Paradise Regain’d, ‘de herwonnen redelijkheid’ (boek 1) (0-85)
(vertaling/bewerking door R.E.N.S.)
vroeger sprak hij in de schaduw boven ’t veld
door de lichtzinnigheid van één vrouw gedwongen, spreekt nu
de herwonnen redelijkheid onder de wolkjes aan de lucht
door de venijnige dubbelzinnigheid van één vrouw uiterst doorleefd
door alle afwijzing heen, en de afwijzer verwezen [5]
met al haar bedrog, ongecensureerd weggestuurd
en ’n thuis gecreëerd in ‘t troostende bachtal
de vriend, die met hem na zijn dood verder reisde
uit de schaduw, haar aantrekkingskracht
bevreemdende verleidelijkheid, maar daar liet [10]
intrigeer, door ‘t woord, de onbegrepen zoon van Zeus
[alsof hij bestaat], maar spreken zal hij
en op handen en voeten de universa overschrijden
met vliegende overtuiging onverkort vertellen over waarheid
zonder heldendom, in volle openbaarheid [15]
en niet opgeschreven voor de vele volgers
maar ook niet zo beroerd om achterwege te laten
omdat Maximus met ‘n vraag was
uitdagender dan ‘t rennen over bergen, gekomen
hocus focus, en de voldoening van denkwerk volgend [20]
aan ieder die verloren is: de zin zal stromen
over de wegen, de aderen van de grijze massa
van de Helikon ‘t kind van Leto gebracht
door de rivier, rolde als rots
tot de kom, ongenoemd, hij de geslotene [25]
uitschreeuwen, mythisch voorgeprogrammeerd, ’n verslag leggen
voor ’n vervulling, en worden vervolmaakt
aan hem de hermetische taak, dit boek
zijn openingszet plaatsen, de rivier stroomt
langs de kom komend, spiegelend in de wolf [30]
de vriend bezoekt, onderwijl schelt de zanger
vanonder de oogstmaan en ontroert de zoon
die aan de laurier dacht, nog altijd kreupelend
langs de rivier, voor dit gezelschap gewoon
’t zal niet voor ’t laatst zijn, en met ’n mythologische stem [35]
zwartgeblakerd verzwolgen door de muziek, opgestaan, om hem
alsnog hoogopgevend schijnend, na de voorbereidingsjaren
vol overtuiging, en met gevoel en liefde
spreken op zijn plek, niet de luwte, maar ’t volste woud
en de volgers dansen tot alle godenfiguren verschijnen [40]
over gesponnen draden van ‘t memorabele weefgetouw verspreid
ook giftige kruipers, en daaromtrent
met normen van ambachtelijkheid en echtheid dwepend
de versleten gevoelsverbeelders en uitgerijmde Heidelbergers negeert hij
want hij spreekt waarlijk over liefde [45]
dit gaat over die betovering, op vlucht naar Thessalië
de gevreesde ruimte, volgers weten wel
alle lichtjaren, als mensenlevens verbonden waren
in donkere materie zouden zij verwezen, zijn zij verweesd
geradbraakt door ongrond verslonden [50]
vanaf ’t punt dat Pythios en zijn verbindende Rebekka
de redelijkheid zagen sterven, verdeeld door die nimf, maar misschien
is lustige dorst die ontstaat op ongekozen vluchtige wegen
op afstand en tijd uitstellend verzwegen voor Rebekka
haar klucht, onder de kwade spreuken van Peneus [55]
vergroei, als dendrochronologische verdichting
de galerij die benauwt en vicieuze redevoeringen, te laat komen
voor de geringe fase eindigt, dan toch
de markttuinstad van de brand geconfisqueerd
alhoewel dat ondoenlijk is, want in zijn hert [60]
uitgebrand is ’n manier om hun tijd
als gegeven te weer te geven, hun knechting en hun vergaan
in dat wrede fort gebouwd op haat en wroeging
waar ’t ware verdronk in zijn mond, haar vruchten
verwoestender dan vuur, volmaakt in doelmatigheid [65]
haar overname tot onthecht leven overbleef zonder reden
en hij vergat de gaven die hij had en verstilde, kwijnend
elk rijm, iedere melodie en schildering zou verdwijnen
waarden van waarde, waardigst, volwaardigst zijn voelen
volgens hem ‘t hoogst haalbare, nastrevenswaardigst [70]
’t herstel, zijn voltrokken ontsnapping, wat bovenal
motiveert, en in de doordachte daad
inspireert de weg te vervolgen, de volgers bekend te maken
ingelogd om ’t in levende lijve waar te nemen, beter nog
om hem de twijfelende leider te laten zijn, in leegte [75]
zo kwam hij onder ogen gekropen
gesloopt door waarachtigheid, voor
de verklaring die verschuldigd blijft, omdat hij was
en vanaf dat moment zijn stem gehoord, dicht gelezen
taal verstaan door ’t leven, draaien om de oren [80]
uit de stilte, ’t zwarte buiten ’t lichte
de neurale flitsen ontbreken, ’t bloed stroomde wel
de geknechte wolf losmaken, ’t blaast op
en door de schaduw raast de rebelse zanger
aan de reizende Pythios voorbij, de vergankelijkheid [85]
[…]