Nooit meer…..!
U zou met stille trom naar de noorderzon zijn vertrokken, om nooit meer terug te keren. Nooit meer ‘it geat on’ of ‘it ken net’. Nooit meer sneeuw en ijs. Nooit meer letterlijk; ‘het kan vriezen of het kan dooien’. Nooit meer wollen mutsen, lang ondergoed en dikke truien. U werd verguisd, bespuugd en vergeten. U was het lachertje der seizoenen. Oh, wat hadden we altijd een dooipret als we het over u hadden. Maar lieve Koning Winter, WTF……; u kwam, geheel onverwacht, terug. En hoe! Een ongelooflijke comeback met alles erop en eraan! U heerste weer als een vorst. En vorst hebben we gekregen en gevoeld. Een rechtse directe, midden op onze kin en een stomp in onze maag. Gebrek aan voldoende schaatsen. Run op sleeën. Gebroken polsen. Tintelende tenen. Gure oostenwind. Valpartijen. Kortom; het hele katje. En wij? Ondanks enige ellende, waren we blij. Wat hebben we genoten. Bedankt voor alles. En nu…? Nu is het ook wel weer mooi geweest en gaat u ons verlaten. U gaat in winterslaap en wij gaan hopelijk genieten van een lange zomer!
Nooit weer…..?
Geen vaarwel, maar een zeer gewenste; Tot Ziens….!
Ja, dat was echt een leuk verzetje! Heerlijk heel de dag schaatsen. Inderdaad, hopelijk tot volgend jaar!