Uitstelgedrag is één van m’n negatieve eigenschappen. Rottige dingen die ik kan uitstellen, stel ik uit. Toch is uitstel niet altijd slecht. Zo kun je eerst iets leukers doen, het behoed je voor impulsiviteit en het leidt veelal tot andere, wellicht betere inzichten. Bovendien komt het erg van pas tijdens het huwelijkse liefdesspel. De enige keer dat ik niets uitstel, is tijdens een kerkbezoek. Hiervoor heb ik een speciale tactiek. Zo rook ik eerst Afghaanse ‘shit’ van die drie wijzen uit het oosten, tel de schaapjes van de herders die lagen bij nachte, en val heerlijk in slaap tijdens de preek. Wel zet ik m’n wekker om, vlak voor het moment dat de engelen hun hemelse liederen op ons neer laten dalen, de kerk uit te rennen. Scheelt ook weer kindekes op aard! Snoozen, me like! Het zetten van mijn wekker is een dagelijks automatisme waarbij ik niet hoef na te denken. Maar deze week ging het toch een keer mis. Zo kroop ik met mijn koudbloedige lichaam, lekker tegen het warme lijf van mijn vrouw aan in bed. Toen begon ik te twijfelen. Heb ik de wekker nu wel of niet gezet. Ik gokte op m’n automatisme en verkoos de status van fysieke geborgen- en genegenheid, boven controle. Fout. De wekker mooi niet gezet en een uur te laat werd ik wakker. Buiten het nadeel, was het voordeel dat het wakker worden werd uitgesteld. Meer slaap, dus wakkerder overdag.
Uitstel zonder afstel!
Melden