boekenkasten en stapels
verspreid door de kamer
’t volgeschilderde huis
en op ‘t bureau de spinsels
en stof
ter overdenking
in gebonden zijdes
ruiken
fijnproeven en bewrijven
allesziende herbelezen
’t wezen van gezette letters
uitkrabben
en vleselijk verheugd
oplepelen
’t wereldomspannend web
trilt en beeft vervallen kruizen
luizen met haken en vazallen
van nep tot des
temeer nog
nooit meer rechts weg te vegen
in de beeldenstroom
verward
er is ’n start zonder einde
geen verdieping in diepte
‘t ‘sapere aude’ verdrinkt
in de zee van vergiftiging
onder de verlichting
van de geschiedenis
en heden vol ideeën
door gedegen kronkels
grijze massa’s van denkers
ja
schenkers van zin geven
verworven heden
’t goud smeedden vóór
de uitkleders van
smart
’t volk overtuigen
met hun gestolen hart
- Horatius: ‘[…] sapere aude’, durf te weten (65-8 v.Chr.)
- Immanuel Kant: ‘Beantwortung der Frage: Was ist Aufklärung?’ (1784), motto van de Verlichting (1724-1804)