Ben ik wakker? Ja, denk het wel…… Ik heb last van mijn knieën, ik probeer omhoog te komen. De zon glinstert in mijn ogen. Ik zit rechtop en kijk naar de voorstoelen van een cabrio. Wat de f#ck..Waarom zit ik achterin een cabrio. Probeer mijn gedachten oporde te krijgen en na te gaan waar ik gister geëindigd ben.
Ik herinner me niets van gister of van alles daarvoor…Huh? Kijk om me heen en zie een prachtig mooi landschap. Ok!? Wie ben ik? En waar ben ik?! Ik zie naar mijn handen. Ze zien er niet bekend uit, maar voelen wel vertrouwd. Ik stap via de achterzijde de cabrio uit. Wel een vet ding! Hoor ik mezelf zeggen terwijl ik naar voren loop om het dashboardkastje te openen…Op slot! Tuurlijk…Kijk om me heen en zie de sleutel in het contact hangen.Ik haal ze eruit en bekijk de sleutelbos. Er hangt een sleutel aan voor het dashboardkastje maar ook een vreemd uitziende sleutelhanger. Het is langwerpig als een soort surfboard met een groen logo erop. Het is van hout maar voelt koud aan. Ik pak de sleutel van het dashboardkastje en deze gaat met klik open. Niks!…
Ik laat mijn hand over de bodem van het kastje glijden…Nee, het is toch echt leeg. Op naar de kofferbak. Ik open de kofferbak met de sleutel en vind allleen het reservewiel en de benodigheden hiervoor. Ik loop alle klepjes en vakjes na, dit levert echter ook niks op. Loop weer naar voren en zie dat de auto ook geen kentekenplaten heeft. Vreemd?! Ik voel onder de bestuurdersstoel. Niks…Voel onder de passagiersstoel…Hier ligt wat. Ik haal het voorwep onder de zitting vandaan. Het is zwaar…en voelt koud aan. Nu ik het goed bekijk heeft het de vorm van een pistool maar heeft het geen trekker of een magazijn. Het lijkt op hout maar voelt metaalachtig aan. Op het voorwerp staat het zelfde logo als op de sleutelhanger. Terwijl ik de sleutelhanger erbij pak hoor ik een metaalachtige klik uit het wapen. Ik zie dat er een opening ontstaan is bovenop het wapen. Ja, volgens mij moet de sleutelhanger hierin. Opeens hoor ik achter me iets…Ik draai me om en zie een zwarte schim voordat het zwart voor mijn ogen word…………
Langzaam open ik mijn ogen. Mijn kop doet zeer.Heb het gevoel dat ik tegen een muur gelopen ben. Ik voel aan het plek waar de pijn zit. Shit! Doet echt zeer! Zie aan mijn hand bloed.
Het valt me niet gelijk op dat ik in een andere auto zit. Deze heeft wit leer en het dashboard ziet er vreemd uit. We zijn in beweging. ik zie voor me op de bestuurdersstoel een mannelijk figuur met een bruine leren jas en een “jaren 40” hoed. He, wat doe ik hier!? Schreeuw ik tegen de brede schouders. Geen reactie. He Gast! Heb jij me neer gemept?! Weer geen response. Ik probeer me voorover te buigen zodat ik deze persoon beter kan bekijken. Maar dit lukt niet! Ik zie dat ik vast zit met een witte riemen over mijn borst en buik. De riemen zijn van het zelfde leer als de bank en stoelen. Wat is dit!? Schreeuw ik uit in paniek. Laat me hieruit! De hoed zegt niets…Ok! Kalm…Ik zie naar buiten we rijden door een straat het is er donker en het regent. Maar de kleuren van de neonreclame weerspiegelen op allerlei kraampjes en op een soort glazen “onderkomens”? Ik weet niet hoe ik dit anders moet omschrijven…In deze containers liggen mensen te slapen. Mannen, vrouwen en kinderen. De neonreclame zit op gevels van 30 jaren huizen. Clubs, Food, Sex, alles vliegt aan me voorbij. De mensen lopen er vreemd bij. Kleurrijke kleding afgekleed met zwart. Vage hoofddeksels en vierkante paraplu’s. Ik richt me nogmaals op het figuur achter het stuur. Waar ben ik? Vraag ik nogmaals maar nu een stuk kalmer. Het blijft stil. Ik moet hier weg! Zeg ik zacht tegen mezelf en begin om heen te kijken of ik iets aan de riemen kan doen. Ik zie links van me naar het deurpaneel. Hier zit helemaal niks op. Geen knopje voor het raam. Geen deurklink. Vreemd!. Mijn handen beginnen het deurpaneel af te tasten. Als ik met mijn vingertoppen in het midden van het paneel kom, voel ik daar dat de stof ingedrukt kan worden. Ik wil erop drukken. Maar wat dan als de deur opengaat? Ik zit nog vast! Kijk naar beneden en zie mijn broekriem. Een zwarte riem met een vierkante gesp en hetzelfde logo als op de sleutelhanger! Ik klik het bovenste gedeelte van de gesp open en begin het topgedeelte los te wrikken. Na een minuut heb ik na veel heen en weer wrikken heb ik het eraf. Ik kijk naar voren om te zien of onze stille man iets gezien heeft. Hij zit er gelukkig nog steeds zo bij als anders. Ik denk niet dat hij iets vermoed. Rustig begin ik met de scherpe kant van de gesp het leer door te zagen. Eerste riem gaat goed en is los. Nu degene over mijn borst nog…Heel voorzichtig begin ik de aan de riem met mijn ogen gericht op mijn medereisgenoot. Nog 2cm…1cm…
Hij is los!! Er begint op het dashboard een lampje te knipperen en ik hoor een zoemer loeien. Shit! Hij weet dat ik los ben! Ik moet eruit! Ik hoor een mechanisch gesis en zie dat de hoed zich omdraait naar mij! Voordat ik op het zachte stuk van het deurpaneel begin te slaan zie ik nog net 2 rode ogen mij aankijken!
Er gebeurd niks! De deur gaat niet open! Ik begin nu met mijn voeten te trappen tegen het paneel en het raam. Ineens gaat de deur een stukje naar buiten en schuift omhoog. Ok! Gaan! Ik laat me uit het voertuig vallen en rol over straat. Ik lig met rug op straat en zie een zwevend voertuig over me heen vliegen zo’n 20cm van mijn gezicht. Ik draai me om en zie een soort auto zonder wielen voorbij vliegen. Ik kijk in de richting waar ik eruit gesprongen ben en zie dat een soortgelijk voertuig een haakse bocht maakt, mijn kant uit! Ik sta op en zet het op het lopen. Val hierbij over 2 mensen die ook op straat liggen. Waarschijnlijk moesten deze uitwijken voor het voertuig wat over mij heen scheurde. Na veel gebots en gestoot door de drukke straat zie ik naast een gebouw met chinese tekens een steeg. Deze steeg is niet breed genoeg voor het voertuig. Ik sprint de steeg in en zoek naar een schuilplaats. Verderop in de steeg staat een vuilcontainer en ik verschuil me hier achter. Hard hijgend en bijkomend van de schrik begin ik mezelf af te vragen………Is dit de Toekomst?! Hier heb ik niet veel tijd om over na te denken, ik hoor voetstappen op me afkomen! O, Shit! Wat nu!
De voetstappen klinken kort en rennend. Ik maak me klaar om weg te sprinten…
“Snel!” hoor ik, en ik voel dat een kleine hand mijn hand beetpakt.
“Volg mij! Hij komt eraan!” Ik kijk neer op een rooie bos krullen. Onder de krullen zit een gezicht van een meisje. Ik schat haar op een jaar of 7. Ze kijkt me aan en schreeuwt: “Kom opschieten!” terwijl ze aan mijn hand trekt. We rennen samen naar de achterkant van de steeg. Links zie ik een deur. “Hierin!” zegt het meisje. Ze drukt de deur open en we rennen een trap op, en nog één. Opeens stopt ze en begint op een deur rechts van ons te bonken…Ik hoor de deur van het slot gaan en deze word een klein stukje geopend. “Emily?” Zegt een mannelijke stem achter de deur.Ze beukt naar voren en de deur zwaait verder open. Beneden hoor ik de deur dichtvallen en voetstappen op de trap. “Emily? Wat is dit?” Ik zie een man staan met een baard en wit haar. “Geen tijd om uit te leggen!” hijgt Emily. “Ze zitten achter hem aan!” De man draait zich onmiddellijk om en rent naar een kamer achter in het appartement.”Is dit hem?!” “Ja!”Antwoord Emily. “Ok! Je weet de weg! Succes!”Emily trekt me mee naar een raam achter in de kamer. We kruipen samen erdoor heen. Ik hoor vanuit de andere kamer het bonken op de deur gepaard met geschreeuw dat de deur open gemaakt moet worden.
We staan op een soort veranda van beton. Ik zie beneden aan het begin van de steeg het voertuig staan van mijn ontvoerder. De achterklep staat open en zie een klein jongetje erin klimmen. Seconden later komt hij eruit met een tas. “Hier naar beneden!” En ze wijst naar een ladder die bevestigd zit aan de muur. We klimmen snel de trap af. Weer pakt ze mijn hand en sprint de steeg door. We rennen de weg over en stuiven naar links een straat in. Ik zie de glazen “onderkomens” voorbij flitsen en we botsen tegen voorbijgangers op. Al het licht van de reclame doet zeer aan mijn ogen en mijn hoofd bonkt stevig. “Kom!” zegt ze en trekt me een glazen onderkomen in.
Ik kijk door het glas naar de richting waar we vandaan kwamen, en zie de hoed de hoek om komen. Opeens word het glazen onderkomen aan het begin van de straat mat en ik kan er niet meer doorheen kijken. Zo gaat ook de tweede en derde………Ik kijk naar Emily met een verbaasde blik en zie dat ze op een knop drukt. De ingang schuift dicht en deze is ook van glas. Nu drukt ze op een knop ernaast. Tot mijn verbazing zie ik dat ons “onderkomen” nu ook mat is. “Zo!” zegt Emily. “Nu zijn we veilig, er staan hier wel veertig van deze shelters en hij gaat ze echt niet allemaal doorzoeken”. Voegt ze eraan toe. Ik kijk om me heen en zie dat er niet meer staan als 3 stoelen,een 2 persoonsbed, Stretcher en een klein wastafeltje. Ik voel aan mijn hoofd en voel dat er nu veel bloed uit mijn wond loopt. Het is waarschijnlijk weer open gegaan met het rennen door de straat waarbij we op verscheidene mensen botsten. Ik voel me misselijk en duizelig. “Wat gebeurt hier! Waar ben ik!” vraag ik iets te luid aan Emily. Ze kijkt me aan… “Later” zegt ze “Eerst moet je rusten” Ik heb zoveel vragen maar ze heeft gelijk… Ik loop naar de stretcher en ga liggen. Ik doe mijn ogen dicht en voel een doek op mijn hoofd, deze begint mijn wond te deppen. Ik laat mijn gedachten en vragen los.
“Later” hoor ik Emily zeggen, “Ja, Later” denk ik bij mezelf en val in slaap.
Ik open mijn ogen en kijk naar een strakblauwe hemel, de zon prikt in mijn ogen. Dit heb ik eerder gezien! Ik schiet omhoog en zie weer de voorstoelen van de cabrio. Kijk om me heen en zie weer het mooie landschap, alleen nu staat er op zo’n 500 meter afstand een boom. Zo’n boom die je alleen in Afrika ziet. De lion King! Schiet door mijn hoofd. Waarom weet ik dat dat een tekenfilm is? Ik voel me raar… Waarom weet ik dat wel en niet wie ik ben! Ik herinner me nog wel de achtervolging met Emily en de klap op mijn hoofd. Shit!!… Ik moet hier weg! Ik graai naar de sleutels en voel onder de stoel. Zoals verwacht ligt het object daar ook nog. Ik begin te rennen naar de boom. Als ik me daarachter kan verschuilen…bedenk ik me onder het rennen… Plots voel ik iets hards onder mijn voet. Ik stop en zie naar beneden, ik zie een kentekenplaat liggen. “Deze is vast van de Cabrio”. De plaat is rood met witte cijfers.
10 in totaal 0245981391 Vreemd, dit is zeer vreemd! Ik pak het op en ren naar de boom. Daar aangekomen zie ik dat deze gelukkig zeer breed is. Ik verschuil me achter de boom en ga zo zitten dat ik de auto in de gaten kan houden. Ik pak de kentekenplaat en bestudeer hem. Ik zie geen landcode of iets dergelijks, alleen maar cijfers… Ok…en nou? Ik kan hier wel blijven zitten maar als die hoed of wie dan ook maar mij niet ziet bij de cabrio, gaat ie toch op zoek? En aangezien hier maar één boom staat………De zon staat behoorlijk fel, mijn trui plakt aan m’n lichaam vast. Ik doe mijn jas uit en gooi hem op de grond. Ik hoor een licht plof. Ik pak de jas weer op en ga de zakken na. Stom dat ik hier niet eerder aan gedacht heb! In de linkerzak zit iets. Ik haal het tevoorschijn. Een mobiel! Ik klap het scherm open en kijk in het menu.
Telefoonboek : Niets! Laatste gesprekken: Niks! Ik toets 112 in en druk op het groene hoorntje. Er gebeurd niets, hoor alleen ruis. Dat was ook wel te verwachten! Ik klap de telefoon dicht en kijk naar de cabrio. Er gebeurt daar nog niets. Vanuit een ooghoek zie ik het nummerbord op de grond liggen. “Het zal toch niet…… Nee, dat slaat nergens op. Toch klap ik de telefoon open en begin het nummer in te toetsen. Hij gaat over! Yes! Tuut, Tuut, Klik. Ik hoor niets! “Hallo? Roep ik. Hallo hoort iemand mij? Hallo?. Ik hoor in de verte gemompel. Het word steeds luider en luider…… “Hij kan hier niet blijven”! Hoor ik. “Ja, maar Mam” hoor ik een kinderstem zeggen. “Nee! Hij moet weg! Weet je nog wat ze met de Olson´s hebben gedaan?! Nee, Emily. Hij moet weg!
“Emily!!” Schreeuw ik. Ik kom als een bezetene omhoog en stoot mijn hoofd tegen een plank en val weer op de stretcher. Auw, klote! Dat kan er ook nog wel bij…
Ik open mijn ogen en zie Emily op mij af komen. “Ssssh,rustig maar…” zegt ze ”Je had een nare droom” ik zie een vrouw op het 2 persoonsbed zitten. De voorkant en de zijkanten van het glas zijn nog mat maar de achterkant is open. Er lopen mensen achter de shelter langs. Ze kijken niet naar binnen, het lijkt wel of dit hun dagelijkse loopje is en dat het hun niets interesseerd wat hierbinnen zich afspeelt. De lichten en de Neonreclame van de huizen stralen naar binnen en geven een kleurige gloed. Emily zit nu op het voeteneind. Ze ziet er lief uit… Ze heef een wit jurkje aan en rode instappertjes met riempjes.”Voel je alweer wat beter?”vraagt ze “Best wel” antwoord ik. Waar ben ik? Vraag ik haar terwijl ik over mijn hoofd wrijf. “Thuis” antwoord ze zacht. Thuis?? De vrouw legt haar hoof in haar handen…”Nee, Emily vertel het hem niet”. Zegt ze zacht. Ze kijkt op en ik zie een traan op haar wang naar glijden, en deze valt op een ring die om haar vinger zit………
“Thuis?” Vraag ik nogmaals. “Thuis, hoe bedoel je thuis?” Emily kijkt de vrouw aan en deze schud nee. “Mam, hij moet het weten. Miscchien lukt het nu wel!” Ok, nu raakt mijn geduld op. “Wat lukken?!” schreeuw ik uit. “Ik weet niet wie ik ben en wie jullie zijn!” De vrouw loopt mijn richting uit en gaat ook op het voeteneind zitten. Ze pakt mijn hand en houd deze naast de hare. “Zie je” zegt ze. Ik kijk naar de handen. “Ben ik jouw man?” stammel ik terwijl ik twee dezelfde ringen zie. Bruut word er op de deur gebonkt. “Ik ben het!” hoor ik van buiten. Emily loopt naar de deur en drukt op een knop. De deur schuift en het jongetje wat ik bij de auto zag stormt naar binnen. “Hoi Pap!” en hij vliegt me om mijn nek. Verbijsterd kijk ik naar de vrouw. “Ik heb je spullen uit de Clinox(auto) gehaald, deze liggen onder de stretcher”. zegt de jongen terwijl hij me nog steviger beetpakt. “Het is nu toch wel tijd voor enige uitleg” hoor ik mezelf zacht zeggen. Ik sla mijn armen om de jongen heen want het voelt goed.
De vrouw begint te vertellen:” Jij bent mijn man en dit zijn je kinderen Emily en Josh. Mijn naam is Jeannie, jouw naam is Alex. We zijn zijn 7 jaar getrouwd. Emily is 8 en Josh is 5”. Ik kijk de jongen aan en hij glimlacht. Jeannie verteld het op een manier of dat ze het al tig keer verteld heeft…
“Dit is ons huis” verteld ze verder. “10 jaar geleden woonden we in Hornet, een sloppenwijk buiten de stad. Totdat je na 2 jaar een baan aangeboden kreeg bij Stantin Coöperation een bedrijf hier in Arphon”. “Arphon??” Ik kijk haar aan en voel m’n hersens op volle toeren draaien. Niets maar dan ook niets komt me bekend voor!.. Ze vervolgd: ”Mr. Murphy, hoofd van Stantin ging in die tijd bij de sloppenwijken langs, op zoek naar personeel. Jij werd eruit gepikt en kon die dag gelijk aan de slag. Nadat je er 2 dagen had gewerkt vertelde je mij dat we onze spullen moesten gaan pakken. We gingen dichter bij Stantin wonen.
“Stantin? Wat is dat voor bedrijf” vraag ik haar. “Weet ik niet” antwoord ze.
“Daar sprak je nooit over, ik heb je in het begin er vaak naar gevraagd. Top secret geinde je altijd…. In dat jaar zijn we getrouwd en kwam ook ons eerste wonder: Emily. We leefden in weelde want je had een goed inkomen. In de 3 jaar daarna werd je steeds afweziger, je vergat afspraken en was snel geïrriteerd. Kwam door je werk zei je”.
“Toen kwam Josh ons tweede wonder. Op de dag dat hij geboren werd was jij er niet bij. Spoedklus bij Stantin zei je over de telefoon.. Je bent die dag niet thuisgekomen….
Emily kijkt naar de grond. ”Mam, vertel pap wat er daarna gebeurde.” “Pappa was dood hé mam” zei Josh.
“Ja jongen…..”antwoord Jeannie zacht.
“Het was Donderdagochtend, Josh lag in de wieg en Emily was naar school. Een clinox van Stantin stopte voor ons huis. Ik zie 2 mannen uitstappen terwijl ik bezig ben de was op te hangen. Ik hing het laatste shirtje op liep naar de voordeur met een naar voorgevoel. De man belde aan en ik opende de deur. “Jeannie?” zei de man links. Ik knikte naar hem. “We moeten u iets vertellen, u kunt het beste even gaan zitten” Ik zakte door mijn kieeën…omdat ik wist dat mijn gevoel juist was. De man vertelde dat er een ongeluk is gebeurd bij Stantin waarbij er drie mensen waren omgekomen. Jij was er één van. Een explosie in het gedeelte waarin jij werkte werd mij verteld.
De volgende dag kregen we een brief van Mr. Murphy dat we onze woning moesten verlaten en dat er een woning voor ons geregeld was in de binnenstad.
De begrafenis zou geregeld worden door het bedrijf. Op de begrafenis hebben we afscheid van je genomen.
“Begrafenis?…Ik ben….” Hoor ik mezelf zeggen. Jeannie negeert mij en verteld verder. De begrafenis was op een Dinsdag en deze dag moesten we ook naar ons nieuwe huis.
Word vervolgd…..
Verhaal wat ik dik 10 jaar geleden geschreven heb, vond het toevallig op mijn oude laptop… vond het de moeite om te plaatsen. Leest snel weg maar kan veel beter…. happy reading
Leuk om een verhaal te lezen van Pro Publishing! Mooi geschreven! Ben benieuwd naar meer verhalen!
Liefs Ilse
Hey, in het begin leek het veel op het boek Boy7 van Mirjam Mous. Ik wil niet ‘de verbeteraar’ zijn, maar er zitten soms een paar spellingsfoutjes in je verhaal. Verder is het een leuk verhaal.