De jonggestorvene had eens lief.
En hij hield zoveel,zoveel van haar,
maar de liefde was onvervuld, het
was ware liefde: Deze liefde was
onvergankelijk, en rijk aan emoties.
De emoties die hem bezit namen,
die hem elke nacht door de straten
liet zwerven, met de maan als zijn
begleider, naar onbekende oorden,
waar hij met zijn verborgen liefde
zich teneergeslagen voelde, en ja
de liefde was onvervuld, het was
ware liefde. Hij wilde geen bezit
nemen van haar, en andersom was
ook niet mogelijk. En hij hield van
haar, en beschermde de liefde
tussen hen. Het was onvervulde liefde.