Er is een fluistering in de wind,
Een schittering in het licht,
Een flonkering in het water,
Een laaiend vuur in de wereld.
De zon en de maan doen de dag en nacht ontstaan,
terwijl de aarde haar rondjes draait.
De nacht legt een deken over de aarde,
En de dag doet haar ontwaken.
Soms dan schreeuwen we het van de daken,
En zijn we er als de kippen bij.
We zoemen als de bijen,
Die met de bloemen vrijen.
De dieren en de planten,
Zijn onze beste klanten.
Ze brengen ons veel plezier,
En een beetje geklier.
De wereld van de mensen,
Je kunt m soms verwensen.
Maar een teken van leven,
Is een kostbaar gegeven.
B.R. ’19
Mooi geschreven!