Als meisjes speelden mijn zusje en ik vanzelfsprekend met poppen. Ik had een oogje laten vallen op een negerpop in de etalage van de speelgoedzaak “Van Nunen-Boes” in de Heuvelstraat en tot mijn verrassing en blijdschap trof ik de pop aan op de overigens rijkelijk voorziene tafel met Sinterklaas. De pop droeg een zomers rokje en een goudkleurig armbandje om de pols. Het zwarte haar was kunstig opgemaakt. Ik noemde haar, heel toepasselijk, “Bella” en zij was mij zeer dierbaar. Op school breide ik het helgele jurkje met de donkerblauwe ingebreide motieven voor haar en haakte ik uit lichtpaarse katoen een rokje. De pop van mijn zusje droeg de naam “Liselotje” en ook zij werd vertroeteld, gekoesterd en verzorgd.
Het moet in het lang-vergeten jaar 1965 geweest zijn dat een grote uitslaande brand het winkelpand van V & D aan de Heuvelstraat volledig in de as legde en dat mijn jongere, lieflijke, onschuldige en onnozele zusje verbijsterd de vraag stelde: “Zijn nu dan ook al die lieve popjes verbrand?”
haha
over de reactie dan (niet over dat het pand van V & D aan de Heuvelstraat was afgebrand)