Mijn accounts zijn gehackt, mijn foto’s worden wereldwijd gedeeld, mijn intiemste gedachten liggen zomaar op straat, maar soms, als de stad stil is en de klok alleen voor mij slaat, kun je hem horen, mijn alter ego, mijn andere ik. Hij spreekt zachtjes, zonder drama in zijn stem, in deze spreekbuis die rechtstreeks lijkt aangesloten op mijn binnenwereld. Glinsterend in het maanlicht verbergt zij een mysterieus communicatiekanaal dat stem één op één verbindt, als een echo uit een ver verleden. De stem komt van achter mijn ogen, van tussen mijn ribben en komt tot mij via de plooien van mijn herinnering. Niemand anders hoort hem, ieder ander blijft buitengesloten – het is jij en ik, alsof hij mijn geest bespeelt in een privévoorstelling. “Herinner je je dat pakje dropsigaretten nog van 5 cent dat je onder de deurmat verstopte, omdat je de stuiver hiervoor uit de huishoudportemonnee van je moeder had gestolen?” fluistert de stem. “Je begroef het, letterlijk, om aan slaag met de mattenklopper te ontkomen”. Ik zie weer het beeld van mijn kleine handen, voel het prikken van de versleten kokosmat en snuif de geur op het opdwarrelende stof. Hoe weet de stem dit allemaal?
De stem blijft praten, iedere nacht weer. Over tekeningen die ik woest verscheurde, over het buurmeisje dat in de portiek voor wat snoepjes haar jurk optilde en over die keer dat ik dacht over kroos te kunnen lopen, een nat pak haalde en dat men dat thuis niet mocht weten. Natte sokken op de vloerbedekking verraadde het incident, waarna de mattenklopper alsnog mijn deel werd.
De stem graaft in kamers die ik nooit bewust heb betreden, brengt mijn vergeten zelf naar boven. “Je hoeft je niet te schamen,” zegt hij dan zacht. “Ik was erbij.” Dan vertelt de stem over een nacht dat ik stiekem naar buiten sloop om de sterren te tellen. En hoewel ik bang was van het donker, wist ik dat jij in mijn nabijheid was. Een geruststellend gevoel, want ik wilde ze zo graag allemaal zien. De mist van de tijd trekt langzaam op en ik zie mij liggend in het koude, natte gras, naar boven starend om de oneindigheid proberen te omvatten.
De stem van mijn alter ego is als een sleutel die verloren kamers in mijn geheugen opent. Ik luister ademloos, niemand kan dit horen. Alleen ik, en dit zal ik zeker niet delen.
De stem graaft dieper en dieper, fluistert over geheimen die ik zelf niet meer weet. Ik luister ademloos. Zijn aanwezigheid voelt gelijk verontrustend en troostend. Alsof het mij completer maakt en ik mijn eigen verhaal mag herlezen, zonder dat de feiten mij voor de voeten worden geworpen.
Is de stem echt een ander, of gewoon een deel van mijzelf? Het deel van mij dat jaren heeft gewacht in stilte.
Dan zwijgt de stem in de spreekbuis en laat mij achter met de echo’s uit het verleden, die ik dacht kwijt te zijn. Maar één ding weet ik zeker: zolang de stem spreekt ben ik niet alleen. En zolang ik luister besta ik en ben ik compleet…
Cees Sleven © augustus 2025