Was het de manier waarop je mij verliet, je nam afscheid als
was het van een vreemde, alsof al die jaren dat we samen waren
er niet toe deden. Die jaren waarin wij lief en leed deelden er niet
toe deden. het was als een klap in mijn gezicht. Ik voelde mij zo
klein, alsof ik er niet toe deed gewoon. Ik loop buiten nu, met flarden
van mist om mij heen, deze dag.
Ik heb het gewoon nodig nu, om buiten te zijn. mijn voorhoofd en mijn
haren zijn nat van het vocht. Ik ben in een bos en voel de liefde van de
natuur om mij heen. De bladeren op de grond verwoorden hoe ik mij soms
voelen kan, levenloos, maar je ziet de vergankelijkheid maar ook de schoonheid
ervan. Een jong hertje kijkt mij aan met zijn grote verschrikte bruine ogen en
rent snel weg, het bos in.
Ik sta op een open plek in het bos, en de zon beschijnt mijn gestalte, het
voelt zo goed, dichterbij een hogere macht kan ik op dit moment toch niet komen.
Ja, de mist is inmiddels verdwenen, en alles wordt beschenen door de zon.
Ik voel hernieuwde energie, de wandeling in het bos heeft mij goed gedaan.
Een sprankje hoop is soms alles wat je nodig hebt in het leven. Net dat zetje
wat je nodig hebt in het leven, je hebt de wereld eigenlijk nog zo veel te geven.