Een wonder
Met een vaartje, schiet ik dan omhoog
mijn staart volgt in de wind.
Hoger, lager, van links naar rechts,
beneden volg ik de worsteling van het kind.
Het kind rent, lacht, trekt aan mijn touw,
windvlagen spelen lustig mee.
De vader kijkt en moedigt aan,
in de verte is de zee.
Dan is het vliegerspel plots uit.
Een korte ruk, en het blijft een wonder
Dat alles nog heel is, wanneer ik,
voor de zoveelste keer, keihard op de grond neerdonder.
Gefeliciteerd met de winnende inzending van de schrijfwedstrijd! Mooi geschreven!