kon ik alleen bestaan in jouw gedachten
moest ik ooit ergens onderdak vinden
omdat ik geen plek vond bij hen die mij nooit echt beminden
of ‘t nest waar om mij slechts werd gelachen
kon ik alleen bestaan in jouw gedachten
als vooral mijn woorden de eenzaamheid
de leegte, angst en pijn deden verzachten
van binnen, zo leven werd bewaarheid
dit zou wel ver gaan, als ‘t dicht blijft stromen
ondanks ‘t pieken van de zieke dagen
en pijnen als terugkerende plagen
waardoor ik lijdzaam kruipen zal, en jouw lichaam
vervangen moet wat ik toch zo stiekem aan
aan ‘t verliezen ben in verbeten vlagen
- nav j.slauerhoff; ‘woninglooze’