Zelfs in een gezapig voortkabbelend leven zijn er af en toe wat hoogtepunten. Zoals verjaardagen en familiegedoe, die ik doorgaans over het hoofd zie. Maar gelukkig is er een wandelende agenda in huis: het vrouwtje.
Uit eerdere verhalen heeft u (althans de trouwe lezers) misschien de indruk gekregen, dat zij aan de drank is. Nou, dat is niet zo… Het vrouwtje noemt zichzelf geheelonthoudster. Zij onthoudt hoogtepunten (ge)heel goed. Bij zulke gelegenheden staat ze zich toe een drupje alcohol te nuttigen. Bij een grote familie kan dat trouwens aardig oplopen. Een rare familie wel.
Met dat laatste zinnetje begon destijds de ellende: door die kwalificatie te gebruiken kreeg ik in 2012 Justitie op mijn dak. Ik werd opgeroepen door de politie in Amsterdam voor verhoor als verdachte “wegens smaad en laster op het internet”. Dat lijkt u vast een schromelijk overdreven actie. Willekeurige bezoekers van X (Twitter) en Facebook lachen zich dood, gewend aan pittig taalgebruik op de sociale media.
Lezers met humor-deficiiëntie, die op hun teentjes waren getrapt door mijn verhalen zaten toevallig bij Justitie en Politie. Dat zou niets moeten uitmaken, behalve dan in bijvoorbeeld Rusland, Myanmar en Saudi-Arabië en andere aardse paradijze! Oeps, da’s waar ook… Dit is Nederland.
Onlangs gebeurde er dit: het vrouwtje had de kurk al op voorhand uit de wijnfles getrokken toen ze mij eraan herinnerde, dat er nog altijd een aanklacht tegen mij liep. Is iets van ruim 11 jaar geleden een jubileum? Pas volgend jaar vier ik mijn koperen jubileum als verdachte. Nu alvast herdenken is voor het vrouwtje helemaal niet gek. Ik zei toch, dat ze uit een rare familie komt!
Is zo’n er met de haren bij gesleept hoogtepunt plaatsenswaardig op deze verhalensite? Nou, het interesseert u vermoedelijk geen bal, maar het heeft zijdelings wel iets met het fenomeen verhalensites zelf te maken. Het volgende zou u zomaar ook kunnen overkomen als u het slecht treft:
In 2012 zou ik worden verhoord oor de crime fighter, rechercheur Jostie Fleschentamboer. Plaats van de ondervraging: een Amsterdams politiebureau. Ik verzin het niet, maar diverse verhalensites waren opeens een “plaats delict” omdat ik daar de beest had uitgehangen. Wat was er toch in mij gevaren? Kon ik (net als ieder ander verstandig mens) niet gewoon mijn bek houden als ik rare dingen voor mijn ogen zag gebeuren? En moest ik ze zonodig opschrijven?
Zo zag ik bijvoorbeeld twee beren broodjes smeren en ik kon daarover mijn mond niet houden. Daar heb ik verdorie over gepubliceerd. In de hierboven genoemde prachtlanden zouden mijn lippen zijn gesloten gebleven. Maar in Nederland schijnt het inmiddels geen pas te geven om – als je iets ziet dat je bevreemding wekt – dat op te schrijven. Bijvoorbeeld iets over gestoorde moeders en opvoeders, die in hun eigen onfeilbaarheid zijn gaan geloven. Ik kon niet nalaten om daar ruchtbaarheid aan te geven. Dat gebeurde onder de aandrang van mijn eigen verbazing over dat er zoveel valt te lachen om ronduit foute mensen.
De spot drijven met miskleuners, die op de een of andere manier verwant waren aan die politieman, kan natuurlijk niet. Hoe haalde ik het in mijn hoofd, harrem? Waarschijnlijk zag de wereld er in 2012 heel anders uit dan nu.
Sinds 2012 staat er een tas met onderbroeken, medicatie, tandpasta nog wat in de hal. Met een inmiddels ingehuurde strafadvocaat had ik het scenario “voor het geval dat” doorgenomen: theoretisch kon ik gevankelijk worden afgevoerd door de plaatselijke veldwachter in mijn eigen woonplaats Zzz… Die zou mij overgedragen aan die Amsterdamse misdaadbestrijder. Het verhoor was (naar mijn smaak weinig attent gekozen) helemaal aan het eind van de middag gepland. Aansluitend zou een nachtje cel tot de werkelijke mogelijkheden behoren. Ach ja, van Ridouan T. had toen nog niemand gehoord dus allicht nam men zulke voorzorgsmaatregelen bij het verhoor van zo’n onbenullige zondagsschrijver.
Je bent zo twee websites verder als je je er in verdiept. Dat heb ik dus ook gedaan. De forse inhoud daarvan ga ik hier niet dunnetjes overdoen. Zo blijven er natuurlijk wat raadsels over, maar die zijn op een A4 niet even op te lossen.
Onze Sherlock werd op de achtergrond geregisseerd door “iemand van het OM” zoals Jostie die persoon aanduidde. Als simpele leek denk je al gauw aan een belangrijk iemand, een Officier van Justitie. Zo jaag je bij de burger de schrik er goed in. In werkelijkheid zat die “iemand” helemaal niet hoog in de boom. Bij Justitie miegelt het van officieren en gekoppelde administratief medewerkers. Een vermoedelijke (hulp)officier van justitie, een zekere Rietje Buigsaem, was degene die zich in haar kuif gepikt voelde. Ze kreeg vast een hartverzakking bij het lezen van mijn fictieve vertellingen, die inderdaad gebaseerd zijn op historische gebeurtenissen. Kennelijk herkende ze van de pot gerukte situaties. Maar in plaats van daar iets tegen te doen trekt ze dat blik Recherche open. Een gevalletje van niet de boodschap, maar de boodschapper bestrijden.
Tot zover een onbelangrijk gevalletje, een onbelangrijk onderdeel van de geschiedenis. Maar… wat bij een mogelijke herdenking van die aanklacht wel belangrijk is te weten: wat weerhoudt Justitie ervan om die af te handelen? Een geregistreerde aanklacht verdwijnt van zijn lang zal ze leven niet uit de registers. Ik vraag me af of ik wel ongehinderd de grens over kan als ik geboekt staan als verdachte crimineel.
Tijdsgebrek is een dooddoener, de werkelijke oorzaak zit in een heel onverwacht hoekje… Daar loop ik potverdorie toch weer tegen een ongerechtigheid aan. Nu bij het justitieel apparaat. Niet alleen ik, maar ook dit verhaal wordt nog vervolgd. Het vrouwtje ruikt alvast aan de kurk van een nieuwe fles wijn.
Wordt vervolgd.
Info:
Voor meer content: zie mijn account.
In mijn profiel staan verwijzingen naar broekscheurende vertellingen.
Voor wie een sterke maag heeft.