Je had een uitweg gevonden, weg van alles.
Van je verantwoordelijkheden.
Je had het wel gehad nu.
Dat verplichte stramien, waarin je leven moest.
Dus je ging, eigenlijk zonder om te kijken.
Je voelde geen wroeging om hetgeen je deed.
Maar na verloop van tijd was je uitgeleefd en uitgeraasd,
toen begon de schoen toch te wringen.
Je zette toch heel wat op het spel.
En het kwam er toch op neer, dat je alles alleen onder
ogen moest zien. En je verlangde terug, terug naar wat
je had.
Je miste de geborgenheid, de geborgenheid van je thuis.
Je kon alle banden voor je gevoel niet verbreken.
Het verlangen naar vrijheid zal je altijd houden.
Maar je kan ook niet zonder je gezin.
Dus keerde je terug, er vielen harde woorden,
maar alles was gezegd. Je was weer terug nu, daar waar
je eigenlijk behoorde te zijn. Je zag je kinderen, eerst aarzelend,
maar later blij want papa was weer terug. Teruggekeerd naar
huis. Alles wordt beter nu, na een periode van afstand groeiden
zijn vrouw en hij weer naar elkaar toe.
Hij vond zijn geluk niet alleen op weg naar weet ik veel.
De liefde was weer terug, teveel hield hij van zijn gezin.
Samen oud worden, dat wou hij eigenlijk alleen met zijn vrouw.
En hij wou zijn kinderen op zien groeien, later opa zijn, met zijn
kleinkinderen ravotten en hun verjaardagen vieren. Ja, hij was
blij, dat hij de goede beslissing had genomen. Dat hij omringd
werd door familie, Hij de vader was die zijn kinderen gewoon
verdienden. Tussen hem en zijn vrouw was de liefde weer opgebloeid.
Gelukkig kwam alles tot een goed eind, en liep alles goed af, voor hem
en zijn gezin, hij zou ze niet meer verlaten of de rug toekeren, daar had
hij van geleerd, en onder ons gezegd en gezwegen, hij was liever nooit
weggegaan en gewoon thuis gebleven.