Jenco luistert naar de veel te hard knorrende speelgoed koffer met het vriendelijk gezichtje. Joris slaapt al een ietsje en de koffer knort. Electrish gemaakt. Maar wat is dat nou? De racewagen begint harder te knorren. “Keihard.” Joris’ moeder komt er aan gelopen en vraagt wat is dat geknor toch? Jenco antwoord tegen moeder. Ja, u knort toch zelf ook? (Sommige kinderen zeggen u tegen hun moeder en vader.. “Hoort u het niet moeder.?” Misschien te veel bagage, sommige knorren nog na. He, er komt iets uit de uitlaatpijp van de wel erg hard knorrende koffer. En zie, er rent iets uit de koffer weg. Het lijkt op niets, maar het zijn er velen die maar verdwijnen door het openstaande raam, de tuin in. Maar er liggen er nog enkele(n). het knorren in de slaapkamer hield op. Moeder gaat weg. Weltrusten Jenco. Maar wat nu, nu begint de racewagen al weer en harder. En er komt niet meer uit. Jenco tast intuitief naar zijn voeten waar warempel een heel lang varken zacht ligt te knorren. Anderhalve meter, met zijn achterste op de aanwezige commode en met zijn voorpoten op het kinderbed. En Jenco vraagt zich af; wat voor spul heeft het varken doorgeslikt, dat hij zo heerlijk zacht en tevreden kan knorren. “Hik.” Ik dacht dat varkens niet zo zacht konden knorren. Jenco vlucht de tuin in en is bang en moet huilen. daar is ook het extra lange varken dat zo zachtjes knort. Het komt op Jenco toegelopen en kust hem en is blij. De koffer met het gezichtje is inmiddels op de racebaan gezet en komt ook de tuin in. Het koffertje gaat naast het varkentje staan en samen knorren ze lang en tevreden. Maar daar komt vader. “Kom gauw binnen, gekkie. Je pyjama zit vol slijm. Van het lange varken.” “Is Pappa is weer knorrig? vraagt Jenco zich af en droomt wat verder.
Melden