Als de coördinator eindelijk opkijkt, hoort Verin tot zijn ontsteltenis dat ze hen doorhebben.
‘Je bent erbij, Verin. Jij en Sorane hebben Axin en Nevon geholpen om weg te komen. En ze ook nog een onderkomen bezorgd. Maar Sorane heeft een kleine fout gemaakt, toen ze jullie vrienden ging opzoeken om hen de nodige papieren te bezorgen. We weten waar ze zijn.’
Verin slikt even, maar zegt niets. De coördinator zwijgt even om zijn woorden te laten doordringen.
‘Jij krijgt echter nog een kans, Verin. Want twee van de zes besten van jullie groep verliezen, dat kan ik mij niet meer permitteren.’
‘Een kans?’ vraagt Verin.
‘Ja, maar dan moet jij Axin en Nevon uitwissen. En daarna is het Sorane of jij. Als jij haar dood dan ben jij de nummer één van je groep. Anders wordt Sorane dat. Alleen is dat mijn wens niet.’
De man merkt zijn vragende blik op.
‘Sorane? Waarom is dat je wens niet?’ vraagt Verin plots.
Even kijkt de man hem met een kwade blik aan, maar tot Verins opluchting, glimlacht hij.
‘Je wilt weten waarom Sorane tot je opdracht behoort, Verin. Ten eerste zijn jullie ongeveer even goed in jullie training. Toch is Sorane een zwakke schakel. Ze lijkt om mensen te geven en dat is de tweede reden. En zeker als het haar vrienden betreft.’
Verin weet niet wat te zeggen.
‘Wij beseffen dat jij meent van Sorane te houden, maar daardoor heb jij je schuldig gemaakt aan een tweede overtreding.
‘Dat kan de enige reden niet zijn, sir.’
‘Nee, dat is de echte reden niet, Verin. Haar echte ouders waren politieagenten. Ik had een opdracht op een amazone planeet, maar haar vader Gono Saron kwam mij op het spoor en er volgende een vuurgevecht. Agent Saron, werd hierbij licht gewond, maar ik belande in het ziekenhuis met twee capsules in mijn linkerbeen. Een van de twee capsules had mijn spieren van mijn dijbeen gescheurd. Daardoor kon ik niet meer zo lopen als vroeger. Dat is de reden dat ik hier coördinator werd. Ik wilde wraak, maar Gono Saron werd samen met zijn vrouw gedood bij een aanslag. Ik kon mijn wraak echter niet meer uitvoeren tot Sorane Nador hier leerlinge werd. Ik liet haar zoals alle anderen onderzoeken. Zo kwam te weten wie haar ouders waren en kreeg ook nog een dik betaalde opdracht van een amazoneleidster.’
‘Een amazone. Bent u wel zeker?’
‘Ik kreeg de opdracht van Vrouwe Eravna zelf. Zij wil de nakomeling van die verraders dood en ik ook. Dus dat is mooi meegenomen.’
‘En daarom hebt u haar verschillende malen willen doden.’
‘Ja. Maar het zou gelukt zijn, als ze niet door een onbekende opgeleid zou zijn tijdens haar jaar verlof. Alleen weet ik niet wie die onbekende of onbekenden waren en waarom?’
Even aarzelt Verin, maar dan zegt hij:
‘Je zoon, Sir. Hij stierf in die mijnen daar, maar hij had vrienden gemaakt onder de gevangenen. Omdat Sorane voor huurmoordenares opgeleid werd, door Akron, leiden ze haar in zijn plaats op.’
‘Wat? Dus mijn zoon zou daar achter zitten.’
‘Niet persoonlijk. Maar als Sorane gelijk heeft, dan ligt hij aan de bron van haar opdracht.’
‘Opdracht? Wat bedoel je?’
‘U, Sir. Ze is hier om u te doden.’
Even staart de coördinator is Verins ogen.
‘Mijn zoon? Is dat zijn wraak? Zelf durfde hij het niet.’
‘Misschien wel, Sir. Maar volgens Sorane zou zijn dode vrouw hem nooit vergeven als hij u met eigen hand zou doden.’
‘Ha. Hij zal wel te laf geweest zijn.’
‘Ik weet het niet, Sir. Ik herhaal alleen maar wat Sorane mij vertelt heeft.’
‘Dan moet ze zeker haar laatste adem uitblazen, Verin. Wil jij vandaag sterven of neem je de opdracht aan?’
‘Nevon, Axin en nu ook Sorane doden. Kan ik dat?’ denkt hij.
‘Denk maar niet te lang na, Verin. Zij of jij. Zo eenvoudig is het. Er kan er maar een de beste zijn per lichting en zoals ik zei. Ik wil haar dood bevestigd zien.’
Verin knikt al is het met een lichte aarzeling.
‘Dus aan jou de beslissing. Sorane of jij. Ofwel voer de taak naar behoren uit of jullie liggen allebei aan mijn voeten.’
Even is het doodstil in het kantoor.
Van alles gaat door heen Verin, hij houdt van Sorane, maar ook van het leven.
‘Ik wacht niet langer, Verin. Kies nu of…’
Maar Verin richt zijn blik standvastig op de man voor zich.
‘Ik zal mijn opdracht tot een goed einde brengen,’ knikt hij.
‘Vergeet het niet, Verin. We weten dat jij Sorane geholpen hebt om dat koppel te verbergen. Dus dit is een test om je trouw te bewijzen. Tracht ons niet te misleiden, want dan kiezen onze meerderen misschien toch nog voor Sorane. Maar dan moet ik van mijn wraak afzien.’
Verin verstart even, maar laat niets van zijn gevoelens blijken en verlaat even later het kantoor. Even twijfelt hij of hij over de plannen van hun groepje zou spreken.
‘Misschien later. Nu zou dat mijn einde betekenen. Misschien kan ik ze later zelf een voor een uitschakelen,’ denkt hij.
Zich oprichtend zucht hij en loopt verder door de gang. Toch is hij innerlijk nog steeds in tweestrijd. Dit is zijn kans kunnen zijn om hogerop te raken, maar dan moet hij Sorane opgeven en zelfs doden. Hij houdt van Sorane, maar hier kan hij niet onderuit, zonder zijn leven te verliezen. Hij kent Sorane goed genoeg, om te weten, dat, als hij haar zou helpen, ze wraak zou willen nemen. En er zijn ook nog enkele anderen die haar zouden steunen, als ze wisten wat zijn opdracht nu is.
‘Wat moet ik doen?’ fluistert hij.
Maar nog iemand anders heeft het gesprek met verbijstering gevolgd. Een jonge man, die vandaag dienst had in de observatie ruimte. Even kijkt hij angstig om zich heen. Hij zucht opgelucht als hij niemand in zijn richting ziet kijken. Ze zijn allen met hun werk bezig. Snel verandert hij enkele instellingen en wist een deel van zijn logboek. Ongeveer drie uur later zit zijn dienst erop en hij verlaat de ruimte. Na het eten gaat hij met enkele anderen naar hun kamer om wat hij ontdekt heeft te bespreken. De vier anderen luisteren verbaasd en met ontstelling naar de woorden van hun vriend.
‘Zou Verin het werkelijk doen?’
‘Ik weet het niet. Maar wat kan hij anders doen.’
‘We moeten Sorane op de hoogte brengen.’
‘Hoe, Layon? We weten niet waar ze is.’
‘Ik vrees alleen dat Sorane woedend zal reageren als ze het te weten komt.’
‘Dan moeten we klaar zijn, vrienden. Breng de anderen op de hoogte. Daarna wachten we op Sorane.’
‘Je vergeet dat als Verin die opdracht uitvoert, er maar een van beiden terugkomt.’
‘Hij houdt toch van Sorane?’
‘Ja, maar hij staat voor de keuze. Leven of met Sorane gedood worden. Als hij voor leven kiest, dan is Sorane zijn doelwit. Alleen is het de vraag wie het overleeft.’
‘Hopelijk is dat Sorane,’ zegt een vrouwelijke stem.
‘Dat hopen we allen. Maar zelfs als ze dood is, zullen we onze plannen ten uitvoer brengen. Dat hebben we elkaar gezworen, nog voor Sorane en Verin deel van onze groep uitmaakten.’
‘Wat dan? Onze plannen versnellen.’
‘Nee, maar als we willen slagen en als Verin erin slaagt om Sorane te doden. Dan moet Verin, nog voor hij het gebouw betreed, gedood worden.’
‘Wat? Je wil Verin doden.’
‘Ja, dat kan niet anders. Hij en Sorane zijn de besten van onze groep. Als hij Sorane zou uitschakelen, dan is hij te gevaarlijk, want hij weet van ons.’
‘Ik weet het niet, Layon.’
‘We hebben geen keuze, Certina. Het is dan Verin of wij allen.’
‘Het zij zo, vrienden. Tot een van beiden terugkeert, houden we ons stil. Niets mag ons verraden, maar we moeten klaar zijn om te doen wat moet gebeuren. Willen we allen blijven leven.’
Even is het stil in het vertrek.
‘We zien wel als het zover is.’
‘Laat ons gaan rusten. Morgen na de training, komen we weer samen. We moeten plannen hoe we onopgemerkt voorbereidingen treffen.’
‘Welke voorbereidingen?’
‘Enkelen van ons moeten Verin opwachten en doden.’
Even is het stil in de kleine groep. Dan knikken enkelen.
‘Als we samenkomen spreken we af wie naar buiten gaat.’
‘Tot morgen dan,’ zegt een van de mannen.’
Afzonderlijk verlaten de aanwezigen het vertrek en ze haasten zich naar hun eigen vertrekken.
De volgende dag vertrekt hij met een passagiersschip op weg naar de amazone planeet Trafar IV.
Vier maanden gaan voorbij, terwijl Sorane ongeduldig wacht op zijn terugkeer. Ze weet niet dat enkele mannen van de Coördinator haar observeren. De Coördinator grijnst als hij bericht krijgt dat Verin zijn eerste opdracht feilloos uitgevoerd heeft. Twee later land Verin met een kleine passagierstoestel op een kleine ruimtehaven vlak buiten de stad. Alleen de Coördinator is op de hoogte van zijn terugkeer.
In een luxueuze hotelkamer brengt hij de nacht door. Vroeg in de morgen staat hij op en maakt klaar te maken. Hij is er met zijn gedachten echter niet bij. Verward maakt hij zijn wapen schoon en vult de lader ditmaal met echte munitie. Maar hij weet nog niet echt wat hij zal gaan doen. Zijn opdracht niet uitvoeren en Sorane op de hoogte brengen. Daarna samen met enkele anderen proberen te ontkomen aan de Akroncel, waar zij opgeleid worden. Maar dat zou betekenen dat ze voor de rest van hun leven op de vlucht zouden zijn.
‘Nee, dat is het niet waart,’ denkt hij. Maar hij beseft ook dat als Sorane dit zou weten, dan zou ze zijn grootste vijand worden. Hij kent haar goed genoeg om dat door te hebben. Ze zou op hem zou jagen, tot een van hun beiden dood is.
‘Kan ik haar doden?’ vraagt hij zich af.
Dan kijkt hij zijn berichten na en leest er enkele.
‘Ze zijn nog steeds in de schuilplaats,’ denkt hij, ‘Dat is een beetje geluk hebben. Nu moet ik hen niet opsporen.’
Als hij een uur in zijn zwever stapt, staat zijn besluit al vast. Eerst die twee, daarna, de vrouw waar hij van houdt. Maar liefde heeft in hun beroep geen reden van bestaan. Tegen hoge snelheid raast hij over de wegen met als doel Mogwan. Aan de rand van de villawijk parkeert hij zijn wagen en stapt uit.
Kalm neemt hij zijn gsm uit zijn riemtasje en aarzelt nog even nadenkend. Maar dan hakt hij de knoop door.
‘Het moet gebeuren,’ fluistert hij slikkend.
Dan belt hij Sorane op.
‘Hallo, schat,’ hoort hij Sorane zeggen.
‘Ik heb nieuwe opdracht, maar ik wilde je nog even zien.’
‘O, ben je al terug.’
‘Ja, een week. Ik moest mij even voorbereiden, want er wachtte mij al een nieuwe geheime opdracht.’
‘Zo snel.’
‘Ja, het is dringend, dus ik kan je maar even zien.’
‘Je maakt me zo gelukkig, Verin.’
Verin slikt even.
‘Kan ik dit wel,’ denkt hij, terwijl hij weer het gezichtje van Sorane voor zich ziet.
Maar dan recht hij zijn schouders en zegt:
‘Ik moet voor een paar dagen weg, lieveling. Daarom dacht ik eraan om met jou nog iets te gaan eten.’
‘Slecht en goed nieuws dus, lieve schat.’
‘Ja, het spijt me. Misschien kunnen we afspreken aan het restaurant van onze vrienden, No-nin en de anderen.’
‘Zeker, ik verheug me er al op om de mensen daar nog eens te zien,’ stemt Sorane in.
‘Oké, Sorane. Ik ben er ongeveer rond 19.00u deze avond.’
‘Tot straks dan, lieveling. Als ik kon zou ik je kussen, maar dat is voor straks.’ hoort hij haar nog zeggen, voor hij zijn toestel uitschakelt.
Even blijft hij naar Sorane’s portret op het schermpje kijken, maar dan recht hij zijn rug. Langzaam schuift hij het toestel met trillende handen in zijn riemtasje.
‘Het spijt me schat, maar ik kan niet anders. Hoe sneller ik eraan begin hoe sneller is het voorbij. En dan is er geen weg meer terug,’ denkt hij.
Als hij het huis bereikt waar Nevon en zijn vrouw zich verborgen houden, aarzelt hij nog even, maar dan trekt hij zijn wapen en draait de geluidsdemper erop. Voorzichtig sluipt hij geruisloos om het huis, maar merkt plots enkele agenten op. Ze zijn uitgeschakeld voor ze beseffen wat er gaande is. Dan dringt hij het huis binnen en staat plots voor Axin, die met haar baby in de zetel zit. Ze geeft hem juist borstvoeding.
Even verstard hij als hij de baby ziet. Dan merkt hij dat de vrouw hem verschrikt aankijkt, terwijl hij aarzelt.
‘Verin, wat???’ fluistert ze, maar merkt ze dat hij zijn wapen heft.
Ze beseft dadelijk waarom hij gekomen is.
‘NEEEE, Verin… Mijn bab…’ roept ze uit.
Maar Verin schiet genadeloos. Hij vuurt eerst naar Arin en de capsule doorboort haar vlak onder de hals. Dan grijnst hij als hij eerst de baby twee capsules in zijn borstje jaagt. Dan richt hij zijn wapen op Axin, die ontstelt naar haar kindje kijkt. Ze ziet haar rok rood kleuren van haar en zijn bloed, want de capsules zijn ook door haar lichaam gegaan. Dan kijkt ze op en staart recht in het koele grijnzend gezicht van Verin.
‘Waarom?’ fluistert ze.
Maar Verin zegt niets. Hij staart alleen naar de straaltjes bloed, die uit haar wonde over haar borsten vloeit. Hij wordt erdoor geboeid. Maar dan hoort hij stappen en haast zich naar de muur toe. Nevon die de woorden van zijn meisje hoorde, haast zich naar binnen. Als hij in de salon binnen stapt, blijft hij verstard staan. Hij ziet zijn vrouw achterover in de zetel in haar bloed zitten.
‘Axin. Nee, dat kan niet waar zijn,’ roept hij uit.
‘Nevan, p.. pas op. A….chter de deur….,’ roept Axin kreunend.
Dadelijk grijpt hij naar zijn wapen, maar dat heeft hij niet bij zich. Verin, die achter de deur staat, schiet genadeloos doorheen het hout. Nevons lichaam botst tegen de muur, voor hij langzaam in elkaar zakt. Verin kijkt even op hem neer.’
‘Jij, Verin. Waarom?’ kreunt Nevon.
Verin trekt zijn schouders op.
‘Niemand ontkomt aan de cel,’ fluistert hij hees.
‘S…orane z..al je het nooit v…ergeven, m….man…,’ kreunt Nevon, terwijl een poging doet om naar Axin te kruipen, maar de moordenaar glimlacht.
‘Ze krijgt geen kans, Nevon. Zij is de volgende op mijn lijst,’ zegt hij koel, terwijl hij beseft dat er geen weg meer terug is.
Dan richt hij zijn wapen op zijn slachtoffer. Maar op dat moment valt de hand van Nevon slap op de vloer. Dan kijkt hij naar Axin, die hem strak aankijkt.
Haar kindje is naast haar, uit haar machteloze armen, op de zetel gerold en ligt daar in zijn bloed.
‘Doe het en wees vervloekt, moordenaar.’
Langzaam heft hij zijn wapen en richt het op het hoofd van Axin, terwijl recht in haar ogen kijkt.
‘Sorane zal je doden, Verin,’ hoort hij haar nog fluisteren.
‘Vergissing, Axin. Sorane is straks even dood als jij. Die gekkin wacht op mij voor een lekker etentje. Maar ze zit daar op haar dood te wachten,’ zegt hij grijnzend.
Dan haalt hij de trekker over. Uit zijn wapen komt een vuurstraal, die de capsule tussen de ogen van de jonge vrouw in haar hoofd jaagt. Nog even staart Verin naar het levenloze lichaam van Axin en dan naar haar dode baby.
Een seconde denkt hij met spijt aan Sorane, maar nu kan hij niet anders meer. Als ze te weten komt wat hij gedaan heeft, dan zal ze komen om hem te doden. Het is hij of zij.
Even aarzelt Verin nog, maar schroeft hij de geluidsdemper weer los en bergt hem weg. Met een snelle beweging steekt hij het wapen in zijn schouderholster.
‘Dat ging snel en eenvoudig. Nu Sorane, ben jij aan de beurt,’ denkt hij slikkend, terwijl er even een droevig blik in zijn ogen verschijnt.
Misschien had hij met Sorane het geluk kunnen vinden, want hij beseft dat hij nog steeds op haar verliefd is. Maar terzelfdertijd komt ook het besef, dat er nu geen weg meer terug is.
Even later rijdt hij weg, maar juist als hij de toegangspoort uitrijdt, draait een wagen de bocht om. Hij kan hem op het nippertje ontwijken. Even merkt hij een vrouw achter het stuur op, maar hij kent haar niet. Met toenemende snelheid rijdt hij voorbij de toegangspoort.
De vrouw in de wagen stopt op het binnenplein van de villa. Maar als ze uitstapt, beseft ze dat er iets vreselijks gebeurd moet zijn. Als ze met getrokken wapen door de deur stapt, wordt haar angst bewaarheid als ze eerst Axin en haar kindje opmerkt en dan Nevon.
‘Verdomme, zelfs het kindje.’ roept ze uit als ze de doden opmerkt.
Als ze zich wil omdraaien, merkt ze plots dat de rechterhand van Nevon iets op de vloer neer geschreven heeft. Verin… Sora……..
Dan herinnert ze zich de wagen die wegreed.
‘Verin. Sora… misschien Sorane? Probeerde de dode de naam van zijn moordenaars te schrijven.’
Even kijkt ze om zich heen. Maar buiten de doden is er niemand.
‘De wagen die weg reed, die moet ik…’ gaat het door haar gedachten.
Dadelijk rent ze naar buiten en springt in haar wagen.
‘Verin? Dat is toch het liefje van die Sorane Nador? Volgens de inlichtingen zijn die twee een koppel.’ denkt ze, voor ze met piepende banden weg raast.
Met halsbrekende snelheid rijdt ze over de zanderige weg. Als snel heeft ze de wagen in zicht. Maar Verin, die intussen zijn daad probeert te verwerken en trager rijdt, merkt de wagen die hem achtervolgt bijna te laat op. Per toeval kijkt hij even in de spiegel en merkt de wagen op.
‘Dat moet die vrouw zijn. Wie is dat nu weer?’ denkt hij verschrikt en drukt het gaspedaal helemaal in.
Met halsbrekende snelheid raast zijn wagen over de zanderige weg. Maar de agente is hardnekkig en blijft hem naderen. Innerlijk moet hij haar bewonderen, maar ze wil hem tegenhouden. Dus zal ze ook moeten sterven als ze in zijn weg moest lopen.
Meer dan een uur later rijdt hij de stad binnen met de agente ongeveer honderd meter achter hem aan. Gelukkig is het minder druk op dit tijdstip, toch botsen een paar auto’s als ze de voorbijrazende wagens proberen te ontwijken. Verin zucht opgelucht als hij de wagen van de agente niet meer opmerkt. Maar hij weet niet dat ze vermoedt wat zijn volgende doel is. De kamer in het hotel waar hij vroeger woonde. Wat de agente echter niet weet, is dat hij een afspraak heeft met Sorane in het restaurant aan de overzijde.
Verin stopt zijn wagen op een parking voor een hotel tegen over de villa waar Sorane woont. Hij merkt het echter niet, dat de agente hem al opgemerkt heeft. Ze volgt hem onopgemerkt naar het hotel en stapt ongeveer dertig meter achter hem naar binnen.
‘Nee, ik kan nog niets doen, er is te veel volk.’ denkt ze, terwijl haar hand van haar wapen terugtrekt.
Dan ziet ze de jongeman de lift instappen en haast zich naar de trappen. Zo snel ze kan rent ze naar boven, maar het zijn tweeëntwintig verdiepingen naar het dak. Op de vijfde verdieping verlaat ze snel de trap en haast zich naar de lift. Maar daar stelt ze vast dat hij nog stijgt. Het cijfer naast de deur springt juist op elf. Opnieuw rent ze de trap op. Inhalen kan ze hem niet meer, beseft ze. Ze weet echter niet dat Verin hier een kamer genomen heeft. Op de twaalfde verdieping stapt hij uit en haast zich naar zijn kamer. De agente is twee verdiepingen hoger als ze op haar gevoel afgaat een naar de lift snelt. Hier ziet ze dat de lift zich op de twaalfde verdieping bevindt. Opnieuw rent ze naar de deur van de trap toe en weer naar beneden, Hijgend opent ze de deur die toegang geeft tot de twaalfde verdieping en trekt haar wapen. In de gang ziet ze alleen een kuisvrouw met een wagentje. Snel loopt ze erheen en vraagt, terwijl ze haar politiepasje toont:
‘Politie, heb je een jongeman gezien die uit de lift kwam?’
‘Kamer 1246,’ zegt de vrouw en geeft haar toegangskaart.
De agente knikt de vrouw toe en haast zich naar de deur toe. Voorzichtig opent ze deze.
Intussen komt Sorane te voet aangewandeld en loopt tussen de stoelen en tafels door naar een ober die ze kent.
‘Hai, Sivon. Hoe is het?’
‘Zeer goed, Sorane. Het is op het moment iets minder druk dan anders, maar verder is alles in orde. De zaken gaan goed.’
‘He, Sorane. Jij hier dat is al een tijdje geleden. Hoe is met jou en die knappe jongeman, Verin?’
De roodharige kijkt om en ziet Achnaya op zich afkomen.
‘Werk je hier nog steeds?’
‘Zoals je ziet, meisje,’ zegt de tweeëntwintigjarige vrouw en omarmt Sorane.
Geen van allen weet dat Verin aan de overzijde en wapen op hen gericht houdt. Maar hij aarzelt nog steeds.
‘Verin komt ook. We hebben hier afgesproken.’
‘Dan zijn jullie nog steeds bij elkaar.’
‘Ja, we zijn verliefd op elkaar,’ antwoordt Sorane.
‘Dan kun je beter buiten op het terras gaan zitten, dan zie je hem aankomen,’ zegt Achnaya lachend.
‘Daar heb je gelijk in. Straks denkt hij nog dat ik er niet ben,’ zegt Sorane met een glimlach en haast zich naar buiten.
De loop van Verin wapen volgt haar, maar nog steeds aarzelt hij. Ze handen trillen van de spanning. Hij ademt een paar maal in en uit, voor hij weer door het vizier kijkt. Hij merkt dat zijn vriendin aan een tafeltje langs de zijkant plaats genomen heeft. Achnaya brengt haar juist een frisdrank.
‘Dank je,’ knikt Sorane haar toe en neemt het glas van de tafel op.
Ongeduldig wacht ze op Verin, want ze wil hem zien voor hij weer vertrekt. Ze weet echter niet dat hij een wapen op haar gericht houdt en innerlijk een zware twee strijd uitvoert. Maar zijn beslissing was al gevallen op het moment dat hij Axin en haar kind dode.
‘Ze maakt het me wel gemakkelijk,’ denkt hij.
Langzaam kromt hij zijn vinger om de trekker. Als hij vuurt, beseft hij dat zijn handen te hard trillen. Sorane wordt door de capsule achteruitgeworpen en stort neer op de grond. Even is hij opgelucht.
‘Ik heb haar,’ denkt hij, maar dan ziet hij haar opzij rollen en vloekt even.
Sorane kijkt even naar het bloed op haar hand en beseft dat ze beschoten wordt. Ze voelt een hevige pijn in haar hals als ze haar linkerarm beweegt. Op dat moment begint de schutter opnieuw op haar te schieten. Verin vuurt en vuurt in de hoop om haar alsnog dodelijk te raken, maar zijn capsules slaan in het muurtje waarachter Sorane ligt. Ze dringen er echter niet doorheen. Toch blijft hij vuren tot de lader leeg is.
‘Verdomme,’ vloekt hij.
Zijn verstand is intussen opgeklaard en hij grijpt in zijn tas naar een lader waarin pantser doorborende capsules steken. Sorane heeft intussen naar de wonde aan haar hals getast en beseft dat ze veel geluk gehad heeft. De capsule is vlak boven de linkerschouder door het vlees gegaan. Het is pijnlijk en bloed licht, maar is niet gevaarlijk. Er zelfs geen been geraakt. Snel grijpt ze in haar zak en spuit even op beide kanten van de wonde. Langzaam worden beide wonden afgedekt door een beschermende afdichting.
Even ziet ze de vrouw in de deuropening verschijnen.
‘Sorane, Wat??? Je bent gewond,’
‘Verberg je, Achnaya. Er zijn een of meerdere schutters.’
De vrouw schrikt en maakt zich uit de voeten. Dan begint de schutter weer te schieten. Ze schrikt als de eerste capsule zich doorheen het muurtje boort. Hij raakt even haar linkerdijbeen en boort zich dan in de vloer. Ze kreunt even van de pijn terwijl ze beseft dat ze hier niet veilig meer is. Een gedachte is genoeg om haar getraind lichaam te laten reageren. Ze rolt om en springt recht. Een capsule boort zich opnieuw door het muurtje. Voor de schutter zijn wapen van richting kan veranderen, is de roodharige al met een soepele sprong over het muurtje gesprongen. Ze vuurt tweemaal naar het dak. Verin hoort de inslagen zo dicht, dat ze hem verrassen.
‘Dat was dichtbij. Ze is zeer goed, misschien zelfs beter dan ik. Maar vandaag is haar laatste.’
Even lacht hij, maar dan staat hij op en richt zijn wapen naar beneden. Even ziet hij Sorane nergens, maar plots merkt hij haar op achter een wagen aan de overkant. Een grijnst ontsiert zijn knap gezicht, vlak voor hij het vuur opent. Twee capsules slaan grote gaten in de wagen, maar Sorane sprong al op als ze de eerste lichtflits opmerkte weg. Weer vuurt ze in de richting van de schoten. Terwijl ze zigzaggend de straat overrent, ziet ze plots de schutter staat in de weerspiegeling van een venster van het gebouw achter haar.
‘Een fatale fout, killer. Nu weet ik waar je bent,’ denkt ze.
Haar wapen vuurt bliksemsnel het ene schot na het andere op de gedaante af. De eerste capsule doet hem ineenkrimpen, maar hij laat zich dadelijk vallen en ontkomt zo aan de twee volgende. Zijn wapen valt op de vloer, terwijl hij naar zijn linkerborst grijpt. Verin beseft dat zijn linkerkant zo goed als verlamd is. Het bloed vloeit uit de wonde in zijn borst. Ook op zijn rug voelt hij bloed vloeien.
‘Ze heeft me goed geraakt, die heks. Ik moet hier weg,’ fluistert hij, terwijl zijn ogen glinsteren van haat en bewondering.
Maar hij wankelt hevig als hij een stap naar voor wil doen.
‘Ik haal het niet meer. Mislukt, Verdomme, lieveling, jij bent goed, ik had het moeten beseffen,’ denkt hij, terwijl hij steun zoekt tegen de muur.
Intussen wijken de mensen opzij als Sorane het flatgebouw met getrokken wapen binnenstormt. Ze opent het vuur op het bedieningspaneel van de twee liften, zodat ze niet meer gebruikt kunnen worden. Even later rent ze de deur door die toegang geeft tot de trappen.
Verin vloekt hevig, want er stroomt bloed uit de wonde langs beide zijden. De capsule is dicht bij zijn hart door zijn linkerlong gegaan. Hij proeft zijn bloed in zijn mond.
‘Gelukkig weet ze niet dat ik het ben,’ denkt hij en bukt zich, met een van pijn vertrokken gezicht, om zijn speciale tas te openen.
Intussen is de agente de inkomhall van het appartement binnengeslopen en beweegt voorzichtig met getrokken wapen naar de andere kamers. Er is echter niemand te zien. Er is geen geluid te horen, tot Verin iets uit de tas neemt, maar hierdoor beweegt ze, wat een licht geluid veroorzaakt. Dat geluid op de vloer wijst de agente de richting aan waarin Verin zich moet bevinden. De badkamer. Op haar hoede haast ze zich naar de openstaande deur toe en kijkt naar binnen.
Verin probeert met enige moeite zijn wonde te verzorgen en spuit er helend verband op. De achterzijde lukt hem maar niet. De agente merkt echter niet dat ze een schaduw op de vloer werpt, omdat de zon doorheen het venster op haar rug schijnt. Voor de jongeman is dit echter voldoende. Hij laat de verbandspuit vallen en grijpt naar zijn wapen. De agente schrikt als ze de reactie van de man opmerkt. Zij reageert echter iets te traag en hoort twee capsules zich in de deurwand boren en een derde vliegt rakelings voorbij het gezicht van de agente.
Ze laat zich echter dadelijk naar voor vallen en richt haar wapen. Verin wordt gehinderd door zijn wonde en slaagt er maar niet in om zijn wapen op zijn doel te richten.. Even staart ze in zijn ogen en merkt dadelijk dat de dood hem al in zijn greep heeft. Toch slaagt hij erin om zijn wapen op haar te richten.
‘Ik neem je mee in de dood, agente,’ fluistert hij.
Deze maal reageert de vrouw echter dadelijk. Ze vuurt voor de man kan afdrukken. Verin wankelt even als de capsule van de agente door zijn rechteronderarm slaat. Verbaasd staart hij naar zijn bloedende arm. Dan richt hij zijn blik op de agente.
‘Jij, w…wie?’ fluistert hij zwak.
‘Ik ben een agente, Verin, maar ik kwam te laat,’ zegt ze.
‘Vraag Sorane om miii…jjjj t…e vvvergevvvvvvvv,’ fluistert hij nog.
Dan gaat er een schok door het lichaam van de jongeman. De agente buigt zich over de gewonde, maar beseft dat hij dood is, als ze zijn levenloze ogen naar haar ziet kijken. Verbaasd staart ze naar de tweede wonde van de jongeman. Die zit op de plaats van zijn hart. Daarom was hij zo traag.
‘Zou Sorane hem van daar beneden recht door het hart geschoten hebben? Is dat een toevalstreffer of is ze echt zo goed?’ denkt de agente verbaasd.
Dan richt ze zich op en kijkt door het raam. Ze ziet verschillende mensen in dekking op de stenen liggen. Ze wuift even met haar hand om te laten blijken dat er geen gevaar meer is. Aarzelend ziet ze de mensen uit hun dekking komen. Maar Sorane ziet ze nergens.
‘Moordenares,’ zegt een stem plots achter haar.
Langzaam draait de agente zich om en kijkt in de van haat gloeiende ogen van Sorane. Dan pas merkt ze het wapen met geluidsdemper op, dat de roodharige in de hand houdt. Even staren ze elkaar aan.
‘Ik ben een agente, Sorane Nador.’
‘Weet je wie ik ben?’
‘Dat weet elke agente, roodkop. En ik denk als je de kans krijgt, ze je nog veel beter zullen kennen.’
Sorane kijkt de jonge vrouw verbaasd aan. Dan kijkt de roodharige naar de dode en merkt zijn voor zich uitstarende ogen op.
‘Verin, is hij dood?’ schrikt ze.
‘Het spijt me, Sorane. Jouw capsule doorboorde zijn borst vlak bij zijn hart. Ik zag het pas toen ik zijn wapen uit zijn hand schoot.’
Maar Sorane hoort het niet. Ze vraagt dreigend:
‘Waarom schoot jij op mij daarbeneden?’
Even weet de agente niet wat te zeggen. Dan beseft ze dat haar vermoeden klopte. Want Sorane bloed aan haar hals en haar linker broekspijp is ook vol bloed. Ze weet ook dat Sorane het vermoorde koppel en hun kindje geholpen heeft.
‘Mijn vermoeden klopte dus toch, zijn volgend doelwit was Sorane,’ denkt ze.
‘Dat heb je mis, Sorane Nador. Ik kwam te laat. Je vriendje schoot naar iemand van op het terras daarbuiten. Ik vermoed dat jij dat was.’
‘Verdomme. Jij wilt hem laten opdraaien voor jou daden, vrouw. Dat lukt bij mij niet. Verin moet je verrast hebben, toen…’
‘Nee, Sorane. Hij is de moordenaar van Nevon, Axin en hun baby. En jij was zijn vierde doelwit, denk ik. Kijk maar je hebt hem geraakt.’
Sorane krijgt een schok en kijkt naar de dode, van wie ze houdt.
‘Zijn Nevon en Axin dood? En hun baby ook? Dat kan niet waar zijn.’
‘Alle drie, Sorane. Je vriend hier heeft hen zonder zelfs maar te aarzelen doodgeschoten.’
Even valt haar blik op zijn bloedende rechterhand en dan op de rode vlek op zijn borst. Ze zag de gedaante naar links wegtrekken, toen ze die raakte. Maar ze kan of wil het niet geloven.
‘Het kan niet waar zijn, hij hield van mij. Die agente liegt.’
Dan hoort ze plots de politiesirenes die naderen. De agente schrikt als ze de ogen van Sorane weer op zich gericht ziet.
‘Je makkers komen te laat, vervloekte,’ roept Sorane uit en vuurt tweemaal naar de agente.
Dan rent ze naar buiten. Op de trap hoort ze geluiden van beneden en haast zich naar boven. Maar enkele agenten open het vuur. Sorane voelt een klap tegen haar linkerdij en beseft dat ze nogmaals geraakt is. Maar ze kan nog lopen en haast zich verder.
Als de eerste agenten de kamer binnenstappen, staat de agente nog steeds roerloos tegen de wand naast de dode Verin. Beide capsules hebben zich links en rechts van de agente in de wand geboord.
Verbaasd kijken de agenten haar aan.
‘Ha, Erine. Je hebt er eentje te pakken.’
De agente komt uit haar verstarring los. Ze kan bijna niet geloven dat Sorane haar tweemaal miste. Toch is het zo. Dan wenkt ze haar blik naar de man in uniform.
‘Ja, maar te laat, Bin. Hij heeft er drie vermoord, voor ik kon voorkomen dat hij een vierde slachtoffer maakte,’ zegt ze met trillende stem.
‘Was hij het die Nevon en zijn gezinnetje doodde?’
‘Ja, Bin. Ik denk het. Toen ik aankwam bij de villa, reed hij juist weg.’
‘Ben je zeker dat hij het was, Agent Rand?’
‘Ik heb het hem niet zien doen, maar hij kwam alleen naar buiten en ik achtervolgde hem tot hier. Sorane was zijn volgende doelwit. Maar hij miste haar meerdere keren.’
‘Het moet een harde klap voor Sorane zijn, want ze leefde met hem samen.’
‘Alleen denkt zij dat ik haar vriend dode, nadat ik haar wilde doden.’
‘Dan moet je oppassen, want als onze gegevens juist zijn heeft ze bijna haar opleiding voltooid,’ zegt Bin met ernstige stem.
‘Bedoel je die roodharige die vluchtte die maakt het niet lang meer. Op de trap botste zij echter op een paar collega’s en loste een paar schoten. Onze mensen schoten terug en raakten haar. Ze kon echter wankelend ontsnappen,’ zegt een andere agent, die juist binnenkomt.
‘Zij heeft met deze moordenaar niets te maken, Aran.’
‘Wat?? Ben je zeker, Erine?’
‘Ja, zoals ik al zei, was ze zijn volgende doelwit.’
‘Wat speelt zich hier toch af?’
‘Misschien dat Sorane een antwoordt heeft. Maar dan moeten we haar levend in handen krijgen,’ zegt Erine ernstig.
Intussen is Sorane wankelend een kamer binnen geraakt en verbergt zich. Zo goed ze kan verzorgt ze de hevig bloedende wonde in haar zij. De capsule zit er nog in. Opnieuw moet ze haar lessen in de praktijk brengen en met veel moeite en kreunend van de pijn slaagt ze erin de capsule te verwijderen. Dan plakt ze een helende pleister over de wonde. Een tweede pleister brengt ze aan over de wonde aan haar dij, want die is toch iets erger dan ze dacht. Als ze aan die agente denkt, voelt ze de haat weer.
‘Verdomme, waarom miste ik haar? Het lijkt wel alsof ik haar niet wilde raken,’ denkt ze.
Ze had haar wapen toch recht op de borst van de agente gericht. Ze kan het niet bevatten, maar toch miste ze zelfs tweemaal. Even schudt ze haar hoofd en fluistert:
‘De volgende maal zal ik niet meer missen. Ze zal dood voor mijn voeten liggen, al weet ze het zelf nog niet.’
Op de gangen hoort ze stemmen en er naderen steeds meer. Als ze aan de deur aanbellen van de flat waar Sorane zich verbergt, richt ze haar wapen op de deur. Maar gelukkig komt niemand naar binnen. Ze heeft nog een kans al is het een kleine. Ze beseft wel dat, als ze haar nergens vinden, ze misschien wel terug zullen komen. Vanachter het gordijn kijkt ze naar de straat beneden en merkt de vele politiewagens, die deze wijk afgezet hebben, op.
Langzaam staat ze recht en maakt enkele oefeningen. De eerste seconden, gaat het moeizaam met haar drie wonden, maar het gaat steeds beter. Nu begint ze gevechtsoefeningen uit te voeren om haar zij en been en het verband te testen. Ze merkt wel dat haar zij meer pijn doet dan haar been.
Plots hoort ze opnieuw stemmen en stappen naderen. Snel haast ze zich naar de keuken, terwijl ze haar jasje aantrekt. Hier opent ze een luchtkoker en kruipt erin. Een minuut of twee nadat ze de koker dicht getrokken heeft wordt de buitendeur geopend en gewapende agenten betreden de flat. Ze zien dadelijk dat Sorane hier geweest is. Maar hoe hard ze ook zoeken, ze vinden geen enkel spoor van haar.
Als Erine Rand, de agente, binnen komt, kijkt zij ook nauwlettend rond. In de keuken heeft ze een vreemd gevoel. Plots kijkt ze naar de toegang tot de luchtkoker. Ze weet dadelijk dat dat de vluchtweg was van Sorane Nador, maar ze zegt niets.
‘Als ze het pad verderzet dat ze tot nu gevolgd heeft zal iemand ooit haar verdiende straf moeten geven,’ denkt de agente.
Sorane kruipt intussen verder en verder door de buizen. Tot ze een verdieping hoger een uitgang ziet. Even later staat ze in een ander appartement en kijkt op haar hoede om zich heen. Met getrokken wapen haast ze zich naar de buitendeur en opent deze voorzichtig. Ze kijkt spiedend naar buiten.
‘Ik moet hier weg om mij voor te bereiden van mijn doel, Diegenen die mijn vrienden vermoorden zullen boeten voor hun daden. Maar dan moet ik uitzoeken wie de schuldige is,’ denkt ze.
Door de gang rent ze naar de trap toe en haast zich naar boven. Een paar minuten later bereikt ze het dak van de het gebouw. Als ze de rand bereikt, kijkt ze naar beneden en merkt verschillende politiewagens op, die wegrijden. Anderen blijven waar ze zijn. Even denkt ze na, voor ze een besluit neemt. Ze wijst naar het flatgebouw aan de overzijde. Uit haar bijna onzichtbare armband schiet een dun touw naar het gebouw aan de andere zijde van de straat. Die avond laat ze zich met haar special touw naar een ander gebouw glijden en een paar minuten later verlaat ze licht hinkend de inkomhal van dat flatgebouw.
Ze voelt zich niet al te best, haar wonden doen opnieuw pijn.
‘Ik ben te ver van het centrum, veilig kan ik daar niet raken. Of wacht eens. misschien…. Ja, Achnaya zal mij wel helpen. Maar ze zal nu al wel naar huis zijn,’ denkt ze.
Licht wankelend loopt ze door de straten, terwijl ze zich probeert te herinneren waar Achnaya woont. Hier en daar herkent ze winkels en huizen. Zo weet ze dat ze min of meer in de juiste richting gaat. Ze is echter niet zo zeker van zichzelf dat ze het zou terugvinden. Plots hoort ze snelle stappen achter zich. Dadelijk trekt Sorane haar wapen en keert zich om.
‘He, wat??? Sorane, je bent het toch,’ roept de vrouw schrikkend uit.
Sorane verstijfd en beseft dat het Achnaya is die voor haar staat.
‘Het spijt me, maar ik ben nogal gespannen;’ stamelt ze, terwijl ze haar wapen weer in haar holster steekt.
‘B..bbben jjiij gewapend?’
‘Zoals altijd, Achnaya. Het hoort bij mijn beroep om een wapen te dragen.’
‘Ben jij wel de Sorane die wij kenden?’
‘Ik ben nog steeds dezelfde, alleen ben ik door wat er gebeurt nogal zenuwachtig geworden.’
‘Dat kan ik begrijpen. Ik ben er ook geschokt van… Maar je bent gewond. Heeft die schutter je geraakt.’
‘Een vleeswonde, Achnaya. Maar zij zal het betreuren als ik de kans krijg.’
De jonge vrouw merkt dadelijk de haat in de ogen van Sorane op en schrikt even.
‘Wie bedoel je?’
‘Die agente. Zij heeft Verin gedood?’
‘Wat is Verin dood? Wat erg voor jou.’
‘Wil jij me helpen, Achnaya? Ik moet mijn wonden verzorgen.’
Even twijfelt de jonge vrouw, maar dan stapt ze op de jonge Sorane toe en ondersteunt haar.
Samen strompelen ze naar de wagen van Achnaya. Moeizaam stapt Sorane in en even later rijdt de wagen de straat op.
‘Hoe kwam je daar waar je mij vond, Achnaya? Het was toch ver van je flat?’
‘Op weg naar huis, zag ik je wankelen. Ik meende dat je hulp nodig had. Daarom volgde ik je.’
‘Dank je. Ik kan je hulp zeker gebruiken, Ik heb vandaag al veel geluk gehad, maar vroeg of laat, laat het geluk me weleens in de steek.’
Achnaya kijkt even naar het gezicht van de achttienjarige Sorane.
‘Jij bent nog jong, meid. Je hebt een heel leven voor de boeg.’
‘Nu Verin dood is, heeft mijn leven niet veel zin meer, Achnaya.’
‘Je moet je herpakken, meid. Het leven heeft nog veel moois te bieden.’
‘Mogelijk, maar misschien niet voor mij. Als de vrouw en haar opdrachtgevers, die Verin gedood hebben, geboet hebben, dan zie ik wel verder. Maar eerder kan ik aan niets anders meer denken.’
‘Dat is nog eens voornemen, Sorane. Hoe ga jij dat in hemelsnaam doen?’
‘Je weet niet tot wat ik in staat ben, Achnaya. Nog niet. Ik heb ook nog een zeer duistere kant, die jij nog niet kent.’
Even slikt Achnaya en draait op dat moment de parkeergarage van het flatgebouw in. Door een wirwar van parkeerplaatsen daalt de jonge vrouw haar voertuig naar haar parkeerplaats en brengt de zwever tot stilstand. Een paar minuten later kijkt Sorane om zich heen in het appartement van Achnaya.
‘Misschien kan je eerst een lekker warme douche nemen, Sorane. Intussen zal ik iets te eten klaarmaken.’
‘Mag ik?’
‘Zeker, doe maar.’
Langzaam kleed de roodharige zich uit en maakt het verband om haar been en zijde los. Uit haar jas neemt ze een speciaal spuitbusje, dat ze over de licht bloedende wonden spuit. Hierdoor worden ze afgedicht. Nadat ze het genezende busje weggeborgen heeft, gaat ze naar de douche Onder het stromend water dat over haar naakte huid naar beneden glijdt, denkt Sorane terug aan die dag. Plots staat ze huilend tegen de muur geleund. De tranen rollen over haar wangen naar beneden. Op dat moment komt Achnaya binnen en legt handdoeken neer op de tafel. Volledig gekleed loopt ze dan naar Sorane onder het stromend water toe. Voorzichtig legt ze haar beide armen om de naakte schouder van het huilend meisje en laat haar tegen haar borst uithuilen. Zo staan ze zeker een paar minuten, tot Sorane plots haar hoofd opheft en fluistert:
‘Dank je, het werd me allemaal even te veel.’
‘Het is niets, liefje. Ga je hiernaast maar afdrogen en verzorg je wonden maar goed. Zeker die aan je zijde, want die ziet er gevaarlijker uit. Nu is het mijn beurt om eens lekker van het water te genieten,’ glimlacht Achnaya.
Sorane kijkt even naar haar vriendin.
‘Doe dan wel je kleren even uit,’ spot ze, terwijl ze de deur achter zich sluit.
Een uurtje later beiden iets gegeten en zitten in een pyjama naast elkaar in de zetel naar de teevee te kijken. Maar dan wordt de film voor een speciale nieuwsuitzending onderbroken.
Op de teevee zien ze de beelden van de moordpartij. Ook het woord ‘Veri’ en daarna hoort ze ook ‘Verin’ vermelden.
‘Nevon moet Verin bedoeld hebben, maar waarom. Hij kan toch niet daar geweest zijn. Of zou die agente de waarheid spreken. Dat kan toch niet waar zijn, ze moet liegen. Verin hielt van mij. Waarom zou hij mij willen doden? Die agente moet de schuldige zijn,’ denkt Sorane met een droevige blik.
‘Ben je zeker dat die agente hem vermoord heeft? Volgens het nieuwsverslag heeft Verin op jou geschoten.’
‘Dat zijn leugens om haar te beschermen, Achnaya. Verin zou dat nooit doen. Hij moet haar betrapt hebben en werd later, toen ze merkte dat hij haar volgde, door haar gedood. Die agente moet Nevon en Axin ook gedood hebben. Alleen weet ik niet waarom,’ zegt Sorane sissend, terwijl ze haar hoofd schut.
‘Ik hoop dat je het juist hebt, Sorane.’
‘Het kan niet anders, Achnaya. Alleen snap ik niet waarom Nevon stervend Verin probeerde te schrijven.’
‘Stervenden proberen steeds de naam van hun moordenaar te schrijven, Sorane.’
Sorane kijkt de jonge vrouw kwaad aan, maar toch zet het aan het denken. Achnaya kijkt even naar het mooie hoofdje van de roodharige en schrikt van die blik.
‘Ik zal haar maar eerst laten bedaren, misschien zal ze er straks wel anders over denken,’ denkt ze.
Maar als Sorane een paar uur later afscheid neemt, beseft Achnaya dat Sorane nog steeds overtuigt van de schuld van die agente.
‘Kom, nog eens op bezoek, Sorane. Je bent hier altijd welkom.’
‘Dank je, Achnaya. Als ik de kans krijg zal ik zeker op je aanbod ingaan.’
De jonge vrouw kijkt de roodharige met gemengde gevoelens na als deze door de gang naar de lift toeloopt.