De wilde wind raast over het land,
En eist zijn tol.
De wilde wind houd huis,
Pakt alles wat niet standvastig genoeg is,
En smijt ermee in het rond.
Wilder en wilder blaast de wind door de straten en om de huizen heen.
De kracht van de wind verrast menig fietser en automobilist.
Niet te houden zo sterk jaagt de wind door het land.
Menigeen wordt op de proef gesteld,
Door dit natuurgeweld.
De kracht van de wind soms zo onmetelijk sterk,
Stelt alles op de proef door te blazen en te jagen.
Wilder en wilder zwelt zij aan,
Tot zij weer afneemt in kracht,
Waarna zij haar sporen achterlaat.
B.R. ‘19