Voor een huiswerkopdracht heb ik dit verhaal gemaakt. Het is geinspireerd op de game en boekenserie Five Nights at Freddy’s. Een spel/verhaal waar zogenaamde animatronics s’nachts tot leven komen en mensen (meestal) aanvallen. Aangezien er een max is van 1500 woorden, is het einde een beetje kort, maar ben er zelf wel erg tevreden mee. Daarom dat ik dit verhaal wou delen. ^^ Have fun.
Stil zat Bobby in de hoek verstopt achter de grijpmachines, hij maakte geen geluid en keek door de smalle spleet tussen de twee machines naar het kermisterrein. Daar zag hij het ding, het gezicht was vrolijk ingekleurd, met een eeuwige glimlach op het gezicht. Het liep rond, op zoek naar hem en de rest van de kinderen. Toen draaide het zich om, alsof het voelde dat Bobby naar hem keek. Het keek Bobby rechtstreeks in de ogen en rende op hem af. Bobby gilde terwijl hij er zat, verder verstijft van angst.
Bobby keek op zijn horloge. Elf uur alweer, hij keek naar zijn vrienden die voor hem liepen. Carla liep voorop, ze had altijd het meeste lef. Vlak voor hem liep John. John was altijd een beetje gemeen tegen Bobby, maar hij was nou eenmaal de broer van Emma. Emma liep tussen John en Carla in. ‘We zijn er bijna,’ riep Carla naar de groep. Bobby keek nog een keer op zijn horloge en vroeg zich af, hoe ze van een simpel logeerpartijtje kwamen naar nu, naar hoe ze hier om elf uur in de avond liepen naar een verlaten kermis. Wie zijn idee was het ook alweer? Hij keek rond, hij wist het niet meer. Ze hadden een film gekeken, een enge film natuurlijk, want dat keek je bij logeerpartijtjes. Ze verveelden zich en iemand kwam met het voorstel om hiernaartoe te gaan. Niet Bobby, zoveel wist hij zeker, Bobby wou gewoon gaan slapen. Hij zuchtte diep en liep de groep achterna. ‘Stop,’ hoorde hij Carla zeggen. Bobby keek op. Ze stonden voor een groot hek. Ze stonden op een parkeerplaats maar auto’s waren hier niet te vinden. Lang geleden kwam hier de kermis en na een aantal gruwelijke gebeurtenissen werd de kermis gesloten en achtergelaten. Er was ruzie over wie de kermis moest afbreken en opruimen. Maar de ruzie werd nooit opgelost dus zette men er maar een hek omheen en werd iedereen verteld dat ze hier gewoon weg moesten blijven.
Carla keek het hek rond, op zoek naar een ingang. ‘Wat als we er niet in kunnen?’ fluisterde Emma tegen Bobby. Bobby haalde zijn schouders op. ‘Dan kunnen we weer naar huis?’ fluisterde Bobby hoopvol terug. Emma keek Bobby glimlachend aan. ‘Jij wou dus ook niet hé?’ fluisterde ze en Bobby schudde zijn hoofd en opende zijn mond om te antwoorden toen hij werd onderbroken door Carla. ‘Ik denk dat we er daar wel overheen kunnen klimmen,’ ze wees naar rechts, waar het hek een beetje lager leek. ‘Als we die,’ en ze wees naar achter, ‘container ertegenaan zetten, komen we er zo overheen.’ Ze rende naar de container toe en wenkte de rest ook. John volgde haar op de voet en Emma en Bobby liepen er achteraan, elkaar aankijkend. Samen reden ze de container naar het hek en klommen erop, vervolgens klommen ze over het hek en lieten zich zakken op het verlaten kermisterrein. Een rilling ging door Bobby’s rug, het was een angstaanjagende plek.
Carla ging voor de groep staan en keek ze lachend aan: Oké team. We weten de missie. De uitdaging is bekend.’ Bobby dacht na. O ja de uitdaging. Nadat de film was afgelopen en de verveling heerste. John en Carla wilden wat spannends doen en daagden elkaar uit om iets uit een enge plek te halen. Emma en Bobby stelden het bos voor, maar John en Carla hadden een beter idee. Het oude kermisterrein. ‘Degene die het engste weet te vinden hier, heeft gewonnen,’ besloot Carla. ‘Dat de beste mogen winnen.’ Ze draaide zich om en rende lachend weg en verdween in de duisternis. John keek naar zijn zusje en Bobby. ‘Alsof zo’n watje als dat jij bent dit kan winnen zeg.’ Hij lachte hatelijk en ging Carla achterna. ‘Ik wil dit niet,’ zei Bobby tegen Emma. Emma zuchtte een beetje. ‘Ik ook niet, maar we zijn er nou toch. Kunnen we beter kijken of we die twee uitslovers kunnen verslaan,’ ze liep voorzichtig naar voren en verdween ook in de duisternis. Bobby keek haar na en liep vervolgens onwennig de groep achterna.
Bobby keek rond, het was er donker en het was lastig om zijn pad te vinden. De kermisattracties zagen er eng uit, zo in de duisternis. De achtbaan stond er angstaanjagend en bedreigend bij en de paardjes op de draaimolen waren halfvergaan, waardoor ze er triest uitzagen. Bobby keek in de halflege prullenbakken en naar de schiethal. Hij keek naar de prijzen die je kon winnen, als je goed schoot. In het duister herkende hij een konijn knuffel. Maar ook een beer met een hoed op, en een geel kuikentje. ‘Op zoek naar een nieuwe knuffel?’ hoorde Bobby achter hem. Hij draaide zich om. Daar stond John, gemeen naar hem kijkend. ‘Wist wel dat je nog een kleine baby was,’ hij stapte op Bobby af. ‘Misschien moet je wel hier blijven, bij de knuffels.’ Nog voordat Bobby doorhad wat er gebeurde, werd hij opgetild en in de schiettent gegooid. John deed zijn armen omhoog en trok aan de klep, waarmee je de schiettent kon afsluiten. ‘Maak je maar geen zorgen hoor, baby Bobby,’ zei hij hatelijk. ‘Ik kom je straks wel ophalen.’ Hij lachte gemeen. ‘Misschien,’ de klep ging dicht en toen zat Bobby daar in de duisternis tussen de knuffels en poppen.
Carla en Emma liepen samen over de verlaten kermis. ‘Kijk, het spiegelpaleis,’ zei Carla tegen Emma. ‘Weet je nog? Daar kon je uren in verdwalen.’ Emma lachte. ‘Ja, zoals die arme Sammy. Moest de brandweer hem er niet uithalen na een poos?’ Carla knikte. ‘Ja, hij durfde niet meer. En niemand kreeg hem eruit, hij vertrouwde niemand meer. Helemaal nadat Jo.’ Carla stopte en keek Emma aan. ‘Nadat die pestkop hem de verkeerde kant opgestuurd had. ‘Rustig maar Carla,’ zei Emma. ‘Ik weet dat mijn broer een bullenbak is. Maar mij beschermt hij altijd.’ Carla keek Emma aan en zei niks. Ze keken rond, zo in de duisternis was de kermis nog enger dan overdag, wanneer ze er op een afstand langs gingen. ‘Al iets engs gezien?’ vroeg Carla aan Emma? ‘Genoeg,’ lachte Emma. ‘Maar niet iets om mee te nemen.’ Carla knikte, dat had zij ook al gezien. Ze liepen door, totdat Emma in één keer stopte. Carla merkte het niet en zette nog een aantal stappen verder. Toen ze omkeek zag ze dat Emma stil was blijven staan, ze draaide zich om en liep naar Emma toe en keek waarom ze daar was. Carla schrok en zette een stap achteruit. Voor het tweetal zagen ze de clowns.
De clowns waren een unieke toevoeging aan de kermis. Het waren vier robots die alles konden wat de mensen deden. Als er niemand in de buurt was, dan dansten ze, als mensen dichterbij kwamen, dan stopten ze en gingen ze de mensen nadoen. Als de ogen van de clowns je maar zagen, deden ze je precies na. Carla en Emma waren vaak bij dit vrolijke viertal, maar zo in het duister, zagen ze er aanzienlijk minder vriendelijk uit. Carla telde de clowns. ‘Eén, twee, drie…, vier? Waar is nummer vier?’ Emma keek Carla aan en wou antwoorden dat ze het niet wist, maar toen keek ze geschrokken langs Carla en begon te gillen. Carla keek om en gilde ook.
John liep een beetje verveeld over de kermis. Hij had er meer van verwacht maar zo eng was het allemaal niet. Het was donker, dat klopt. De attracties zagen er bedreigend uit, maar dat was ook alles. Hij glimlachte toen hij dacht aan Bobby, dat watje was veel te veel bij zijn zusje. Fijn dat hij nou opgesloten was. ‘Heeft hij verdiend,’ zei hij zelfvoldaan. Hij liep eenzaam rond, toen hij een gegil in de verte hoorde. Hij schrok maar herstelde snel en rende op het geluid af. Toen een tweede gegil volgde, rende hij nog harder. Zijn zusje was in gevaar. Hij kwam langs het spiegelpaleis, rende de hoek om en daar zag hij het: een grote, robotachtige clown. In zijn handen kon John een bijl zien en hij haalde uit naar de twee meisjes die voor hem stonden. John bedacht zich niet en riep; ‘Hey lelijkerd, pak iemand van je eigen grootte.’ De clown draaide zich piepen en krakend om en keek naar John. De geschilderde glimlach op zijn gezicht maakte hem alleen maar enger. Toen zette hij één stap naar John. Gevolgd door een andere. Hij versnelde met elke stap en rende op John af. Die draaide zich snel om, en maakte dat hij weg kwam. Met de clown op zijn hielen rende hij. Achter hem hoorde hij de clown dichterbij komen. John keek snel om zich heen en zag in het duister de schiettent. Hij rende erop af en deed de klep open. Bobby zat er nog steeds, bang in het duister. John sprong erbij in, gebaarde naar Bobby dat hij zich moet verschuilen onder de toonbank. Bobby deed wat hij zij en samen zaten ze met hun ruggen tegen de muur.
Eén handschoen ging over de plank. John en Bobby zagen de vingers. Een klap volgde, alsof er iets zwaars op de toonbank gezet werd. De vingers van een robothand kwamen ook tevoorschijn. Toen, kwam het gezicht van de clown eroverheen en keek het naar beneden, glimlachend naar de beide jongens. ‘REN!!!’ brulde John en Bobby en John sprongen beide over de toonbank en renden naar het hek. Ze zagen Carla en Emma hetzelfde doen, maar het hek was te ver weg en ze hoorden achter zich de clown al op hun hielen. Het viertal verstopte zich snel en Bobby dook achter de grijpmachines.
Stil zat Bobby in de hoek verstopt achter de grijpmachines, hij maakte geen geluid en keek door de smalle spleet tussen de twee machines naar het kermisterrein. Daar zag hij het ding, het gezicht was vrolijk ingekleurd, met een eeuwige glimlach op het gezicht. Het liep rond, op zoek naar hem en de rest van de kinderen. Toen draaide het zich om, alsof het voelde dat Bobby naar hem keek. Het keek Bobby rechtstreeks in de ogen en rende op hem af. Bobby gilde terwijl hij er zat, verder verstijft van angst. Toen hoorde hij een geluid. Het geluid van sirenes en zag in de verte zwaailichten. De clown was gestopt en stond stil. Er bewoog helemaal niks, behalve zijn ogen. Bobby zag dat hij keek, naar daar waar de zwaailichten vandaan kwamen. Bobby stond op en rende naar de andere kinderen toe, die ook uit hun schuilplaats waren gekomen. Ze keken om, naar de clown en zagen dat hij verdwenen was. Dus keken ze maar naar de zwaailichten en luisterden naar de sirenes die steeds dichterbij kwamen, terwijl ze gezamenlijk nadachten over hoe ze zich hieruit konden redden.
Leuke opdracht, zeg. Gewoon van school?
Je zou een vervolg kunnen schrijven, hoe ontsnappen ze de politie? Komen ze de clown nog tegen?