life in plastic
ons poppenhuis kraakt
grijsgedraaide melodieën
ik toon mijn kunstjes
op de nok van het dak
slalommend tussen instortingsgevaar
wie willen jullie dat ik speel vandaag
zondag aan tafel
verdrinken ze
mijn letters in koude soep
splitsen kopje onder
van warmte uitgehongerd
leggen frieten ons het zwijgen op
het miezert binnenin
eeuwenoude scherven
knarsen tussen onze tanden
ik slik ze
wij smeren hier geen complimenten
in dit huis ketst de thuis af
op onze muren
groten vullen buiken van kleintjes
met verwachtingen, stapels
kasseien tot aan het strottenhoofd
elke steenworp vervaagt
het spoor naar onszelf
tot de stem stikt
life in plastic
trek mijn boetekleedje af en aan
mijn pootjes uit elkaar
kijk
het nekje kan rond
een popje zal nooit stout zijn
dat is een veilig gevaar
‘s nachts bibberen we
de helse hitte uit onze frêle lijven
tot vergeetsnippertjes