“O, wat is dat daar?, aldus, Harvic, de plantage. “Wie legt die rommel hier nu neer.”… “Wat is dat eigenlijk?” het is een pop, die meneer Harvic de plantage, aantreft, gehuld in een handoek. “Zeg wie heeft dat hier neegelegd, dan?” “Ja, Hen.” Zou, u die troep dan uit uw tuin willen verwijderen.” ‘Ik heb een optie op dit terrein om het te kopen.” “Achter dit weiland, waar het bos ligt, wat je kunt bereiken door er heen te lopen, staat nog een chalet.” Daar in de hal daar bij de kapstok hangen al die handoeken, maar dit popje is mij vreemd. “Maar ik ben een gelovig man, handoekendag pakt altijd leuk uit, en het pakje bevalt mij wel en ietsje, maar het blijft troep.” “Ja,, precies Harvic.” plastic popjes vergaan slecht.” Ik raap het op. Ik Harvic. Er zit een kaartje aan. Er staat iets op te lezen. “Ik ben geïnteresseerd in uw gebied.” “Ik wil het perceel kopen.” Bel snel dit nummer. (nummer). Harvic verheft zijn gsm en belt en sms-t, Het spijt me voor u meneer of mevrouw van dit nummer, maar dit perceel is niet te koop.” Harvis loopt om het bosje heen en bereikt de chalet met onder zijn arm het popje en vraagt zich af hoe de meneer of de mevrouw van de sms aan deze Handoek waren gekomen, de deur zit immers praktisch altijd in het slot. Harvic loopt door naar de woonkamer en en gaat even rustig met het, inmiddels van deze doek ontdane popje, in de bank zitten. “Het popje, begint te zingen.” “Mooi binnengekomen he?” “Stond er ook op, voor Handoekendag.”
En het popje heb ik bij de rest van de handdoeken gedaan. O handdoek.