Sorane merkt de twee agenten op een paar passen achter haar op. Snel springt ze de kamer in. De agent die ze neersloeg, grijpt haar been vast, waardoor ze ten val komt. Als ze zich opricht kijkt ze recht in de ogen van de man. Automatisch richt ze haar wapen op hem. Geen van beiden zegt een woord. Ze kijken elkaar alleen maar aan, terwijl ze hun wapen op elkaar gericht houden.
‘Laat je wapen vallen, Sorane Nador. Ik zou je niet willen doden,’ fluistert hij dan.
‘Weet je wie ik ben, agent?’
‘Ja, Nador. Ik was in de villa, waar je vader gedood werd. Mijn naam is Malon Garant.’
Sorane knikt.
‘Nu herinner ik u. Jij was toen pas bevorderd en de nieuwe partner van die agente Erine Rand,’ glimlacht ze en laat haar wapen zakken.
De agent staat op en geeft zijn gevangene een teken om hetzelfde te doen. Sorane laat haar wapen om haar vinger draaien en reikt hem haar wapen aan. De agent neemt het aan en roept:
‘Kom maar, het is veilig. Sorane is mijn gevangene.’
De andere twee komen de kamer binnen en staren verbaasd naar de beeldschone gevangene.
‘Waarom schoot je niet, toen je wapen op mij richtte, Sorane? Ik zag de dood in je ogen glinsteren,’ vraagt de agent, die ze eerder neersloeg.
Even kijkt Sorane hem aan.
‘Ik merkte je kenteken juist op tijd op. Anders was je nu dood geweest. Maar ik dood geen agenten.’
‘Gelukkig maar, Sorane. Op het doden van een agent staat levenslang,’ zegt de vrouw.
‘Dat is mogelijk, agente. Maar dan zou je collega daar op de vloer liggen, met een gaatje tussen zijn ogen,’ glimlacht Sorane en terwijl ze haar jasje uitrekt.
Verbaasd kijken de agenten naar de roodharige vrouw, die spottend zegt:
‘Ik denk niet dat ik deze wapens mee in de cel mogen, of heb ik het mis.’
Even kijkt de agente naar de binnenkant van de jas en neemt hem van Sorane over.
‘Nee, dat denk ik ook niet,’ zucht ze, terwijl haar collega’s Sorane de handboeien om doen.
‘Die Joe Mardon is gedood door twee capsules uit haar wapen.’
‘Wie heeft je de opdracht gegeven?’ vraagt Malon.
‘Niemand. Hij verdiende de dood omdat hij samen met een aantal anderen verantwoordelijk was voor de dood van mijn stiefouders.’
‘Ben je daar zeker van, Sorane?’
‘Ja, agent Garant, Voor ik aan iets begin bereid ik mij altijd grondig voor. Deze maal heb ik het zelfs grondiger gedaan, want ik kan niet uitstaan dat ze ook kinderen neerschieten. Joc Mardon was de achtste op mijn lijst. Eéntje is nog over. Maar zijn of haar naam weet ik nog niet.’
Even kijkt Malon haar aan.
‘Voor jou is het voorbij Sorane. Ik vermoed dat je voor lange tijd de gevangenis indraait. Maar die laatste zullen wij wel vinden.’
‘Ik hoop het maar. Want anders ga ik achter de laatste aan, als ik vrijkom. Dat mag je gerust aannemen.’
Malon slikt, maar bewondert haar vastberadenheid. Alleen lijkt Sorane niet te weten, dat haar een levenslange straf wacht. Ze heeft teveel vooraanstaanden nadeel berokend. Zelfs als ze zich goed gedraagt, zal ze niet meer vrijkomen.
‘Spijtig van een mooie jonge vrouw als deze,’ denkt hij.
Een van de twee anderen grijpt Sorane aan de bovenarm. Even glimlacht de roodharige en met een snelle beweging heeft ze haar boeien in haar rechterhand. Dan reikt ze de boeien aan, aan de man die haar vasthoudt.
‘Ik geef mijn woord dat ik niet zal proberen te ontsnappen.’
De agent kijkt haar verbaasd aan en kijkt even naar Malon. Die knikt en zegt:
‘Ga maar voor, Nador. Maar doe wat je gezegd hebt.’
‘Maak je maar geen zorgen, agent. Ik breek mijn woord nooit.’
Agent Garant duwt Sorane in zijn wagen en stapt ook in.
‘Zit je goed, moordenares?’
Sorane antwoordt echter niet. Ze kijkt naar de agenten buiten die hun werk doen. Dan rijdt de wagen weg. Ze ziet ook enkele van Joc Mardons lijfwachten naar haar loeren. Maar ze durven niets ondernemen.
Een paar dagen later, zeer vroeg in de morgen, opent Erine Rand haar celdeur. Sorane kijkt verbaasd op.
‘Toch niet verbaasd om mij te zien, Sorane? Ik werk hier ook weet je.’
Dan grijpt Erine Sorane nogal ruw bij haar arm vast. Maar Sorane rukt zich los.
‘Mag het een beetje zachter, agente. Ik ga zo ook wel mee.’
‘Jij verdient dat niet, Sorane. Jij bent een doodgewone moordenares. Zo iemand behandel ik niet met zachtheid.’
‘Gelukkig voor jou ben ik een moordenares, Erine Rand. Anders was je hier niet.’
Erine kijkt de roodharige verbaasd aan.
‘Ik denk niet dat jij me de vorige keer begrepen heb.’
‘Vorige keer?’
‘Ja, bij die aanslag in die steeg voor je appartement, waarbij je partner het leven liet.’
‘Heb je het over die bloemen, die je in het hospitaal gebracht hebt. Dat heb je mij de bij onze vorige ontmoeting ook al gezegd en ook over de cassette die mij vrijpleitte. Voor dat laatste ben ik je zeer dankbaar, dat wel. Maar wat heeft dat te maken met jou verachtelijk beroep?’
‘In zekere zin, agente. Toen ik in het ziekenhuis op bezoek kwam, wilde weten hoe het met je ging. Toen ik in die steeg, dichtbij je appartement, naast je knielde zag je er niet al te best uit, in al dat bloed.’
Erine kijkt nadenkend naar Sorane.
‘De steeg? Sorane zal toch de steeg niet bedoelen, waar ik bijna de dood vond. Hoe weet ze daarvan?’
‘Was jij daar? He… heb jij mij…. Was jij die vreemde vrouw die me hielp?’
Sorane zegt niets, maar knikt lichtjes.
‘Heb jij dat vreemde product gebruikt, die de dokter voor een raadsel stelde.’
Sorane neemt een andere spuitcapsule uit haar riemtasje en laat het aan Erine, die haar hand op haar wapen legde, zien.
‘Is dat, dat afdekmiddel?’
‘Ja, dat heb ik opnieuw laten ontwikkelen in het onderzoekingscentrum van Mogwan. En het werkte nog goed ook.’
‘Dan moet ik je bedanken, want je was die dag de tweede die mijn leven redde.’
‘De tweede?’
‘Ja, iemand moet van de overzijde op de vier agenten geschoten hebben, die mij wilden ombrengen. Vermoedelijk hadden ze iets in de ogen van baas verkeert gedaan.’
‘U snapt het nog steeds niet, Erine Rand. Die vier waren niet het doelwit, maar jij. Ik was daar om jou te doden, Erine Rand, omdat ik nog steeds ervan overtuigd was, dat jij Verin gedood had, toen hij je verraste. Ik zag u als zijn moordenares aan.’
‘Ik snap niet waar je heen wilt, Sorane.’
‘Die steeg waar u in de buurt woont, agente. Ik bevond mij op het dak aan de overzijde van de steeg. Toen je er voorbij wilde gaan, was mijn wapen recht op je hoofd gericht. Een druk op de trekker en je zou dood geweest zijn.’
Erine kijkt haar gevangene ontsteld aan.
‘Waarom deed je het niet?’
‘Omdat je plots bleef staan en de steeg inkeek. Half in het donker stond een man die zijn wapen op jou gericht hielt. Toen doken er nog drie anderen op, ik herkende de drie mannen en de vrouw. Zij waren agenten. Drie van hen had ik al geld zien aannemen van misdadigers. Ze waren door en door corrupt.’
‘Dus of jij mij dode of zij. Je wraak zou bevredigd zijn.’
‘Nee, Erine. U bent de oorzaak dat er iets in mij veranderde. Ik kon hun worden horen door de richtmicrofoon. Daardoor besefte ik dat ze je wilden doden, omdat jij je niet wilde laten omkopen.’
‘En dan. Dat maakte toch niet veel uit voor jou.’
‘Nee, maar jij bleef eerlijk, die vier anderen echter niet. En ik richtte mijn wapen op de man in de steeg. Hij stierf als eerste.’
Erine kijkt Sorane ontsteld aan. Dus het was Sorane die, die dag, haar leven redde. En dan ook nog tweemaal. Ze kijkt de roodharige alleen maar aan, terwijl haar gedachten een chaos vormen.
‘Ik was toen aan het afdwalen van mijn pad om alleen mensen die het verdienden te doden. Jij bent er de oorzaak van dat ik gesterkt werd in mijn oude voornemen. Alleen nog opdrachten aan te nemen als het doelwit het verdiende. Het was misschien verkeerd, maar het was mijn gedachtekronkel om het recht te dienen. Het geld dat ik verdiende was echter niet voor mij bestemd, maar ik gebruikte het om mensen te helpen die hulp nodig hebben.’
Erine kijkt de roodharige ontsteld aan.
‘Dus jij hebt dus niet alleen mijn leven gered, maar ook nog mijn carrière. Maar waarom?’
‘Laat ons erover zwijgen, agente. Ik deed wat ik dacht te moeten doen. Dus u bent me geen dank verschuldigd.’
De agente slikt en schud even met haar hoofd.
‘Dat durf ik te betwijfelen, Sorane. Deze schuld zal ik nooit kunnen inlossen.
Sorane glimlacht.
‘Ga naar Mogwan en vraagt naar Sorane Cobanon, Zij zullen je vragen beantwoorden. Of nog beter, praat met mijn stiefbroer en zus, Jenan en Reysa.’
‘Sorane Cobanon, moet ik je nu danken of weer in de cel stoppen.’
‘U kwam mij halen om me ergens naar toe te brengen, dus ik denk dat u dat beter kan doen. Anders zou je weleens zonder job komen te staan.’
‘Je hebt gelijk, Sorane. De commandante verwacht je. Zij wil je een voorstel doen.’
‘Laat haar maar niet langer meer wachten. En vergeet niet te doen wat ik zei. Ga er eens een paar dagen tussen uit naar Mogwan’
‘Misschien doe ik dat weleens, maar nu. Ik weet niet goed hoe je te behandelen. Als een vriend of een gevangene.’
‘Doe wat je moet doen, agente.’
Even blijft Erine nog staan, maar dan geeft ze een teken met haar hand.
Sorane knikt even en gaat als eerste naar de deur die toegang geeft tot de bureaus.
‘Al heb jij toen mijn leven gered, Ik ben nog steeds Agent Rand voor u, Sorane. Volg de gang en sla dan rechtsaf,’ zegt Erine hees.
Sorane trekt haar schouders op en glimlacht.
‘Zoals je wilt, Agent Rand. Ik ben benieuwd wat ze van mij wil.’
Een paar minuten later stappen beide vrouwen het kantoor van de commandante binnen.
‘Laat ons, agent Rand.’
Erine kijkt even naar Sorane.
‘Maar als ze iets probeert.’
‘Daar is ze te verstandig voor, Erine. Ik red me wel.’
Als Erine de deur achter zich gesloten heeft kijkt de commandante de roodharige aandachtig aan en zegt dan:
‘Ik ben Imka Vigon, commandante van dit district. Ik heb een voorstel voor u, Nador.’
‘Een voorstel?’
‘Als je het aanneemt, dan krijg je kwijtschelding van straf.’
‘En als ik het niet doe.’
‘Dat weet ik niet, Nador. Maar ik denk zoiets als 10 tot 20 jaar of misschien levenslang als ik de geruchten mag geloven.’
Even kijkt Sorane haar nadenkend aan.
‘Mijn naam is niet, Nador. Mijn echte ouders heten Cobanon. Ik heb sinds kort besloten om mijn leven als Sorane Nador achter te mij gelaten. Ik noem mij nu Sorane Cobanon, naar de familienaam van mijn echte moeder. Dat is bij de amazones een gebruik.’
‘Maar jij bent geen amazone, Sorane.’
‘Niet van opvoeding, Commandante. Maar wel van afkomst.’
‘Ook goed, Sorane Na… Cobanon. Maar je denkt toch niet dat je, je verleden snel kunt afwerpen, om dan met een andere naam opnieuw te beginnen.’
‘Nee, commandante, dat denk ik niet. Maar Sorane Nador herinnert mij teveel aan mijn vroeger leven.’
‘We zien wel, Sorane. Je moet eerst nog bewijzen dat je een nieuwe kans waart bent. Ik hoop alleen dat je geen vals paspoort hebt op je nieuwe naam.’
‘Nee, Commandante. Dit paspoort met mijn echte naam, heb ik al zeer lang. Hij is in Mogwan geregistreerd. Als u wil kan je dat wel laten controleren denk ik.’
‘Zal ik doen, Sorane. Daar kan je van verzekerd zijn.’
‘In orde, laat maar horen, Commandante. Misschien vind ik het een uitdaging,’ glimlacht Sorane.
‘Een uitdaging. Ja, ik denk dat je het zo kunt noemen. Al verschillende jaren is Aqunok in het misdaad milieu actief. Zijn echte naam kent niemand, maar hij wordt steeds belangrijker. Op dit moment is hij een van de drie machtigste misdaadheren in de stad. Hij laat zijn tegenstanders genadeloos afmaken.’
‘Moet ik hem neer knallen? Dat is geen enkel probleem.’
‘Nee, Sorane. Dat mag niet gebeuren. Hij moet als voorbeeld dienen voor de anderen. Wij willen dat jij bewijzen tegen hem verzameld. Want volgens mijn inlichtingen is hij iets groots van plan. Er wordt ook soms over een geheimzinnige vrouw gesproken die hem steunt. Als van iets meer zou kunnen ontdekken zou dat mooi meegenomen zijn.’
‘Bewijzen, Commandante. Denken jullie echt dat hij daardoor in de gevangenis beland? Hij koopt de rechters gewoon om.’
‘De rechter die mij steunt is niet omkoopbaar. Maar eerst de bewijzen, daarna zien we wel,’ zegt de commandante.
‘In orde. Ik doe het, want die geheimzinnige vrouw heeft mijn interesse gewekt,’ zegt Sorane, na even nagedacht te hebben.
‘Mag ik u aanraden, om niet te verdwijnen, Sorane Cobanon. Want als je dan opnieuw gegrepen wordt, luidt het vonnis de levenslang.’
Even kijkt Sorane met gemengde gevoelens naar de vijftigjarige commandante.
‘Ik ben dit leven al een tijdje moe, Commandante. Dit is misschien mijn kans om eruit te raken.’
‘Als je slaagt, misschien wel. Maar als de mensen van Aqunok je doorhebben, dan ben je er geweest.’
Intussen zit Erine achter haar bureau en nu pas dringt het tot haar door dat Sorane een paar maanden geleden haar leven spaarde en ook nog redde van die vier corrupte agenten. Even steunt ze haar hoofd tussen haar handen op het bureau en ze voelt zich zwak worden. Ze kon Sorane niet uitstaan omdat ze haar leven vergooide en er nog geld aan verdiende ook. En nu heeft ze een schuld aan haar in te lossen. Maar hoe ze dat moet doen, weet ze niet.
Malon kijkt naar haar en vraagt:
‘Wat is er, collega? Je lijkt een beetje van de kaart.’
Aarzelend kijkt Erine met vochtige ogen op en antwoordt:
‘Dat ben ik ook, Malon. Je weet nog dat ik bijna gedood werd door een paar collega’s. Maar als bij wonder door een onbekende gered werd.’
‘Ja, je had toen een soort engelbewaarder. Denk ik.’
‘Geen engelbewaarder, Malon. Maar Sorane Nador of Cobanon, zoals ze zich nu noemt. Het was zij die hen dode. Zij redde die dag mijn leven zelfs twee maal.’
‘Wat? Dat meen je niet.’
Maar aan haar ogen kan hij zien, dat het waar moet zijn.
‘Toch wil ik dat eerst eens onderzoeken. Ik kan dat zomaar niet geloven. En als het waar is dan is Erine haar iets verschuldigd.’
Even kijkt hij nadenkend voor zich uit. In zijn gedachten probeert hij te ontdekken hoe hij het best dat onderzoekje kan beginnen.
‘De energiegegevens, moet ik controleren. We hebben Sorane’s wapen in de bergruimte liggen. Dus het moet eenvoudig vast te stellen zijn of dat wapen komen dezelfde energiepulsen afgeeft,’ denkt hij, maar zegt niets tegen Erine.
Op dat moment ziet hij dat de commandante een teken geeft.
‘Kom, Erine. We moeten ons melden.’
Even droogt Erine snel haar ogen en steekt de zakdoek weg in haar riemtas. Dan staat er op. Malon opent intussen de deur van het kantoor en stapt naar binnen.
‘Malon, jij en Erine, breng deze huurmoordenares terug naar het cellencomplex,’ zegt de Commandante:
‘In orde. Moeten we haar niet afzonderen van de andere gevangenen.’
De commandante wendt haar blik naar de agent en grijnst:
‘Dat is niet nodig, Agent Garant. Ze gaat niet terug de cel in.’
De commandante merkt dat beide agenten haar verbaasd aanstaren, maar richt zich tot de roodharige gevangene.
‘Sorane, onderweg naar de cel moet jij zien te ontsnappen. Je krijgt de hele politiemacht achter je aan. Dus doe je best maar. Deze twee worden je contactpersonen, breng aan hen verslag uit op geregelde tijdstippen.’
‘Krijg ik mijn uitrusting terug?’ vraagt de roodharige.
‘Nee, want dan zouden de agenten in dienst staan van Aqunok onraad kunnen ruiken. Alleen ik, en deze twee agenten zijn op de hoogte. Het moet echt lijken. Als je slaagt om te infiltreren zal ik Rechter Sodinor op de hoogte brengen. Hij zal zorgen dat je kwijtschelding krijgt, als hij Aqunok kan veroordelen.’
Sorane heeft al van die rechter horen spreken en knikt even. Dan trekt ze haar schouders op en volgt Malon naar buiten.
‘Wat zou ze bedoeld hebben?’ vraagt Erine.
‘Als ik het goed begrepen heb, moet deze dame hier zien te ontsnappen, maar hoe het verder moet, weet ik het niet,’ antwoordt Malon.
Gedrieën lopen ze naar de achterdeur van het politiegebouw toe. Op het moment dat ze door de deur lopen en in een groep agenten belanden, geeft Sorane Malon en Erine plots een duw, waardoor ze tegen enkele agenten opbotsen. Met een sprong is ze buiten en draait zich om. Snel richt ze haar linkerarm omhoog en een bijna onzichtbaar dun touw schiet omhoog. Als het touw ter hoogte is van de linkse vlaggenstok, klikken aan de punt vier kleine hakken naar buiten.
Sorane geeft er een ruk aan en stelt tevreden vast, dat de haken aan de stok blijven hangen. Enkele agenten proberen de jonge vrouw te grijpen, maar ze drukt op haar linke pols, waardoor het touw terug ingetrokken wordt. Hierdoor schiet Sorane als een pijl naar omhoog. Nog geen tien seconden later heeft ze de vlaggenstok stevig vast en zwaait heen en weer.
Een paar agenten trekken hun wapens. Een van hen opent het vuur, maar mist. Erine zucht opgelucht en ziet Sorane plots met uitgestrekte armen omhoogvliegen. Aan de tralies voor een raam kan ze zich vastgrijpen en staat even later op de vensterbank. Snel richt ze haar rechterarm op de dakrand, die een beetje naar buiten steekt en opnieuw schiet een touw naar zijn doel. Een paar seconden later zwaait Sorane in een boog naar beneden.
Als ze weer omhoog zwaait, schieten de haken weer naar binnen het touw komt los van de stok, terwijl het dadelijk weer opgerold wordt. De agenten laten hun wapen zakken en kijken verbaasd toe hoe ze naar het andere gebouw toevliegt. Zo komt ze even later twee gebouwen verder op een plat dak terecht. Even wuift ze naar de agenten en haast zich dan verder.
‘Verdomme, we hadden haar beter moeten controleren. Ze had nog een deel van haar uitrusting,’ vloekt Malon.
‘De commandante zal jullie beiden het vel over de oren halen,’ lacht een van de agenten in uniform.
Erine kijkt hem met vlammende ogen aan en trekt haar schouders op:
‘We grijpen haar wel opnieuw,’ zegt ze, met een vreemde glimlach op haar lippen.
‘Kom, we moeten het melden collega.’
Als ze even later in het kantoor van de commandante krijgen ze de huid vol gescheld. Maar dan geeft de commandante hen en knipoog.
‘Kom de volgende dagen niet meer onder mijn ogen. En zorg dat jullie snel een paar zaken oplossen, zodat ik tevreden ben. Anders worden jullie geschorst,’ roept ze hen woedend na als ze beiden het kantoor verlaten.
Hun collega’s kijken hen spottend aan.
‘Dat komt ervan als jullie een belangrijke gevangene laten ontkomen.’
‘Moei je met je eigen zaken, agent Morimar,’ zegt Erine kwaad.
Dan volgt ze haar collega snel naar buiten.
Sorane bereikt een uur later haar schuilplaats en opent de deur met een speciale code. Als de deur achter haar weer dichtgeschoven is, zucht ze even. Dan loopt ze nadenkend naar de keuken toe en neemt iets te drinken uit de ijskast. Met een flesje in haar hand gaat ze in een zetel zitten en schakelt de teevee in. Terwijl ze ongeïnteresseerd naar de beelden kijkt, vraagt ze zich af wat ze nu wil doen.
Haar afspraak nakomen, of zich uit de voeten maken. Van Aqunok heeft ze al horen spreken. Hij gaat genadeloos te werk in zijn streven naar macht. Plots schiet er een gedachte door haar hoofd.
‘Aqunok moet de laatste zijn die ik zoek. Hij wil de macht over heel de stad en misschien nog veel meer. In ieder geval moet hij toch weten wie hij die opdracht gegeven heeft. Dat kan niet anders.’