Na Mien, die boerenpsychologisch een lusthof van rare dingen vertoont is het de beurt aan Pien. Behalve dat schrijven over moeder Mien, dochter Pien en vader Guus me van de straat houdt dient dat ook een hoger doel. Mensen die je pad hebben gekruist maken deel uit van je waarnemingsveld. Met discreet zwijgen als er rare dingen gebeuren doe je hen geen recht.
Dat zorgt er alleen maar voor dat stukken familiegeschiedenis verloren raken. Erger nog: in deze disfunctionele familie werden heldinnenrollen toegekend aan onbeduidende angsthazen. Mijn waarnemingen zijn misschien vermakelijk, maar ook zinvol en nuttig. De doorsnee lezer zal het aan zijn reet roesten, maar voor wie het wel betreft is inzicht in afstamming nuttig. Zoals in de algemeen aangenomen gekte van voorvader Guus. Er moeten immers nakomelingen bestaan, die zijn idiotie-gen bezitten. Intuïtief heb ik notities over deze familie op allerlei snippertjes papier gezet. Deze zijn jarenlang in mijn (u welbekende) schoenendoos bewaard.
Terecht kan men mij verwijten, dat anekdotes die op die notities zijn gebaseerd nogal kort door de bocht gaan. Als tegenwicht wordt er daarom – niet bedoeld als reclame – gewerkt aan een aparte Rare Portrettengalerij vol met gedetailleerde informatie. Zo kom je erachter wat de famielje de mensheid op de mouw heeft gespeld.
Moeder Mien herkende moeiteloos hoe Piens persoonlijke groei door Guus werd onderdrukt. Zij was wat holle terminologie en psychogegoochel betreft helemaal bij de tijd. Zo was zij niet Piens moeder, maar haar vriendin. Bij het opvoeden volgde zij de laatste inzichten in de ontwikkelingspsychologie. Niet dat ze daar de ballen verstand van had. Zij zelf was na 25 jaren lesgeven ervan overtuigd, dat ze terzake kundig was. Kent u dat merkwaardige fenomeen: van die mensen, die er niet voor hebben gestudeerd en ongeremd psychologische prietpraat kakelen?
Even een geheugensteuntje: de lezer herinnert zich vast, dat Pien, destijds 16 jaar oud, op Kerstavond 2003 haar vader Guus ontredderd in diens huis achterliet. De man was aan het bijkomen van een chirurgische ingreep. Zij en haar moeder hadden Guus wijs gemaakt, dat ze hem de volgende dag (Eerste Kerstdag 2003) met de auto zouden ophalen om samen naar de kerk te gaan. Inmiddels hebben we Kerst 2023 afgetikt; dat is dus 20 jaren verder. Mien en Pien moeten nog komen. Een gevalletje poging tot perfecte moord.
Ze kan er ook niets aan doen, maar Pien heeft niet vooraan gestaan toen de IQ’s werden uitgedeeld. Een psychologische test laat dat overtuigend zien. Dat hoeft inzicht in goed en kwaad niet in de weg te staan. Maar zowel Pien als Mien waren het morele kompas kwijt geraakt. Omdat Guus zich zeer betrokken voelde bij haar opvoeding zou het kunnen zijn, dat hij in zijn enthousiasme te veel druk uitoefende. Hij stimuleerde ongevraagd dat wat erin zat er uit kwam. Dat is een flinke klus met een aartslui kind. Gelukkig had Pien die goede vriendin Mien bij wie ze kon uithuilen. Daarbij ging de klaagkraan open en schonk Mien een gewillig oor aan de afgrijselijke verhalen van Pien. Zoals Mien het bondig uitdrukte: „Pien mocht niks van haar vreselijke vader“.
Irritant was, dat Guus zich bemoeide met een waslijst gezondheidsproblemen. Pien was zo’n Aaltje Kwaaltje. Hier de korte versie: vergroeiingen van rug, bekken en voeten, longaandoeningen, allergieën, oogafwijkingen … Het vaderschap van Guus (of wat ervan overbleef) bestond voor een groot gedeelte uit haar rondrijden en afleveren bij allerlei zus-en-zo-therapeuten en medische specialisten. Maar ook bracht hij haar naar talloze activiteiten waaraan een opgroeiend kind deelneemt.
Dat lijkt leuk, maar dat deed hij helemaal fout, want hij voerde een schrikbewind. Van zwemles om kwart voor zeven in de ochtend tot einde van de dag met gitaar- en dansles en weet ik veel wat allemaal. Onvermijdelijk kwamen er botsingen tussen die bemoeizuchtige Guus en Mien. Hij deed die dingen waar Mien geen zin in had: hij pleisterde Piens loensend oog af, smeerde haar in met anti-eczeemzalf, zorgde dat zij haar (tijdelijke) brilletje droeg en corrigeerde ieder teken van een opkomende bochel. Dat laatste vond Mien maar onzin, want zij had ook een soort bochel net als haar moeder, Piens oma dus. Dat was ook wel te zien. Maar daarom mocht wat haar betreft Pien de boel laten krom groeien zoals het uitkwam. Die bemoeizuchtige opdringerigheid van Guus had zij persoonlijk ook ervaren.Tijdens haar zwangerschap zette hij haar onder druk om haar fanatieke rookhobby te staken. Zijn stomme argument was dat de foetus ook van hem was.
Tussen al die snippertjes met aantekeningen viel mij op dat Guus vaststelde dat Pien een heel goede zangstem had. Uit haar gitaarlessen bleek ook dat ze muzikaal was. Hij bood aan dat ze zangles zou nemen op de muziekschool van het conservatorium. Waar bemoeide hij zich toch mee? Mien, altijd net iets slimmer dan Guus, liet dat niet op zich zitten. Zij slaagde erin die aangeboden lessen te dwarsbomen door Pien in plaats daarvan te verrassen met… een microfoon.
Zoals u van talloze talentenjachten op de tv weet hebben opkomende zangers standaard zo’n ding in de hand. Eventueel een daarop lijkende haarborstel. Naar inzicht van Mien was dat een onontbeerlijk element om goed te kunnen zingen…
Dit is een van die ongelooflijke hersenspinsels, waartussen Pien dag in dag uit opgroeide. Maar alles liever dan de mishandelingen door haar vader! Die komen eraan!
Wordt vervolgd