Een ongelukkige wending
Het is zeven uur in de ochtend en een heldere stem klinkt door de wekkerradio op het nachttafeltje. Ariana rekt zich uit en luistert nog even naar het nieuws alvorens op te staan.
In de badkamer bekijkt ze haar nog half slapende gezicht in de spiegel.
Ze pakt een borstel om haar lange licht golvende bruine haren te kammen. Haar gezicht had vrolijker kunnen staan, met een glimlach en een twinkeling in de bruine amandelvormige ogen. Twee droeve ogen kijken haar aan. Een zucht.
Gisteren was haar vijfendertigste verjaardag. Al haar hoop was intussen vervlogen. Intussen hadden er twee kinderen kunnen rondlopen, haar kinderen van vlees en bloed, maar dat was niet zo. Moeder natuur was soms bikkelhard. Zelfs de IVF-pogingen waren nooit succesvol. Ze behoorde statistisch gezien tot de twintig procent die gewoon pech had, zonder dat er een verklaarbare reden voor was.
Dat was niet de enige reden van haar gemoedstoestand.
Ze probeerde een voorbode van nieuwe tranen te onderdrukken.
Hoewel het niet aan de onvervulde kinderwens zou liggen, had haar vriend haar verlaten. Hij had iemand anders leren kennen. Dat nieuws had hij haar inmiddels vier maanden geleden in een ingesproken bericht op haar gsm laten weten. Sindsdien had ze hem niet meer gezien. Al zijn spullen waren weggehaald op een moment dat zij werken was.
Ze stelde zichzelf de vraag hoe ze ooit verliefd had kunnen worden op Dave.
Het gezicht in de spiegel werd een wazige vlek bij het terugdenken aan de vorige dag. Haar hart leek wel voor altijd vertrappelt en verscheurt. Op de dag voor haar verjaardag las ze het facebookbericht van Dave. Zijn vriendin was zwanger.
Nee, ze nam zich voor er geen traan meer om te laten.
Haar leven was niet altijd zo fraai geweest.
Haar beide ouders waren reeds gestorven. Ze had ook geen broers en zussen.
Vaak had ze gewenst dat ze die wel had gehad, dan zou ze tenminste iemand hebben om mee te praten, iemand die oprecht geïnteresseerd was in haar in plaats van losse vriendschappen waar ze ook al geen held in was.
Was vriendschap wel iets dat echt kon bestaan had ze zich al veel te vaak afgevraagd.
Ooit had ze gedacht dat ze vrienden had, tot de dag dat ze haar ijskoud hadden afgewezen, zonder reden, tenminste ze had er nooit antwoord op gekregen.
Ze was niet zoals de doorsnee mens vond ze van zichzelf, net als de leerkrachten en medestudenten dat ook van haar gevonden hadden. Of misschien had ze hun interpretatie na al die vreselijke schooljaren wel overgenomen.
Ze was veel te stil en veel te gevoelig. Een bijna dodelijke combinatie als het op vrienden maken neerkwam, want opmerkingen nam ze veel sneller persoonlijk op. Stekelige opmerkingen resulteerden in het ontlopen of negeren van die persoon.
Toch, vrienden hoorden niet uit te groeien tot pestkoppen. Dat was echter wel gebeurd. Door die gebeurtenissen kreeg haar al zeer laag zelfvertrouwen een fikse deuk. Voor haar bestonden er geen vrienden. Iedereen was altijd met zichzelf bezig en je was alleen goed genoeg als ze je nodig hadden. Had zij iemand nodig, dan was er niemand.
Veel te lang had ze zo op zichzelf geleefd, tot ze haar eerste en enige vriend was tegengekomen. Als een sprookje dat niet lang mocht duren waren tien jaren voorbijgegleden. In die tien jaren was ze er misschien twee intens gelukkig geweest, want haar vriend was tevens haar steun en toeverlaat geweest. Hij had haar zelfvertrouwen weer een boost gegeven.
Ze zuchtte opnieuw.
Als ze die miskramen maar niet gekregen had. Dan zou haar leven er nu heel anders hebben uitgezien en was hij wellicht nooit naar een andere vrouw gestapt. Zij kon hem duidelijk wel kinderen geven, dus lag het probleem bij haar.
Ze wreef in haar ogen en dwong zichzelf haar tanden te poetsen om aan een nieuwe werkdag te kunnen beginnen.
Ariana woonde vlak buiten het centrum van Antwerpen in een knus, gezellig huisje in een doodlopende straat. Het huisje was niet groot maar ook niet klein. Ze was terug in haar ouderlijk huis gaan wonen dat nog uit de jaren zestig dateerde, nadat ze er de nodig verbouwingen in had laten doen. Zo had ze twee kleine kamers omgebouwd tot een grote slaapkamer. En aangezien de andere slaapkamer toch nooit dienst zou doen als kinderkamer had ze er haar bureau gemaakt.
Het liefst was ze s’ avonds creatief bezig. Ze hield ervan te tekenen en dikwijls groeiden daar ideeën uit die ze dan op doek zette, in olieverf of acryl. Uren kon ze daar zoet mee zijn. Maar die hobby lag nu al jaren stil. De avondvergaderingen door haar werk als financieel adviseur bij de bank slorpten alle vrije uren op. Maar ze had er dan ook voor gekozen, met een loonsopslag tot gevolg. Hoewel ze haar werk graag deed, leidde het haar niet meer af van de muizenissen in haar hoofd.
Ze kon het zich ook niet veroorloven om fouten te maken.
Terwijl ze haar gezicht met ijskoud water waste maakte ze een nieuw voornemen om iets voor zichzelf te doen. Ze had het laatste jaar keihard gewerkt en bijna geen verlof genomen. Het was eigenlijk op aanraden van haar psychologe. Ze voelde wel dat die gelijk had. Depressief was de stempel die ze er gekregen had. Ze kon het ontkennen, maar gelukkig was ze allesbehalve.
Nog deze namiddag, nam ze zichzelf voor vrij te vragen op het werk en naar een reisbureau te stappen. Een gevoel van opwinding verdrong even haar neerslachtige toestand.
Ja! Dat zou ze doen.
Het liefst ging ze naar Oostenrijk. Ze kon wel vier weken vrij krijgen. Vier weken gewoon tijd voor haarzelf. Zalig!
Nogmaals in de spiegel kijkend, werd ze verrast door het zien van een glimlach om haar volle donkerroze lippen.
Snel liep ze de overzettrappen die volgens de aannemer nooit nog zouden verslijten af om zich naar de keuken te begeven die zoals ze altijd al had gewild veel licht binnenliet door de dubbele glazen deur die naar de veranda leidde. Toen ze naar buiten keek, zag ze dat de zon scheen. Het beloofde een mooie en warme dag te worden. Maar dat mocht ook wel nu het tegen het einde van mei aanliep. Het was tot nog toe veel te koud geweest volgens de weerkundige gemiddelden.
Voor een keertje zou ze niet de auto, maar de fiets nemen naar het werk dat op een twintig minuutjes rijden afstand lag. Dankzij haar nieuwe elektrische fiets, die ze zichzelf maar cadeau had gedaan voor haar verjaardag kon ze voortaan ook meewerken aan de goede voornemens om de wereld een beetje gezonder te maken.
Na snel haar portie zelfgemaakte granola met griekse yoghurt gegeten te hebben, een bakje koffie gedronken te hebben en de lege bord en tas in de vaatwasser weggeborgen te hebben, deed ze haar gemakkelijke schoenen aan. Hakken, daar had ze een hekel aan. Ze verliet het huis via de achterdeur. Ze snoof de nog wat frisse lentelucht die heerlijk geurde naar gras en de eerste ontluikende rozen van het jaar diep in.
Al bij al voelde ze zich al ietsjes beter, tenminste zolang ze niet dacht aan haar ex-vriend en diens net zwangere vriendin.
Alsof de zon haar emoties voelde, verdween ze even achter de enige sluierwolk die er aan de hemel te zien was.
Ze balde haar vuisten en liep door een deel van haar tuin, naar het houten tuinhuisje dat dringend aan een nieuwe insapbeurt toe was.
Ariana vond het heerlijk vertoeven in haar ruime tuin, waar ze naar hartenlust in kon tuinieren, want ze had groene vingers en hield ervan dingen te zaaien en die te zien uitgroeien tot de mooiste bloemen. Maar aan het onkruid te zien had ze hier ook nog heel wat werk in te halen. Gelukkig had ze sinds een jaar haar trouwe snoerloze grashond die haar heel wat werk bespaarde. Alleen de hoekjes konden beter en wachtten tot er een kantenmaaier ook hun lange grashalmen zou kortwieken. Haar handen jeukten. Misschien moest ze verlof nemen om wat in de tuin te werken nu het zo mooi weer was.
Nee! Ze balde haar vuisten opnieuw en begaf zich naar haar gloednieuwe blauwe fiets.
Haar baas keek vreemd op toen ze hem om verlof vroeg en erbij vermelde dat ze wellicht de hele maand juli op vakantie plande te gaan. Meende ze ook een blik van goedkeuring erin te zien? Ze wist het niet, maar het belangrijkste was dat haar verlof werd goedgekeurd.
Om twaalf uur had ze nog lang niet gedaan wat ze had willen afhebben, maar toch stond ze op en wenste ze al haar twaalf collega’s nog een fijne dag.
Van haar collega’s mocht ze niet klagen. Toch waren er geen echt warme collega’s bij. Het was zoals vroeger op school, iedereen dacht aan zichzelf. Althans zo leek het er toch op.
Ze nam haar elektrische fiets weer en fietste naar het reisbureau dat op haar weg naar huis lag en ging binnen.
Een vriendelijk dame met donkerbruine krullende haren, die de naam Nathalie droeg, volgens haar naamkaartje op haar blouse gaf haar een hand en vroeg: ‘Wat kan ik voor u doen?’
Warme bruine ogen in een lichtjes gebruind gezicht keken haar vrolijk aan.
‘Ik wil graag een reis maken van ongeveer vier weken en het liefst naar Oostenrijk.’
‘Goed, dat is een leuke bestemming. Ik haal even wat foldertjes, dan kan u daar even in kijken en dan een beslissing maken.’
Toen Nathalie terugkwam had ze een hele stapel foldertjes bij.
Ariana’s oog viel op een eenvoudig uitziend blaadje dat er half tussenuit stak en bekeek het.
Een liefelijk pensionnetje sierde de enige foto.
Pension Himmelbauer gelegen in Holzgau.
Ze schoof de rest van de boekjes terug naar Nathalie die verbaasd opkeek.
‘Ik heb mijn beslissing gemaakt,’ zei Ariana. ‘Dit wil ik. Hier wil ik graag naartoe. In juli als dat kan.’
Een lichtje opwinding maakte zich weer van haar meester toen Nathalie die een modieuze bril met een azuurblauw montuur had opgezet, bezig was achter haar computer. Het duurde minuten en hoewel ze er geen reden toe had was Ariana bijna teleurgesteld, omdat ze ervanuit begon te gaan dat er geen plaats meer zou zijn.
Nog een minuut later zei Nathalie opgewekt: ‘U heeft geluk, mevrouw. Er is slechts nog één kamer beschikbaar vanaf 5 juli. Ik boek hem meteen als u nu ja zegt.’
‘Ja.’
‘Goed, gefeliciteerd. U heeft een slaapplekje, nu het vervoer nog. Hoe wenst u te gaan? Rijdt u zelf?’
‘Nee,’ zei Ariana, ‘als het kan per trein.’
‘Ik zal even kijken of er bussen van ons die kant op rijden als u vertrekt. Is dat goed voor u?’
‘Ja, ook goed.’
Na nog enkele minuten zei Nathalie weer vrolijk: ‘Opnieuw heeft u geluk, mevrouw. Om vijf uur die vijfde juli vertrekt een bus van hieruit rechtstreeks naar ginds. En omdat er nog voldoende plaatsen vrij zijn, willen wij u wel te wille zijn en u voor een spotprijsje meenemen.
‘Akkoord.’
‘Maar als u terugkomt, zal u wel de trein moeten nemen tot in Keulen. Als u tijdig daar bent kan u weer met de bus mee tot hier. Zet ik u op de lijst?’
‘Nee, ik neem de trein dan wel tot hier. Dan hoef ik me geen zorgen te maken over vertragingen of aansluitingen.’
‘Verstandig van u.’
‘Kan ik nu betalen?’
‘Een voorschot is goed hoor. En volgende maand de rest. Ik maak de factuur even op.’
‘Ik betaal nu wel alles, ook de trein, als u die voor mij ook al vast kan leggen.’
‘Goed, heeft u een half uurtje de tijd nog? Dan doe ik ook dat nog voor u. Als u wenst kan u nog even de foldertjes doornemen.’
Ariana knikte en nam nu één voor één ook de andere foldertjes door. Ze zag lachende gezichten van blije families op een aantal foto’s. Die bezorgden haar telkens steken in haar hart. Ze kon veel te goed doen alsof alles goed ging. Een buitenstaander kon haar aankijken zonder te weten hoe ze zich werkelijk voelde. Ze trok zich op aan de gedachte dat ze net een vakantie geboekt had en dat ze de enkele lachende families die ze zou tegenkomen nog wel de baas zou kunnen. Een restje twijfel besloop haar. Deed ze hier wel goed aan? Wat kon ze er verkeerd mee doen? Ze kon alleen maar proberen te genieten van het begin van haar leven in eenzaamheid.
Ze zuchtte en keek nogmaals naar haar pensionnetje. Het was een zwart-wit foto, maar het was op en top een typisch Oostenrijks huis met houten balkonnetjes en enorme bakken vol met geraniums in allerlei kleuren. Het stond tegen een berghelling aan en er waren op het eerste zicht niet veel huisjes in de buurt.
Na iets meer dan twintig minuten begon de printer te ratelen. In enkele seconden lagen er vijf papieren voor haar. De eerste was de factuur met een bedrag bestaande uit vier getalletjes. Toch viel het reuze mee. Het was op basis van halfpension las ze. Goed, dan kon ze er vele wandelingen maken, nog een van haar hobby’s. Ze had nog een dikke maand om fatsoenlijke bergschoenen te gaan kopen. Dat zou ze in het weekend doen, na haar wekelijkse shopbeurt.
Op de tweede pagina stond de routebeschrijving.
Nathalie begon de papieren samen met haar te overlopen.
De derde pagina toonde de leukste uitstapjes in de omgeving en de vierde pagina toonde haar een bovenaanzicht van het dorpje. Op de laatste pagina stond de bevestiging van haar terugkeer per trein met alle nodige details.
Ze schatte dat het dorpje een drieduizendtal inwoners telde, maar daar waar zij zou verblijven lag nog een aantal kilometer buiten het centrum. Daar stonden een twintigtal huizen. Nathalie overliep zelfs met haar de belangrijkste winkels in de buurt. Er lag een bakker een straatje verderop dan het pensionnetje. Voor een supermarkt moest ze tot in het dal gaan. Mocht ze een arts nodig hebben dan waren er twee.
Als bevestiging nam ze haar portefeuille uit haar handtas om haar bankkaart in het toestelletje voor haar te steken.
Nog vijf minuten later stond ze buiten. Een glimlach speelde om haar mondhoeken terwijl ze weer naar huis fietste en er nog tijd over had om met de kantenmaaier alle hoekjes in haar tuintje te behandelen.
Goed verhaal, ga zo door!