Pasgeboren hertje,
met ranke elegante pootjes,
wankel en onzeker sta je.
Om vervolgens weer om te vallen.
na een paar pogingen lukt het.
Je staat eindelijk.
De lente.
Meelopen onder het toeziend oog van vader en moeder hert.
Kwetsbaar, breekbaar.
Zo oog je nu.
Dat je maar op moge groeien, tot een sterke hertenvrouwtje,
die later haar jongen met liefde zal voeden.
Nu kan je nog niet bevroeden, wat in de toekomst gebeuren kan.
Een sterk vrouwtjes hert, die haar jongen koestert,
ook al zal het mannetjes hert zich elders begeven.
De vrede en liefde waarin je nu opgroeit, zal je sterk maken.
Je vader nog beschermend, met zijn grote gewei.
Je toekomst? Een vraagteken.
Wanneer je jezelf in vrijheid zal begeven,zul je ondervinden
en ervaren,hoe je jonge leven zal zijn.
Nu nog onbezorgd, hoe kan het ook anders, je bent nog zo klein.
Later zal je moeten incasseren, nu nog veilig bij papa en mama hert.
Dat je maar een mooie sterke hinde moge worden, die haar mannetje zal staan.
Een mooi mannetjes hert vinden zal, en mooie jongen krijgen zal.
Het leven dat je verdient, een gelukkig hertengezin, dat in vrede leeft.
Een goed bestaan dat je zo gegund is, jonge hinde, het is zoals het is.