Zomerse horizonnen,
onzichtbare lijnen tussen hoog open hemels en zeeën waarin ik heb gezwommen,
begeerlijk kronkelende lijnen waarlangs ik maar niet uitgeetst raakte,
lange, vlakke lijnen die kromden wanneer ik ze in een oogopslag wou beleven,
het is tijd om afscheid te nemen.
Wij hebben geen keuze.
Elk jaar al kwam een nat verdriet na een warme vreugde.
Laat me van jullie afscheiden met een verlangend lied.
Voor jullie zal ze zijn geschreven, voor jullie kleur
waardoor de lijnen rond de dingen in mijn ogen zweefden,
jullie tinten van zilverblauw en grasgroen,
van roodbruin en tarwegeel bestreken.
Voor jullie zal ze zijn geschreven, voor jullie geur
die ik telkens door mijn neustunnels naar binnen zoog,
zweet van bloemen en stof van bomen,
een mist van groene aarde na hevig geregen.
Voor jullie zal ze zijn geschreven, voor jullie vorm
die me zo verleidde zonder mij aan te spreken, of mij aan te raken,
gekartelde silhouetten van rijpe bladeren,
in licht en schaduw badende bergen van wolken
en puntig sierlijke torens waarrond vogels vliegen wilden.
Voor jullie zal ze zijn geschreven, voor jullie geluid
dat mij tijdens de warme en lange klaartes vergezelde,
krekels, vogels en druppels ritselden het stille gerol van de tijd bijeen,
‘s nachts reed een auto voorbij, de zee golfde ononderbroken weer en heen.
Nog steeds hoor ik de waterlijn al bruisend het zand strelen.
Zon en zee spiegelden zich.
In de ondergang trok het licht een glanzend bewegende lijn tot bij mij.
Omringd door stralen en wolken van watergrijs en hemelroze,
viel de felle, gele zon achter de hoge, blauwe vlakte.
Snel smolten geuren, geluiden, kleuren en vormen, het verdonkerde langzaamaan.
Waardoor nu telkens wanneer de zon zich onder jullie onzichtbare lijnen begeeft,
de vraag bij mij opkomt: wat heb ik toen toch langs die zomerse horizonnen beleefd?