Doorheen het drukke verkeer rijdt Erine met de wagen naar haar bestemming. Als gevolg van de schietpartij is er een omleiding, waardoor het ongeveer twee uur duurt voor ze op hun bestemming aankomen.
Erine gaat de auto parkeren, terwijl Sorane en Malon naar de commandante gaan. In haar bureau kijkt de veertig jarige vrouw de roodharige nadenkend aan.
‘Uit jou geraakt je niet meer wijs, Sorane. Je verhuurt je als huurmoordenares voor geld en dan waag je je leven voor een agente.’
‘Dat geld gebruik ik voor nuttige zaken, commandante. En ik dood alleen mensen die de dood verdiend hebben. En die agente had hulp nodig. Ik kon haar niet laten sterven…’
‘Mogelijk. Je speelt echter voor rechter en beul. En dat is onwettelijk.’
‘Dat is juist. Maar als ze dood zijn kunnen ze niet meer vrijkomen door steekpenningen en al of niet echte procedurefouten. Dan is er een misdadiger minder op Enuron.’
De commandante staart haar nog even aan en trekt dan haar schouders op.
‘Ook weer waar,’ denkt ze verbaasd.
‘Heb je dat datamodules bij je?’
‘Zeker. Dit zijn ze, de kopieën heb ik op een veilige plaats,’ knikt Sorane en reikt de modules aan.
Maar de commandante weigert.
‘Houd ze maar bij je. Rechter Sodinor wil je zelf zien om je te bedanken. Ik denk dat jij ze ook best zelf aan hem overhandigd.’
Even kijkt de roodharige naar de vrouw en knikt dan.
‘Erine, wil jij met Malon Sorane begeleiden. Ze moet veilig aankomen.’
De agente knikt en geeft Sorane een teken. Beiden verlaten het kantoor, nagestaard door een hoofdschuddende commandante.
Als Erine een uurtje later, na een spannende rit, de parking nabij het gerechtsgebouw inrijdt, stopt ze om Malon en Sorane te laten uitstappen. Terwijl zij een parkeerplaats gaat zoeken, gaat Malon met Sorane naar de hoofdingang. Daar wachten enkele veiligheidsagenten hen op.
‘De rechter bevindt zich in een van zijn privékantoren. Ik zal jullie de weg wijzen,’ zegt een van de twee vrouwelijke veiligheidsagenten.
‘Dank je, maar ik moet nog even naar een kennis van me. Haar naam is Cina Gornoy. Rinda,’ antwoordt Malon.
De vrouw knikt even.
‘Ze werkt nu in vleugel 3B, agent Malon.’
Malon werpt even een blik op Rinda.
‘Dank je, Rinda. Mijn collega Erine Rand komt over enkele ogenblikken. Ik zie jullie straks wel,’ glimlacht Malon en kijkt hen na als ze naar binnen lopen.
Een paar minuten later staat Sorane voor de rechter.
‘En heb je, je taak kunnen volbrengen, Sorane Cobanon.’
‘Zeker, edelachtbare. Al zijn er wel verschillende mensen voor gestorven.’
‘Slachtoffers vallen er in een oorlog nu een maal. En dit is een oorlog, vergeet dat niet. En verraders hebben nu eenmaal de dood verdiend,’ glimlacht de rechter en neemt de modules van de roodharige over.
Even kijkt de rechter met een grijzende glimlach naar de agente. Dan richt hij zijn blik even naar Sorane.
‘Dank je om mij het bewijsmateriaal tegen mij terug te bezorgen,’ lacht de rechter tot haar verbazing.
Sorane kijkt de rechter met een vreemde blik aan. Ze verdacht de man al, maar zijn woorden klinken nog na in haar hoofd. Dan barst ze uit.
‘Jij bent het, die ons verraadde. Jij hebt Wryne en haar collega’s laten ombrengen.’
Rinda, de veiligheidsagente schrikt en legt haar hand op haar holster. De rechter merkt hun reactie en beseft dat zijn woorden op zijn minst verkeerd gekozen waren.
‘Verdomme, ik had mijn woede beter moeten bedwingen. Zoals de vorige maal toen deze verraadster voor mij stond. Toen nam ik de beslissing om die agenten te laten ombrengen, maar ook om Sorane te laten leven. Omdat ik die belangrijke data die ze in haar bezit had weer in handen wilde krijgen,’ denkt hij, kwaad op zichzelf.
Onder zijn bureau grijpt hij naar de twee verborgen wapens, terwijl hij beseft dat hij niet anders meer dan. Zijn fout kan hij niet meer goedmaken. Dus moeten beiden hier en nu sterven, maar dan zo dat hij onschuldig lijkt. Gelukkig zijn beiden te verbaasd om te reageren.
Dan werpt hij een blik op de veiligheidsagente en zegt:
‘Het spijt me, Rinda. Ik mocht je graag.’
‘Wat bedoelt…’ roept de veiligheidsagente uit, maar reageert hierdoor veel te laat.
Rinda probeert nog haar wapen te trekken, maar de rechter is sneller. Hij heeft plots twee wapens in zijn handen en vuurt met het wapen met geluidsdemper in zijn linkerhand driemaal. Het lichaam van de vrouw schokt onder de inslagen. Sorane is voor de eerste maal in haar leven verstijfd van schrik.
Dan kijkt hij de roodharige aan.
‘Toch niet, Sorane. Je had het bijna juist, maar niet helemaal,’ spot de rechter en concentreert zich.
Sorane schrikt als de man van uiterlijk veranderd.
‘Aqunok. Jij…. Hoe???’
‘Een verrassing niet,’ hoort ze zijn stem.
Ze had al horen spreken gedaanteverwisselingen. Maar dat iemand dat kon, geloofde ze niet echt. Dit had ze nooit kunnen raden. Aqunok, in de gedaante van de rechter, heeft iedereen misleidt.
‘Anya, help me,’ denkt ze snel.
Maar Anya antwoordt niet. De roodharige beseft op dat moment dat ze sneller moet zijn dan ooit. Als dit besef tot haar doordringt is het al te laat. Ze kan haar wapen nog trekken, maar dan vuurt Aqunok tweemaal kort na elkaar.
Dan voelt ze een hevige pijn in haar borst, als de twee capsules op een paar centimeter van elkaar in haar lichaam boren. Opnieuw voelt ze een hevige pijn, als de capsules verhit worden. Even word het zwart voor haar ogen. De capsule uit Sorane’s wapen boort zich intussen in het bureau waarachter Aqunok staat. Terwijl ze de misdaadbaas, die weer van uiterlijk verandert, aanstaart, zakt ze langzaam in elkaar.
Toch probeert ze haar wapen nog te richten, maar haar krachten vloeien langzaam met haar bloed, dat uit beide wonden vloeit weg. Dan zakt ze op haar knieën, terwijl haar wapen naast haar in haar machteloze hangt. Toch staart ze nog steeds naar het gezicht van de rechter. Ze ziet hem grijnzen.
Die twijfelt even, als hij aan zijn meesteres denkt. Jakira wilde haar levend, maar een dode kan hem niet verraden. En een rechter als dekmantel, dat is een niet te onderschatten voordeel voor zijn plannen.
‘Voor ieder van ons komt het moment dat het geluk hem of haar in de steek laat, mooie meid,’ hoort ze hem fluisteren.
Met al haar kracht die ze nog kan opbrengen, probeert ze haar wapen weer in haar hand te krijgen en het lukt haar zelfs. Verbaasd ziet de rechter haar hand met het wapen weer omhoogkomen. Maar het gaat zeer traag. Hij grijnst.
‘Jij hebt een sterke wil, roodkop. Maar je bent zo traag…’
Ook Sorane beseft dat het nutteloos is, het leven stroomt uit haar lichaam, samen met haar bloed dat over haar rug en buik naar beneden vloeit. Dan geeft Aqunok haar een tik, waardoor ze ruggelings op de vloer terechtkomt.
‘Blaas maar snel je laatste adem uit, verraadster. Dan ben je uit je lijden verlost,’ hoort ze hem zeggen.
Ze voelt dat hij haar hand vastgrijpt en het wapen tussen haar vingers uittrekt. Het wapen, dat uit de bergplaats van Sorane’s kantoor op haar werk komt, waarmee hij de agente doodde, bekijkt hij even. Dan duwt hij het wapen in de hand van Sorane en sluit haar vingers omheen de kolf. Ze probeert hem te stoppen, maar ze heeft er de kracht niet voor.
‘Vaarwel Sorane Cobanon. Groet mijn trouwe agente hier in de hel,’ hoort ze de rechter nog fluisteren.
Dan wordt het donker om haar heen. De rechter glimlacht terwijl hij nog even in haar uitdovende ogen staart. Dan richt hij zich snel op. Hij merkt echter niet dat die ogen weer oplichten. Naast de veiligheidsagente knielt hij opnieuw en neemt het wapen van de hand uit de hand van de dode. Snel leest hij het serienummer af en neemt zijn wapen waarmee hij op Sorane vuurde. Nadat hij de klep langs de zijkant opende, concentreert hij zich en langzaam verandert het serienummer in dat van het wapen van de agente. Dat wapen duwt hij in de hand van Rinda. Het wapen van de ongelukkige vrouw verbergt hij snel in zijn bureau, want hij hoort plots stappen naderen.
Erine is de eerste die binnenkomt, gevolgd door enkele veiligheidsagenten, want ze hebben de schoten gehoord. Verbaasd kijkt ze naar de lichamen die in hun bloed op de vloer liggen.
‘R.. rechter…. Wat is hier gebeurd?’ stamelt ze.
‘Ik dacht dat die voor mij werkte. Maar ze wilde mij doden. Rinda reageerde dadelijk, toen Sorane haar wapen wilde trekken. Ze was sneller dan die moordenares. Haar capsules doorboorden de borst van Sorane, maar toch slaagde ze erin om drie maal af te drukken. Mijn trouw agente, kreeg geen enkele kans meer. Dan merkte ik pas dat Sorane al haar wilskracht gebruikte om toch nog haar opdracht uit te voeren. Wankelend probeerde ze haar wapen op mij te richten, alleen had ze niet genoeg kracht meer. Ze raakte het bureau in plaats van mij, Gelukkig maar, anders was ik er nu niet meer geweest,’ zegt de rechter met een gespeelde verwarde blik in zijn ogen.’
Erine hoort het maar half, ze kijkt naar de veiligheidsagente, die in groter wordende pals bloed ligt.
‘Rinda moet opslag dood geweest zijn,’ denkt ze, terwijl ze naar het lichaam van Sorane kijkt.
Ze kan het nog steeds niet geloven. Zou Sorane dit al de hele tijd van plan geweest zijn? Waren de gegevens, die ze bij zich had, maar een voorwendsel om de rechter te doden als ze de kans kreeg? Ze merkt dat een veiligheidsagent naast zijn vrouwelijke collega knielt en naar haar hals tast. Dan schudt hij zijn hoofd en sluit met zijn hand de ogen van de dode.
‘Verdomme, wat zijn we idioten?’ zegt Erine plots en wend zich tot rechter Sodinor.
‘Misschien kunnen we u best naar een veilige plaats laten brengen. Misschien zijn er nog meer schutters, voor het geval Sorane zou mislukken,’ zegt ze.
‘Wij brengen de rechter wel in veiligheid, agente,’ zegt een van de veiligheidsagenten.
Erine kijkt hem even aan, maar merkt ook een vreemde blik in de ogen van de rechter op.
De rechter en twee mannen verlaten het vertrek, terwijl Erine naast de roodharige knielt. Even staart ze naar de grote, licht bloedende, wonden in de borst van de roodharige. Aarzelend tast ze naar de hals van Sorane. Ze voelt nog een lichte hartslag.
‘Ze leeft nog Waarschuw de hulpdiensten..’
‘Verdient ze dat wel?’ vraagt een stem achter haar.
Erine kijkt de twee veiligheidsagenten, die achter haar in de deuropening staan, aan.
‘Doe het en snel. Misschien leeft ze nog lang genoeg. Ik wil de naam van haar opdrachtgever.’
Terwijl de twee zich haasten, kijkt Erine met gemengde gevoelens naar de gewonde.
‘Waarom, Sorane? Ben je werkelijk zo verdorven?’ fluistert ze.
Dan merkt ze dat de mond van Sorane beweegt.
‘De rr….ech…er..i… Aqu..n…ok… Copy mo.dddu.l…s …k….op…ie… fla…’ fluistert de stervende.
Erine kijkt Sorane verschrikt aan.
‘Wat bedoel je, Sorane. Ik kan je bijna niet…’ zegt Erine, maar dan merkt ze de starre ogen van Sorane op.
Dadelijk beseft ze dat de huurmoordenares dood is. Even staart ze naar de dode, terwijl ze de laatste woorden die Sorane stamelde, hoort naklinken in haar hoofd.
‘Verdomme, Sorane waarom toch? Je had een nieuw leven kunnen beginnen, als je gedaan had wat wij vroegen.’
‘Ze is een moordenares, Erine. Dat was haar leven. Al de rest was gelogen,’ zegt Malon, die nu pas het vertrek binnenkomt.
‘Daar ben ik niet zo van overtuigd, Malon.’
‘Kijk dan of ze de datamodules, waar ze van sprak, bij zich heeft,’
Erine tast het lichaam van Sorane af, voor zover ze kan, maar ze vindt alleen de twee kleine revolvers. En schudt haar hoofd.
‘Misschien in haar flat.’
Erine kijkt haar partner aan.
‘Dat is mogelijk, als die modules bestaan. Neem een paar mensen mee en doorzoek de hele flat grondig. We moeten ze vinden,’ fluistert Erine.
Malon schrikt van haar trillende stem, maar knikt dan en wenkt enkele veiligheidsagenten. Samen haasten ze zich naar buiten.
Intussen hebben de verplegers beide lichamen op draagberries gelegd en brengen hen weg. Erine kijkt hen na. Ze voelt zich alleen en bedrogen. Buiten moeten ze door een haag van reporters, maar ze bereiken na een paar minuten de ziekenwagens. Als ze Sorane naast de dode agente in de wagen willen schuiven.
‘Dat niet. Die moordenares moeten jullie met een andere wagen wegbrengen, verpleger,’ zegt een agent, die naar hen toekomt.
‘Rinda was een van ons. Ze zou niet willen dat zij naast haar moordenares vervoerd wordt,’ merkt een andere agent op.
‘Dat zou ik ook niet willen, agent,’ knikt een van de drie verplegers.
Dan dragen twee van hen het lichaam van Sorane naar een andere ziekenwagen, terwijl de derde de wagen met Rinda afsluit.
Malon en zijn mensen hebben intussen de flat van Sorane bereikt en kijken om zich heen. Hoe hard ze in de flat ook zoeken, ze vinden geen datamodules. Intussen wordt het kantoor van de rechter ook onderzocht. Als de commandante hoort wat er gebeurd is, wil ze een volledig onderzoek.
‘Ik wil dat alles tot in de puntjes onderzocht wordt,’ zegt ze bevelend, tot de verbazing van haar ondergeschikten.
Want ergens vertrouwde ze Sorane wel. Ze meende het toen ze zei dat ze een ander leven wou beginnen. Dat kon ze aan haar blik zien. Ook Erine staat toe te kijken en weet nog steeds niet goed wat te denken. Sorane leek het eerlijk te nemen en nu zou ze de rechter gedood hebben.
‘Ergens klopt iets niet,’ denkt ze.
En Sorane heeft ook haar leven gered, waardoor haar schuld nog steeds open staat. En nog maar een paar dagen geleden die federaal agente Seana Vergan.
‘Ik moet uitzoeken wat hier juist gebeurd is. Misschien wil agent Vergan mij wel helpen. Dat zijn we beiden aan Sorane verschuldigd.’
Dan kijkt ze naar haar collega’s die hun werk doen. Plots rinkelt haar gsm en ze neemt op. Het is Malon, die de flat van Sorane moesten doorzoeken. Hij meldt dat ze nergens iets van de datamodules kunnen vinden. Het lijkt alsof ze niet bestaan hebben.
Erine vloekt eventjes.
‘Nu staan we nog steeds even ver,’ sist ze.
Maar als ze die avond plots wakker schrikt. In haar slaap hoorde ze de woorden van Sorane opnieuw. In stilte herhaalt ze wat ze hoorde verschillende malen na elkaar. Tot ze plots stokt, als tot haar doordringt wat Sorane probeerde te zeggen. Even slikt ze.
‘De rechter is Aqunok,’ fluistert ze dan.
Toch is er iets vreemds dat haar dan opvalt.
‘Maar hoe doet hij dat dan. Zou hij een haloprojector dragen? Nee, dan zou dat gedetecteerd worden door de beveiliging.’
Dan moet ze plots aan de modules denken die Sorane bij zich had. Waar zijn die gebleven?
‘Als mijn vermoeden juist is, dan moet Aqunok de drie modules in handen hebben. Verdomme, dan is alles voor niets geweest.’
Maar dan herinnert ze zich wat Sorane eerder zei.
‘Dubbels, Sorane zei dat ze dubbels gemaakt heeft. Alleen vraag ik me af waarom Malon niets in haar flat heeft kunnen vinden.’