik-ijsje gegeten.
Toen wij ons installeerden kwam de man van het caravannetje op hoge poten vertellen dat wij daar niet mochten staan: “dit was geen kampeerplek dus ging hij het direct bij de beheerder melden.” Die kwam meteen poolshoogte nemen en zei dat dit een prima plek was waar hij zelf nooit aan gedacht had.
Op de plek tegenover ons stond een camper. In de deuropening tufte een ventilator die voor koeling moest zorgen en rechts van ons een alleenstaande man (wij noemden hem Willem vanwege z’n gelijkenis van een van onze kennissen) met een bungalowtent, die elke ochtend een stuk uitgedroogd stokbrood probeerde op te piepen in een oud gammel broodroostertje.
Tegen betaling mocht je namelijk stroom afnemen vanuit een roestige verdeelkast aan de rand van de camping, wat tot gevolg had dat een wirwar aan kabels vanuit de verdeelkast verspreid lag over het gehele campingterrein.
Met twee ampère waren de mogelijkheden beperkt en bij het minste of geringste gebruik vlogen de stoppen om je oren, hetgeen meteen consternatie veroorzaakte bij de man van het caravannetje omdat zijn ijsjes lagen te smelten.
Dit werd dagelijks veroorzaakt door het oude broodroostertje van Willem in de bungalowtent. Als wij ‘s morgens voor de tent zaten te eten hadden we zowel zicht op het broodroostertje als ook op de ventilator in de deuropening van de camper. Als de ven ermee kapte was Willem zijn stuk stokbrood aan het oppiepen.
De man uit het caravannetje kwam op het zelfde moment scheldend en tierend naar buiten en riep dat zijn ijsjes smolten. Alleen wij wisten wie de dader was en dat hebben we die twee weken ook zo gelaten.
Op een dag, het was zinderend heet, kreeg de man achter ons de volle laag van “madame”, (de door ons, voor haar bedachte koosnaam was “duivelin”) wij konden het niet verstaan, dat was ook niet nodig “le ton fait la musique” ook het ijsje ging niet door.
De man heeft toen vanaf zijn krukje een week lang grassprieten zitten tellen en hij mocht ook niet meer van die ‘duivelin’ in de voortent zitten.
Aan het einde van de tweede week, de stemming was wat bijgedraaid, ging hij met zijn auto, een mooie luxe Peugeot van de camping weg, alleen. Na een half uur, het was tegen etenstijd, kwam hij weer het terrein oprijden en parkeerde netjes naast zijn caravan.
Hij stapte uit en een buurvrouw -een echte plaaggeest- kwam meteen naar de auto en begon een praatje met de man wat zeker een dikke twintig minuten duurde.
Na merci, bon appetit en aurevoir liep ze weg. De man haalde daarna z’n pizza uit de auto en ging zijn caravan in. De buurvrouw gluurde naar ons om een hoekje van haar caravan, met een triomfantelijke glimlach een duim omhoog en verdween lachend in haar caravan.
Ah, dat is nou wat je noemt ‘camping-tv’.. Lekker in de gaten houden wat anderen doen!
Ik heb hardop gelachen om de smeltende ijsjes. Leuk!
Leuk verhaal! Campinglife 🙂 Liefs Ilse