Er was eens een islaamse,
zij woonde in het zaanse.
Regelmatig ging zij op de kuier,
en droeg met trots haar sluier.
In weer en wind,
liep zij daar zo heel gezwind.
Menigeen sloeg op hol,
was zij soms een toverkol?
Wat had zij toch te verbergen,
voor al die kleine dwergen.
Die nieuwsgierig als altijd,
hun tijd hebben gebijd.
Met de grote vraag,
waarom zij zich sluierde.
En door Hollandse buurten kuierde….
B.R. ‘14
Goed zo, meisje, islaamse, kuier en sluier jij maar fijn, door het Hollands taalterrein. Succes!