Tarzan
Op een dag bezoekt mijn jaargenote Luana de dierentuin. Ze merkt me op in het dagverblijf van de apen, waar ik tijdelijk de kost verdien,– tijdens mijn studie biologie. Met twinkelende ogen spoort zij me aan vooral niet in te dutten bij onze verre verwanten. ‘Evenals Tarzan dat ooit deed,’ zegt ze spottend.
‘Wees daar maar niet bang voor,’antwoord ik haar nogal schaapachtig.
Een week later komt ze opnieuw langs. In een lange blauwe jurk met een pluizige beige sjaal. Door haar witte sokjes doet ze me sterk denken aan een knuffelbeer die ik ooit had als kind.
Ze vertelt dat er onverwacht een plaatsje vrijgekomen in haar studentenhuis. ‘Is dat misschien iets voor jou?’vraagt ze. ‘We verheugen ons al op je vioolspel.’ Bij deze woorden glimlacht ze naar mij.
Als betoverd raak ik op slag op haar verliefd.
Het is mij bekend dat Dirk — na afronden zijn studie– ook hier is komen werken. Als dierenarts. In zijn studententijd had hij een oogje op Luana. Hij is een gespierde lange man met een motorfiets. Met zijn helm op lijkt hij een ridder te paard. ‘s Zomers willen alle meisjes bij hem achterop springen. Voor een tochtje naar het strand. Tot mijn verbazing wees Luana hem onverbiddelijk af.
Zelf ben ik nogal tenger uitgevallen. Gelukkig kan ik hartbrekend viool spelen.
Die nacht kan ik maar niet in slaap komen. Half wakker, half in dromenland hoor ik voortdurend Luana’s spottende woorden over mij: als een eigentijdse Tarzan in het oerwoud van de dierentuin. Kan ik niet beter zo nu dan met vioolschnabbels mijn boterham gaan verdienen? ’s Morgens vroeg neem ik het besluit om met mijn huidig werk te stoppen. Ik vertel de directeur van het dierenpark dat het voor mij hoog tijd wordt zijn aards paradijs te verlaten.
‘Dat vind ik nou jammer,’ reageert hij teleurgesteld. ‘Met de apen kun je zo goed overweg…’ Hij vraagt me om in ieder geval nog aan de training Veiligheid deel te nemen. Als kenner van primatengedrag zou ik de rol van ontsnapte berggorilla perfect kunnen spelen, vindt hij. Niets vermoedend stem ik toe.
Een week later volgt die trainingsdag. De naam van de oefening luidt: Bokito. Als afscheid van de apen trek ik een gorillapak aan. Schommelend loop ik ‘de paden op, de lanen in’. Bij mijn verschijning stuiven de bezoekers alle kanten op. Opeens zie ik Luana te midden van een kluwen mensen die allen wanordelijk op de vlucht slaan.
‘Luana, het is maar flauwekul !’ roep ik luid en spurt haar achterna. Misschien heeft ze mij niet verstaan. In paniek rent ze op haar hoge hakken door. Ik spreek haar kalmerend toe en begin haar in te halen.
Eindelijk blijft ze stilstaan en kijkt om. We hebben oogcontact. Ze herkent me en begint te lachen.
Opeens voel ik een brandende pijn in mijn linker bil. Ik kijk om. Achter mij zie ik Dirk met een nog rokend geweer. Ik begrijp dat hij me heeft geraakt met een verdovingspijl.
Luana zag Dirk op mij schieten. Ze is er verontwaardigd over zijn gedrag en noemt het een Wildwest vertoning.
Voor ik – veilig in haar armen – inslaap, kan ik nog net murmelen: ‘Jungle Jane, wil je vanavond met Tarzan eten?’
HeinHeijnen.537
Melden