Met mijn kinderen op de basisschool had ik veel titels. Allereerst: de mama van ….
Ook hulpmoeder, voorleesmoeder (luizenmoeder ben ik nooit geweest), wel klaar-over.
De weg waar de school aan lag werd steeds drukker, dus er werd een schema opgesteld.
Elke schooldag stonden er ’s ochtends, tussen de middag en aan het eind van de schooldag twee ouders in grote oranje jassen met een klaar-over-bord en begeleidden de kinderen naar de overkant van de weg. Er was een zebrapad, er waren stoplichten. Dat zou toch genoeg moeten zijn, maar het was echt niet veilig genoeg. We werkten in vaste tweetallen en kregen altijd ruim op tijd de tijdstippen door wanneer je aan de beurt was. Ik had niet zoveel geluk met mijn teamgenoot. Ze was nogal dromerig en vergat heel vaak de tijd. Als ik haar weer eens niet zag verschijnen, rende ik de school in, greep de twee oranje jassen van de kapstok en zocht op het schoolplein tussen de wachtende ouders een vrijwilliger die snel wilde inspringen. Vaak stonden die ouders met kinderwagens, peuters op hun arm en konden mij niet helpen. In het ergste geval sleepte ik de schooldirecteur uit zijn kantoortje. Stress!!
Het was voor mij op dat moment al niet de gemakkelijkste tijd, mijn vader was net overleden en ook een hele goede vriend. Met mijn grote oranje jas aan zwom ik ondertussen in mijn verdriet.
En dan dat verkeer. Zoveel automobilisten die op het laatste moment remden en vaak zeer geïrriteerd waren door het oponthoud. Je maakt geen vrienden in het verkeer in een oranje jas.
Op een dag wilde een automobilist echt door, bijna dwars door mij heen, leek het wel.
Het scheelde niet veel of ik had zijn glimmende bolide bewerkt met mijn klaar-over-bord. Ik wist dat ik het kon. Ik heb het niet gedaan. Het was wel voor mij het moment om er mee te stoppen.
Ik heb de oranje jas aan de kapstok gehangen en mij afgemeld. Klaar! Over!
Melden
Leuk geschreven! En voor mij herkenbaar. Ik ben ook ooit een Klaar-Over geweest.