Een fractie van een seconde vraag ik me af hoe jij het kan zijn. Hoe jij de jongeman kan wezen die nu mijn kant uitloopt. Zoveel kan je toch niet zijn veranderd, maar natuurlijk kan dat wel. Mensen veranderen in zo’n lange tijd, en jij bent natuurlijk niet meer opgroeide jongen die ik me herinner. Je stem die herken ik echter wel meteen, hij is dieper maar je bezit nog steeds dezelfde toon en gebruikt dezelfde woorden. Zodra je me begroet voelt alles dan ook vreemd want ik hoor een vertrouwde stem vanuit een mond, die van een gezicht is dat ik amper herken. Ik had gedacht dat we niet zouden weten waarover we moesten spreken, maar de woorden gaan vanzelf. Het is net of we een gesprek oppakken dat we net iets terug zijn begonnen. Een gesprek dat alleen kort onderbroken is omdat één van ons even iets ging pakken ofzo, inplaats van dat er jaren stilte is geweest. Er waren dingen geweest die ik me had voorgenomen te zeggen, maar ergens vallen ze weg. Nu zijn ze onbelangrijk, nu zijn er dingen die ik nog veel meer wil zeggen. Terwijl we daar zitten tegen over elkaar is het net of de tijd heeft stil gestaan. We bestellen beide thee, je drinkt nog steeds zonder suiker. Als ik onze bestelling doorgeef dwalen mijn gedachten af naar onze eerste ontmoeting. Ik herinner me de glimlach, op een gezicht waarvan ik nu slechts vage trekken in je gelaat herken, toen ik omhoog keek langs het grote klimrek, op het schoolplein, waar jij inzat. Het jonge kind dat ik was dwaalde toen doelloos rond tijdens het speelkwartier met niemand om mee te spelen of te praten en vroeg jou.
“Mag ik met jou meedoen?”
”Ja, ik doe of dit een hele hoge toren is die we moeten beklimmen en als we boven zijn kunnen we de engelen zien en met ze praten” legde jij uit.
”Goed” zei ik en zette een eerste voet op het klimtoestel. En vanaf toen was er geweest die innige vriendschapsband, de eigen taal en gewoontes die alleen wij begrepen, het elkaar zonder woorden begrijpen en het elkaar door en door kennen. Later hadden mensen ons vaak gevraagd hoe het gegroeid was die onbreekbare connectie tussen ons, maar we hadden het nooit kunnen vertellen. Die band was immers niet ontstaan, hij was er altijd al geweest al vanaf die eerste woorden die we wisselde op dat schoolplein. Alsof die
al bestond ver voor wij elkaar kende en wij hem slechts hadden hoeven ontdekken toen we elkaar ontmoette. Alsof onze zielen nog voor onze geboorte samen waren gesmolten. En dan is er ineens die vraag, die al het magische aan dit weerzien doet verdwijnen.
“Hoe is het met je familie?”
Ik denk aan papa die zegt.”Het is jou leven, als jij dit wilt ga ik je niks opleggen”. Een uitspraak die vrijheid had moeten scheppen, maar dat deed die niet want de veroordeling droop er, in de toon, vanaf.
”Goed” zeg ik en slik. Ineens voel ik me schuldig. Waarom zit ik hier, voortbordurend op de intense band die er is tussen ons, door levend of ik je gisteren nog gezien heb waarom lijkt het normaal om verder te gaan of er niks is gebeurd was. Ik zuchtte onhoorbaar. Ik hield van je, en ondanks alles had ik dat altijd gedaan, niet omdat ik er voor koos maar omdat ik niet anders kon. Van jou houden leek in mijn genen te zitten en ik wist zeker dat het op dezelfde wijze in jou DNA was vastgelegd dat je van mij zou houden. Dat maakte misschien niet dat we elkaar geen pijn konden doen, maar dat was niet anders want ook mensen die van elkaar houden kwetsen elkaar. We hadden daarnet gezegd dat we elkaar gemist hadden en dat we om elkaar gaven en we wisten, zonder enige twijfel, dat de ander het meende. ‘Alles is goed’ was er door me heen geschoten op dat moment, en toch had ik het gevoel gehad dat ik een regel overtrad door hier nu te zitten, dat ik iets deed dat was verboden.
“Er is zoveel gebeurd en veranderd, dan ga je niet zomaar even op dezelfde wijze verder hoorde ik, in gedachte, mijn broer zeggen.
Ik schudde mijn hoofd. Net of ik zijn stem daarmee uit mijn hoofd kon gooien. Ik zat hier met jou en toch leken er telkens andere naast mij plaats te nemen aan dit tafeltje.
Mooi geschreven 007, een ontmoeting met een oude kennis?
Fictief verhaal, maar heel ver weg gebaseerd op een echtte gebeurtenissen
Dat klinkt veelbelovend, lief ook.
Het is de liefde die altijd boven alles gaat. Die vergeet je nooit. Mooi dat je verhaal daar aan appelleert. Heel herkenbaar ook. Ook voor mij.