Nog meer irritante bemoeizucht: Mien had een gedeelte van de binnenkant van haar huis laten schilderen. Guus ontdekte toen hij de financiën van Pien – inmiddels puber – doornam, dat Mien die klus had betaald met Piens geld. Beide ouders stortten elke maand geld op Piens rekening voor haar dagelijks onderhoud. Dat inmiddels voller wordend potje kon Pien later gebruiken voor rijlessen, voor een auto, voor de studie… noem maar op. In ieder geval niet voor onderhoudswerkzaamheden aan Miens huis. Mien vond Guus maar een benauwd denkend mannetje. Zij stortte mopperend het geld terug op die rekening. Maar de wrok bleef en groeide zienderogen.
Guus‘ bemoeizucht kende geen grenzen. Maar Mien had ook iets aan te merken. In „Boerenpsychologie (2/3) Pien“ staat het uitputtende dagprogramma van Pien zoals Guus dat regelde. Uit de waslijst dit: school, ziekenhuis, zwemles, sporttraining en zo eindeloos verder… Guus (wist hij veel) noemde dat opvoeding. Voor het arme kind was dat een uitputtende kwelling. Denk eens aan al die schitterende tv-uitzendingen die zij moest missen.
Extreem erg was, dat Guus Pien ongenadig had geschopt. Die stuitende mishandeling was ook door anderen waargenomen. Mogelijke getuigen had ik snel gevonden, want die behoren tot onze gemeenschappelijke kennissenkring.Verrassend was, dat Guus‘ verklaring en de getuigenissen van Mien, Pien en de ooggetuigen sterk op elkaar leken. Met ingehouden adem had ik mij op dit item gestort, want kindermishandeling is niet niks. Nou is het gewoon een kwestie van goed doorvragen en toen bleek die heisa te draaien om de creatieve eetgewoonten van een puber.
Pien demonstreerde zelfs in gezelschap luidruchtige eetmanieren. Mien had daar geen moeite mee. Wat zou het toch: plakkerig smakken, slobberen en opgewekt boeren zijn de mens bij de geboorte meegegeven. Ik zwijg nog over neuspeuteren. Pa Guus corrigeerde dat in zijn ogen onsmakelijke gedrag met het idee erachter, dat zijn dochter later in gezelschap zo uit de toon zou vallen. Mien had bij dergelijke situaties de vaste opmerking: „Ze mag ook niets van jou“.
Eten (vooral als het rood was, want dat deed denken aan bloed) dropte Pien moeiteloos onder de tafel. Ook in restaurants, niet tot vreugde van het bedienend personeel. Thuis had zijn daar een variant op: wat ze niet lustte smokkelde ze in haar kleren mee. Je kon dan dagen later, tussen de beddenlakens geplet voedsel, aantreffen. Terug naar de mishandeling: Guus wilde het kind niet voor schut zetten door in gezelschap er iets van te zeggen. Het was al voldoende als hij onder de tafel door met zijn voet tegen Piens schoen aantikte. Soms een centimeter hoger tegen haar enkel. Die aanraking was voldoende om Pien te laten beseffen dat ze smerig aan het eten was.
De fout van Guus was dat hij het boetekleed niet aantrok. Na elke opvoedkundige blunder ging hij weer verder naar de volgende blunder. In dit soort situaties of liever opeenstapeling van situaties of nog liever alle situaties was hij zo stom om een uitgesproken mening te hebben. Correctie: stom dat hij die mening kenbaar maakte. Verwarrend was ook, dat hij co-ouder was, waarvan hij niet begreep dat dat niets voorstelde als je te maken hebt met een andere ouder zoals Mien. Die was er heilig van overtuigd dat zij als enige de uitvoerende macht bezat.
Tot slot hoe het dan wel moet: Guus had een voorbeeld kunnen nemen aan de vader van Mien. hij had dan ook kunnen weten hoe de mores in die familie waren. Een dikke 50 jaar lang had Guus‘ (laat ik hem maar zo noemen) schoonvader zich neergelegd bij het regiem van zijn vrouw. Die had hem decennialang suf geluld. Er bestond een soort stilzwijgende overeenkomst: hij zorgde dat er geld in huis kwam en zijn vrouw gaf dat uit. Stilzwijgend is in dit geval letterlijk kaken op elkaar, want hij durfde zijn mond nauwelijks open te doen. Eigenlijk hield hij constant zijn kop. Zo was hij op zijn oude dag elke dag daarvan verzekerd van een schoon overhemd en een bordje eten. Guus’ (laat ik haar maar zo noemen) schoonmoeder diende als indringend voorbeeld voor de daaropvolgende generaties (Mien en Pien). Dat wordt in het geval van Pien lachen.
Maar misschien ben ik nou te kritisch.