Heel diep in mijn geest en heel ver van mij vandaan,
hoorde ik een melodie.
Het leek mij een melodie der liefde. Een melodie zo
zoet dat het mij wegnam van het aardse bestaan.
En ik zweefde, heel hoog in de lucht van mijn geest.
En ik kwam heel zachtjes op de grond neer. Net een
veertje. En ik dacht: Het is nu tijd om iemand lief te hebben.